Walvissen, zeeleeuwen en grizzlyberen
Door: Jorinde
Blijf op de hoogte en volg Jorinde
07 Oktober 2019 | Canada, Telegraph Cove
Op zaterdag 14 september nam ik afscheid van alle mijn nieuwe (dieren- en mensen-)vrienden bij MARS en ging ik samen met Cory op pad naar Telegraph Cove in het noorden van Vancouver Island. Ondanks dat het een autorit van drie uur was, ging de tijd snel voorbij. We reden door een prachtig Canadees landschap met bomen, bergen en rivieren. Jammer genoeg kon ik ook duidelijk zien dat de houtkap één van Canada’s meest lucratieve industrieën is: regelmatig was er een lege helling te zien waar de bomen weggekapt waren. Ondertussen weet ik daarentegen dat iemand die geen probleem heeft met hard werken in barre omstandigheden en in afgelegen gebieden goed geld kan verdienen met bomen planten; met de hand worden duizenden bomen bijgeplant en per boom wordt betaald. Dat is dan weer een positieve manier om de balans te herstellen.
Telegraph Cove is een miniscuul dorpje met maar ongeveer 20 inwoners en iets van 12 huizen. Het is een voormalig vissersdorpje dat tegenwoordig een populair startpunt is voor kayakkers en walvisspotters vanwege de ideale locatie aan Johnstone Strait waar allerlei wildlife zich in de zomermaanden verzamelt (orca’s, bultrugwalvissen, zeeleeuwen etc.). Cory en ik kampeerden de nacht voor de kayaktour in Telegraph Cove. Op de camping werden we begroet door een aardige manager met tweekleurig bretels die ons een van de mooiste plekjes wees om ons tentje op te zetten. Hij vertelde ook dat er op het strand in de omgeving een mamabeer met een jong regelmatig naar voedsel zoekt. Je kon er in vijf minuten naartoe lopen. Ook kon je naar een mooi uitzichtpunt wandelen, maar er werd wel verzocht om dan je naam op de lijst bij de receptie te zetten. Zo wisten ze of iedereen terugkwam van die wandeling (aangezien er geen telefoonbereik is in de omgeving). Een mooi systeem van sociale controle!
Cory en ik keken op dit moment vooral uit naar een warme maaltijd, dus nadat we snel onze tent hadden opgezet gingen we naar het Killerwhale café (één van de twee restaurants in het dorpje, allebei met dezelfde chef) om hun beroemde zalm-barbecue te proeven. Het voelde als een groot dorpscafé met houten inrichting, een man met een gitaar in de hoek en een serveerster die je ‘darling’ noemt. De zalm was super vers en zo lekker!
De volgende ochtend was het plan om om kwart voor zes op te staan en te kijken of we de beer op het strandje konden treffen. Natuurlijk versliepen we ons en ging dat niet door; uiteindelijk hebben we de natte tent in de auto gegooid en zijn we snel naar het startpunt voor het kayakken gereden. Na een korte introductie en het inpakken van onze spullen in droogzakken gingen we op pad. Onze groep bestond uit acht personen: naast Cory en ik waren er een Duits koppel, een Brits koppel en een (Franstalig) Belgisch koppel. We werden begeleid door twee jonge gidsen, Mark en Dave, aardige mannen en van die echte outdoor-types die de helft van het jaar aan het kayakken zijn en de andere helft werken in de skigebieden. Het voordeel was dat zij alles wisten over de omgeving, de uitrusting en de natuur, het nadeel was dat je met klachten over kou of ongemak niet bij hen aan hoefde te komen!
Het eerste deel van de tocht was lekker rustig, we peddelden langs de kustlijn en bekeken wat zeesterren, waterslakken en arenden in de boomtoppen. Vervolgens moesten we een breder kanaal oversteken, het moment dat het echte werk begon. Rekening houdend met de stroming en de wind zijn er bepaalde momenten dat je het beste kunt oversteken, wat we dan ook in de hele groep tegelijk deden. Cory en ik waren (en bleven in die drie dagen) de langzaamsten van de groep, wat wij toerekenden aan het feit dat we het enige vrouwenteam waren en minder gespierden armen hadden.
Na de grote oversteek hadden we een lunchpauze op een rots vanaf waar we zeeleeuwen konden zien proesten en spelen in het water. Vanuit de kayak hadden we al regelmatig gesnuif achter ons gehoord en zagen we hun neuzen de lucht in steken, maar vanaf de rots was pas echt goed zichtbaar hoe enorm die beesten zijn! Ook begonnen nu de eerste ongemakken merkbaar te worden. Bij kayakken wordt alles vochtig en nat, vooral je benen en voeten. Wanneer je in je kayak zit met je ‘skirt’ over de cabine warmt het water bij je voeten gelukkig op en kun je een redelijke temperatuur vasthouden, maar buiten je kayak koel je snel af. Dat kopje thee bij de lunch was dus meer dan welkom! Gelukkig regende het niet en ook tijdens de rest van de kayaktrip hadden we geluk met het weer. De voorspelling voor deze drie dagen was dat we constant regen en storm zouden hebben, maar we hebben het overdag steeds droog gehouden en zelfs zon gehad, waardoor de hele ervaring een stuk fijner werd.
Na de lunch kayakten we verder en rond een uur of drie kwamen we aan in ons eerste kamp op een van de eilanden in de omgeving. Denk hierbij zeker niet aan luxe: er waren een aantal tweepersoons tenten, een simpele outdoor keuken met een barbecue, een lange picknicktafel en een bushtoilet (een hutje met een plank met een gat erin en een emmer eronder). Douchen is een overbodige verwennerij en zouden we dus de komende dagen ook niet kunnen doen!
Nadat we allemaal een tent hadden uitgezocht en droge (en warme) kleding hadden aangedaan konden we genieten van een kleine snack (een kaasplankje) terwijl Dave en Mike het avondeten voor ons maakten. Cory had een zak wijn meegesleept, waarmee ze zichzelf meteen populair maakte in de groep, en je merkte dat er al meer een groepsgevoel ontstond.
Na het eten hadden we een kampvuurmoment, waarbij we besproken wat we die dag hadden gedaan en hoe de volgende dag eruit zou zien. Hierbij werd ook gewaarschuwd dat alles af hangt van de natuur: er wordt een plan A, B, C, D gemaakt voor een dag, maar meestal wordt plan E uitgevoerd. Ook vertelden Dave en Mark ons dat zij natuurlijk al het orkanieuws in de gaten hielden, maar dat er op dit moment weinig interessants te vertellen was. Orka’s blijven niet, zoals bultrugwalvissen, langere tijd op een plek en op dit moment hadden ze besloten zich heel ver weg van ons te bevinden. Jammer genoeg bleef dat tijdens de hele kayaktocht zo. We kregen verder de instructie alle lekker ruikende spullen, zoals tandpasta, deodorant en eten in onze kayaks te verbergen omdat er de laatste maanden veel grizzlyactiviteit in de omgeving was. Grizzlyberen komen eigenlijk niet voor op Vancouver Island, maar elk jaar zijn er een aantal die vanaf het vaste land naar het eiland overzwemmen. Dit jaar lijkt het er zelfs op dat een paar grizzlies zich meer permanent gevestigd hebben, wat een unicum is. Omdat we ons nu in het smalle stukje tussen het vaste land en het eiland bevonden zijn grizzlyberen in die omgeving redelijk normaal en moet je daar rekening mee houden.
Tijdens onze tweede dag kayakken zouden we weer een kanaal oversteken en daarna een aantal stranden in de omgeving bekijken die van grote culturele waarde waren voor de First Nations (oorspronkelijke bewoners of ‘indianen’) in de omgeving. Terwijl we daarnaar op weg waren gingen we langs een bekende verzamelplaats voor een grote groep zeeleeuwen. Mark en Dave vertelden ons dat dit de zeeleeuwen waren waarvoor geen plaats was in de grotere kolonies en hier verzamelden zich dus allerlei jonge mannetjes die een eigen harem bij elkaar probeerden te krijgen. Een bijzonder uitzicht om ze met z’n allen op de rotsen te zien hobbelen! We probeerden genoeg afstand te houden om de beesten niet te verstoren, maar blijkbaar vonden ze ons toch te dichtbij komen. Terwijl we langzaam voorbij dobberden zag je ze onrustig worden en uiteindelijk dook de volledige ‘zeeleeuwen-brigade’ met veel lawaai en gespetter in het water. Toch even spannend, het leek alsof ze een stormloop richting ons deden, maar gelukkig bleven ze dicht bij hun eigen stekkie en konden wij rustig onze reis vervolgen. Direct hierna kreeg Dave een radio-oproep van een ecologisch center in de buurt of we doorhadden dat we de zeeleeuwen hadden verstoord. Oeps, sorry jongens!
Tijdens de pauze bleek dat we vandaag inderdaad plan E gingen volgen. Er was storm voorspeld en daardoor zouden we niet naar een volgend kamp doortrekken maar terugkeren naar ons eerdere kamp. Zo konden andere kayakgroepen in ons nieuwe kamp verblijven, voor het geval een boot iedereen de volgende dag moest terugvaren (bij extreem weer zouden we niet kayakken). Misschien was dit ook een geluk bij een ongeluk: na de lunch bevonden we ons precies op de goede plek voor een geweldige walvisshow. We waren net een kanaal overgestoken toen we zagen dat aan de overkant een ‘baitball’ ontstond, een dicht opeengepakte school vissen die wel 10 tot 20 meter groot kan worden en waar vervolgens vogels en allerlei andere beesten op af komen. Verderop zagen we al snel de spuit van een bultrugwalvis die voor deze feestmaaltijd ging, vervolgens aan de andere kant ook en zo verschenen op verschillende plekken walvissen. Ze waren allemaal best ver weg en veel meer dan af en toe een waterspuit, een rug en heel soms een staartvin was er niet te zien, maar alsnog is het idee van die enorme dieren in de buurt heel indrukwekkend. Terwijl we daar naar de glimpen van die walvissen zaten te kijken hoorde ik opeens een luide spuit vlak achter ons en ging er een bultrug op zo’n 15 meter afstand aan ons voorbij! Iedereen bleef natuurlijk heel stil zitten, wachtend totdat hij zich weer liet zien en na een paar minuten ging hij vlak langs de kayak van Dave en verdween vervolgens weer onderwater. Wat een bijzondere ervaring! Diep onder indruk kayakten we rustig verder en hielden nog even een toiletpauze op een eiland waar allerlei bordjes hingen met ‘pas op, grizzlybeer gespot’. Een bosje opzoeken wordt dan opeens een risicovolle bezigheid!
In de middag kwamen we weer aan in ons kamp, legden de kayaks op het droge en haalden onze spullen eruit. Helaas, terwijl ik de hoes over mijn cabine aan het trekken was ging ik door mijn rug. Met droge en warme kleding aan kwam ik die avond goed door, maar de volgende ochtend merkte ik al meteen dat de laatste dag geen pretje ging worden. Tijdens het kayakken zit je constant in één houding en gebruik je je core-spieren bij het peddelen en dit allebei zorgde voor pijn. Als je op een eiland zit heb je natuurlijk weinig keus, dus ik ben de dag gewoon begonnen met kayakken. Binnen een half uur kwam onze gids Mark naar me toe met pijnstilling en het aanbod om ons voor de rest van de dag te slepen zodat ik niet meer hoefde te peddelen. Zo had ik een rustigere laatste dag van mijn kayaktri, waarbij ik vooral veel rond kon kijken en fotograaf voor de groep kon spelen. De omgeving waarin we kayakten was prachtig: woeste Canadese natuur met bergen en bomen zover je maar kon kijken langs de kustlijn. Dit voelde echt als een uithoek van de wereld (en dat was het ook een beetje). Alhoewel het fijn was om rond te kunnen kijken, vond ik het ook erg lastig om te zitten en niets te doen terwijl iedereen om mij heen hard aan het werk was. Hulp accepteren, zelfs als je weet dat dat het beste is, kan moeilijk zijn… Toen we op het laatste stukje richting de haven ook nog extreem hoge golven (tegen de vernieuwde weersvoorspelling in) tegenkwamen kon ik het niet laten toch mee te helpen met peddelen. En zo eindigde ons avontuur met een stukje wildwater-kayakken. Gelukkig spoelden de golven nog net niet over de boten heen, maar het was best spannend en uitdagend om in zo’n woest stukje zee de oversteek te wagen.
Terug in Telegraph Cove was het tijd om alle spullen te verzamelen en eindelijk weer andere kleding aan te doen. Met Dave en Mark namen we de route nog een keer door. Zij vertelden ons dat we ongeveer 44 km hadden gekayakt in drie dagen, niet slecht! Na drie dagen samen was het nu tijd om de groep gedag te zeggen en, na de autorit naar Campbell River, nam ik ook afscheid van Cory met wie ik in de afgelopen tijd een fijne vriendschap had opgebouwd.
In Campbell River genoot ik van de hoognodige warme douche en had ik eindelijk weer eens een luie avond. De volgende ochtend moest ik toch alweer vroeg op, omdat ik meeging met een tour om grizzlyberen te spotten! Ik had gekozen voor een tour met een First Nations organisatie, waarbij de kosten ter bevordering van de First Nations gemeenschap waren en er een native gids meeging.
Sinds ik in Australië veel geleerd heb over hun omgang met en problemen rondom de aboriginal volkeren, vind ik het interessant hoe landen omgaan met hun oorspronkelijke bevolking. In de afgelopen weken had ik hier al veel gesprekken over gehad met Jo bij MARS (die opgegroeid was in een First Nations gemeenschap) en met Cory (die werkt als educatiecoördinator voor First Nations). Het beeld dat mij is geschetst komt eigenlijk in grote lijnen overeen met de situatie in Australië en is (zeer kort door de bocht en zonder mezelf als expert te zien): De First Nations werden in eerste instantie op grote schaal uitgeroeid, daarna was er een poging tot assimilatie. Hierbij werden veel kinderen bij hun ouders weggehaald en in ‘residential schools’ geplaatst waar ze niet met broertjes of zusjes mochten praten, geen oorspronkelijke talen mochten spreken en alle eigen cultuur was verboden. Dit is redelijk recent, de laatste residential school werd pas in 1996 gesloten. Het gevolg hiervan was grootschalig cultuurverlies en een generatie met ontwortelde kinderen met alle psychologische gevolgen van dien voor de komende generaties. Er is tegenwoordig dan ook veel sprake van middelenmisbruik in First Nations gemeenschappen. Ook is er langdurig conflict over landrechten. Er zijn tegenwoordig verschillende reservaten waar gemeenschappen wonen, maar in een groot deel van deze gemeenschappen is de levensstandaard laag (soms zelfs op het niveau van een ontwikkelingsland). Tegenwoordig is er in groeiende mate bewustzijn over de onrechten ten opzichte van First Nations en zijn er allerlei programma’s om First Nations gemeenschappen te helpen en te ontwikkelen. Anderzijds is er ook een gevoel van onrecht onder de ‘Europese Canadezen’ (ik vind dit een gekke term omdat Europees en Canadees in mijn ogen tegenstrijdig is), die het gevoel hebben dat First Nations allerlei zaken krijgen en daarmee bevoorrecht worden. En natuurlijk is er een grote groep Canadezen die zich niet bezig houden met of interesseren voor de First Nations. Een interessante uitzondering op dit hele verhaal zijn de Inuit in Noord-Canada, die juist veel doen aan cultuurbehoud en lokale welvaart.
De gids die met ons mee was op de grizzlytour vertelde dat zij zelf opgegroeid is in de ‘reguliere samenleving’ en zich pas op latere leeftijd actief is gaan verdiepen in de cultuur van haar voorouders. Haar moeder is opgegroeid in een residential school en is pas nu ze ouder is verhuisd naar een gemeenschap in een van de reservaten. Tijdens de bootreis naar Bute Inlet op het vasteland vertelde deze gids ons meer over bepaalde aspecten van haar cultuur, terwijl de schipper ons vertelde over de omgeving en de natuur. We zagen onderweg ook nog een bultrugwalvis. Aangekomen bij Bute Inlet, werden we overgenomen door twee andere gidsen (broer en zus) die behoorden tot de First Nations van dat gebied. Zij namen ons mee in een busje in de prachtige omgeving, op zoek naar de grizzlies, terwijl ze ons iets vertelden over de omgeving en hun lokale cultuur. Al vrij snel hadden we geluk: we sloten aan bij een ander groepje die aan het kijken waren naar een jonge grizzlybeer die dichtbij van een zalm aan het genieten was. Het was waarschijnlijk een jong mannetje, te zien aan de lichaamsbouw en grootte. Doordat de beer beneden in de rivier stond en wij een stukje hoger op het pad was er een soort natuurlijke barrière om rustig en veilig te kunnen kijken. Na een tijdje was de zalm op en liep de beer heel ontspannen de andere kant op, wat voor ons het moment was om verder te gaan. We gingen vervolgens nog naar een paar platformen in prachtige omgevingen, maar zoveel geluk als bij deze eerste beer hadden we niet meer. We zagen vanaf een afstandje nog een paar berenachterkanten die steeds snel de andere kant op renden. Ik kon me er niet zo druk om maken, na de eerste beer was ik al blij en de omgeving was zo prachtig dat er genoeg was om van te genieten! Zo zagen we twee steenarenden (golden eagles) met op de achtergrond een wapiti (elk) die de rivier overstak. Er was een Nederlands koppel in de groep die iets minder tevreden waren: een aantal jaar geleden hadden zij dezelfde tour gedaan en daarbij twaalf beren gezien en ze hadden verwacht nu hetzelfde geluk te hebben. Dat de beren zich nu verstopten was echter logisch, het was een warme zonnige dag en vanwege hun dikke vacht bleven ze waarschijnlijk liever in de schaduw.
Na tour gingen we weer met de boot terug naar Campbell River. Ook nu was er weer genoeg te zien! De schipper voer ons eerst langs een plek waar veel zeeleeuwen lekker in de zon lagen op te warmen, waarna we onderweg nog dolfijnen zagen en weer een walvis wisten te vinden. Op de radio was doorgegeven dat er een stukje verderop orka’s gespot waren en omdat ik had verteld dat ik die helaas niet had gezien op mijn orkatrip, wilde de schipper best een stukje omvaren om ze te bekijken. En zo had ik het geluk toch nog orka’s te zien!
Terug in Campbell River was het hoog tijd om mijn backpack opnieuw in te pakken en nog even van een rustige avond te genieten. De volgende ochtend nam ik vroeg een bus naar Nanaimo (twee uur naar het zuiden), waar ik de veerboot nam naar Vancouver en aan mijn roadtrip naar Calgary begon. Op de veerboot werd ik nog een laatste keer getrakteerd op een geweldige walvisshow. De walvissen kwamen omhoog uit het water, lieten zich met een grote plons weer vallen en wapperden met hun vinnen. Het was bijna alsof ze me gedag zwaaiden terwijl ik Vancouver Island verliet.
Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley