Mama!
Door: Jorinde Voskes
Blijf op de hoogte en volg Jorinde
06 Februari 2017 | Australië, Sydney
De eerste dag in Sydney, eerste kerstdag, gingen we ’s ochtends de campus van the University of Sydney bekijken en bezochten we International House. Zo kon ik laten zien waar ik het grootste gedeelte van mijn tijd in Sydney had doorgebracht. Daarna deden we de tien kilometer lange coastal walk van Manly naar Spit. De veerboot naar Manly was behoorlijk vol; het was prachtig weer en zondag, maar we drongen ons naar voren om toch mooie foto’s van de Harbour bridge te kunnen nemen. Het was al een beetje laat toen we begonnen aan de wandeling, aangezien we een restaurant reservering hadden om 18.00 moesten we ervoor zorgen dat we er niet te lang over deden. Die reservering had nogal wat moeite gekost; blijkbaar gaat niemand op 25 december uit eten want veel restaurants waren gesloten. We liepen door mooie natuur langs de kust. Helaas hebben we waarschijnlijk de laatste twintig meter naar het eindpunt overgeslagen en Spit nooit werkelijk bereikt. Het eten bij Chatthai was lekker, alhoewel het als kerstmaaltijd toch een beetje gek was. Niemand zag er echt feestelijk uit en de sfeer was niet kersterig, daarnaast was het hartstikke warm. Gelukkig maar dat we het samen gezellig hadden.
Tweede kerstdag bekeken we zo’n beetje heel Sydney. We begonnen met een wandeling door het CBD (central business district), waarbij we mooie winkelcentra en het oude stadhuis zagen. Daarna liepen we door Hyde Park, langs Saint Mary’s Cathedral op Macquariestreet naar the Opera House. Macquariestreet is de straat in Sydney met alle mooie oude gebouwen, zoals de State Library en Parliament House. Natuurlijk bekeken we the Operahouse uitgebreid, tot de toiletten aan toe. We lunchten in de Botanical Gardens en liepen langs het water naar de Harbour Bridge. Nadat we op de brug mooie uitzichten van Sydney hadden gezien, liepen we een rondje in de Rocks. De Rocks is het oudste gedeelte van Sydney en heeft leuke kleine straatjes en steegjes. Omdat Australië niet zoveel cultuur en geschiedenis heeft (behalve natuurlijk van de Aboriginals, maar dat wordt meestal niet als zodoende herkend), zijn dit soort plekken extra bijzonder. Het laat me echt realiseren hoe rijk aan geschiedenis Europa eigenlijk is. ’S Avonds hadden we onze tweede kerstmaaltijd samen met Joseph in een Indonesisch restaurant.
Dinsdag 27 december vlogen we naar Darwin en hadden we de hele middag om Darwin te bekijken, wat meer dan genoeg tijd was. Doordat de stad in de tweede wereldoorlog door de Japanners gebombardeerd is, is het grootste gedeelte van de stad vrij modern. De haven van Darwin doet dus erg denken aan Almere. In Northern Territory is het in de winter regenseizoen. Het is er vreselijk warm en benauwd, maar wij maakten ook meteen een typische regenstorm mee. Dit maakte ons een beetje nerveus voor de volgende dag, aangezien onze auto niet geschikt was voor extreme omstandigheden. Het bleek echter geen probleem, woensdag reden we zonder problemen naar ons hotel in Kakadu National Park. Omdat het zo rustig is in dat gedeelte van Australië (er zijn weinig gekke toeristen zoals wij die in het regenseizoen daarheen gaan) was onze hotelkamer geupgrade. We kregen dus een prachtige grote kamer met twee enorme bedden (een kingsize en een queensize) en een mooie badkamer. Zo veel luxe ben ik niet meer gewend!
Het resort was midden in de natuur in Kakadu en we zagen bij aankomst al meteen een dingo en een kangoeroe. Achter ons resort was een korte wandeling langs de billabong en door het tropisch bos. Het woord billabong zie je overal in Kakadu en de beste vertaling ervoor is waarschijnlijk ‘ven’, delen van de wetlands die zelfs in het droge seizoen nat blijven. Vol goede moed, met bergschoenen en al, gingen we op avontuur naar de billabong achter het resort. Zo ver kwamen we echter niet, want nog voordat we het resort goed en wel af waren, werden we opgevreten door de muggen. Ze zaten overal en er was geen beginnen aan om ze dood- of weg te slaan. Half rennend gingen we dus weer terug naar de veiligheid van onze kamer, trokken blouses met lange mouwen en lange broeken aan en sprayden veelvuldig met muggenspray. Pas daarna durfden we het nog een keer te proberen. De mensen in het zwembed moeten wel gelachen hebben toen ze ons zo langs zagen komen.
De wandeling was heel mooi, maar helaas nog steeds niet helemaal onverstoord. In Noord Australië zijn overal vliegen, die heel veel moeite doen om in je neus, mond en ogen te kruipen. Daarnaast bleven de muggen om ons heen zwermen, wachtend op de kans een onbeschermd stukje huid aan te kunnen vallen (zoals onze handen, die we niet hadden ingespoten). Tot slot staan overal beangstigende borden die je ervoor waarschuwen dat er krokodillen gespot zijn vlak bij wandelpaden en dat je voorzichtig moet zijn, waardoor ik er niet helemaal gerust op was dat we levend terug zouden keren. Tot slot liep ik bijna met mijn gezicht in het spinnenweb van een enorme spin die er niet uitzag alsof hij heel vriendelijk was.
Donderdag 29 december deden we een Yellow Waters boottocht. Hierbij kregen we de wetlands te zien waar Kakadu zo beroemd om is, zagen we waarom veel wandelpaden gesloten zijn (tenzij je wilt zwemmen in plaats van wandelen) en ontmoetten we de grote krokodil Maxi. Maxi bewees nog maar eens dat het onverstandig is om in Kakadu te zwemmen. Kakadu is de woonplaats van heel veel familieleden van Maxi; ongeveer veertig krokodillen per vierkante kilometer en zowel de kleine zoetwater als de enorme zoutwater krokodillen. Onze Aboriginal gids vertelde ons onderweg ook veel over de planten die we zagen en hoe die door zijn volk gebruikt werden/worden als voedsel en medicijnen.
Na de riviercruise wilden we eigenlijk doorrijden naar Ubirr in het noorden van Kakadu, waar mooie rotsformaties met Aboriginal rotstekeningen te zien zijn. Helaas vertelde de ranger van het informatiecentrum dat de weg naar Ubirr overstroomd en dus gesloten was. Dit hebben we zelf nog even gecontroleerd en het was inderdaad nogal nat (zo’n 20 centimeter water over de weg) en dus voor ons niet begaanbaar. In Kakadu is de natuur duidelijk nog echt de baas. In plaats van naar Ubirr stopten we dus bij de Mamukala wetlands, waar we een korte wandeling maakten.
’S Avonds zagen we bij het hotel ontzettend veel padden. Dit zijn Cane toads en die een enorme plaag in Noord Australië veroorzaken. De padden komen oorspronkelijk uit Zuid- en Midden Amerika, maar zijn in Oceanië geïntroduceerd tegen ongedierte op boerderijen. Dat is blijkbaar een beetje verkeerd gegaan, want tegenwoordig zijn ze een groot probleem. Omdat de padden giftig zijn voor veel dieren hier in Australië, zorgen ze voor de bedreiging van bepaalde diersoorten. Zo is het aantal goanna’s sterk verminderd door de Cane toads. De mevrouw van het hotel vertelde dat ze veel dieren proberen te trainen de padden niet of anders te eten, bijvoorbeeld vanaf de buikzijde die niet giftig is. Dit vonden wij nogal gek, hoe kun je vogels leren dat ze de padden om moeten keren?
Vrijdag 30 december gingen we op weg naar Nourlangie rock, een rotsformatie met Aboriginal kunst. De omgeving van Nourlangie is prachtig en werd niet verpest door de stortbui die we over ons heen kregen. We bezochten meerdere uitkijkpunten in de omgeving.
De laatste dag van 2016 reden we weg uit Kakadu National Park en gingen we naar Litchfield National Park. We zouden de nacht doorbrengen in Batchelor, aan de rechtergrens van het national park. Onderweg was het duidelijk dat we ons in de outback bevonden. We wilden stoppen voor de lunch en probeerden dit eerst in Pine Creek. Dit bleek als lunchlocatie niet geschikt te zijn, want er was geen supermarkt of bakker, alleen een benzinepomp. De volgende optie, die maar uit één huis bestond, reden we per ongeluk voorbij en die daarna was gesloten, dus uiteindelijk vonden we een parkeerplaats en lunchten met cracottes met pindakaas en appels. Hier voerden we ook nog een geweldige kikker-reddingsactie uit (we vonden een felgroen boomkikkertje in de toilet en vonden dat die terug moest naar de natuur) en zagen we hoe de rivier ver buiten zijn oevers getreden was.
Toen we aankwamen in Batchelor bleek dit niet heel veel hoopvoller dan Pine Creek. Het centrum van het dorp bestond uit een general store (die minder dan één keer per week groenten en fruit geleverd kreeg) en een pub. Er stond zelfs een bordje met ‘town centre’, zodat je daar niet voorbij zou rijden. Verder was er een benzinepomp die ook diende als een tweede supermarkt. Ons hotel was ongeveer 10 km buiten Batchelor en werd gerund door een zeer bejaard echtpaar, dat probeert het te verkopen zodat ze met pensioen kunnen. In een gesprekje met de meneer van het hotel kwam ik erachter dat Batchelor en omgeving vroeger heel druk was door de mijnwerkzaamheden dichtbij. Het hotel werd toen goed bezocht en ook Batchelor zal drukker zijn geweest. Sinds de mijn echter is gesloten, is deze succesvolle tijd voorbij en het is dus niet gek dat je overal verkoopborden ziet hangen.
Oud en Nieuw brachten we door in ons hotel in de middle of nowhere. We aten in het restaurant (de oudere meneer kookte voor ons) en we bekeken het vuurwerk in Sydney op de televisie. Waarschijnlijk waren we de enige toeristen in Australië die zo gek waren om met Oud en Nieuw juist niet naar Sydney te gaan. Alhoewel het vuurwerk in Sydney natuurlijk prachtig was, is het wel een heel gedoe om het te zien. Je moet voor heel veel locaties kaartjes kopen en daarna de hele dag op je plekje doorbrengen om een goed uitzicht te hebben. Voor ons was het daarentegen een rustige overgang naar het nieuwe jaar!
Op 1 januari zouden we eigenlijk naar de andere kant van Litchfield National Park rijden naar onze volgende accommodatie: een safarikamp. Toen we dit echter aan de mevrouw van het hotel vertelden keek ze erg bezorgd en zei dat de weg misschien niet begaanbaar was. We belden met de meneer van het safarikamp, die hetzelfde zei en ons aanraadde om bij Batchelor te blijven. Dus boekten we nog twee nachten bij in het hotel en konden we weer terug in onze oude kamer. In Batchelor stond op het informatiebord dat veel van de bezienswaardigheden gewoon bereikbaar waren, dus gingen we toch proberen om dingen te zien. We reden eerst naar de termite mounds. Dit is een veld dat vol staat met termietenheuvels, als een soort begraafplaats. Deze termietenheuvels zijn gemaakt door Magnetic termites en het bijzondere is dat alle heuvels in een noord-zuid richting zijn gebouwd. Op die manier is er altijd een deel van de heuvel dat koel genoeg is om in te verblijven. Termieten zijn een soort kleine witte mieren en ze zijn blind, dus hoe ze de bouwsels zo kunnen oriënteren was voor wetenschappers lange tijd een raadsel. Uiteindelijk vond men dat het te maken heeft met het magnetisch veld van de aarde. Wanneer het magnetisch veld in een laboratorium kunstmatig veranderd wordt, gaan de termieten braaf de andere kant op bouwen. Ook zijn hier enorm hoge termietenheuvels te zien, sommigen wel vier of vijf meter hoog. Deze zijn gebouwd door Cathedral termites en zijn heel indrukwekkend, als je bedenkt hoe klein de bouwers zijn. Daar zijn onze wolkenkrabbers niets bij!
Vanaf de termietenheuvels reden we door naar Florence falls, een mooie dubbele waterval. In het droge seizoen kun je aan de basis van de waterval zwemmen (krokodillen komen daar niet), maar in het regenseizoen is dat te gevaarlijk. Ook bezochten we de Buley Rockholes, een plek die normaal ook populair is om te zwemmen, maar waar nu te veel water stond. We reden nog een stukje door naar tabletop swamp, een moeras, en besloten dat we de rest van de bezienswaardigheden voor de volgende dag zouden bewaren. Dat bleek een inschattingsfout te zijn. Die nacht stormde het vreselijk en de volgende dag was de weg op een paar plekken overstroomd. Ik ben te voet een stuk de overstroomde plek ingelopen (zo’n honderd meter lang) en alhoewel er aan het begin vooral zo’n twintig centimeter water stond, was er ook een plek waar het leek alsof er een rivier, compleet met stroomversnelling, over de weg stroomde. Dit kon onze auto nooit aan en we moesten accepteren dat we niet verder konden en dat we de rest van de bezienswaardigheden in het park niet konden bezoeken. In de omgeving was verder niet veel te zien en we bestudeerden de kaart om te bedenken waar we nu heen zouden gaan. Uiteindelijk vond ik op de kaart een plek die aangegeven stond als ‘Robin Falls’. Ik had er verder geen informatie over en het lag aan een onverharde weg, maar zo te zien op loopafstand van de verharde weg. Het was een poging waard, we hadden toch niets anders te doen. Dus zetten we de auto aan de kant van de weg en gingen we te voet verder. Ondertussen regende het behoorlijk en ondanks onze regenjassen werd alles nogal nat. De weg naar de parkeerplaats was inderdaad niet lang, maar vanaf daar moesten we nog een stuk naar de waterval. Het pad was grotendeels veranderd in een rivier, dus moesten we over rotsblokken klauteren om verder te komen. Zo gingen we op avontuurlijke wijze de natuur in, totdat we uiteindelijk bij een mooie, verborgen waterval kwamen. We waren niet de enigen daar, er was ook nog een Australische meneer met drie honden. Hij had ons op een moeilijk punt op het pad al geholpen en nu vroeg hij of we de waterval wilden beklimmen. Mijn moeder was zo verstandig om nee te zeggen, maar ik wilde het wel zien. Het was glibberig, maar via rotsen aan de zijkant kon je naar boven klimmen om op het ‘tweede niveau’ van de waterval te komen. Zonder hulp had ik dat niet gered, mijn nieuwe Australische vriend hees me zo’n beetje omhoog, maar het was een mooi punt. Zo zagen we die dag toch nog een waterval en nog een extra bijzondere ook.
3 januari was het tijd om terug te rijden naar Darwin. Onderweg stopten we bij lake Bennet, waar we via een resort bij meer gingen kijken. Het was een mooie plek, tussen de bomen met alleen een paar vakantiehuisjes eromheen en deed een beetje denken aan Zweden. De eigenaresse van het resort kwam een praatje maken en vertelde dat dit het enige meer in de omgeving was waar je het hele jaar door kunt zwemmen, omdat er geen krokodillen kunnen komen. Toen ik vertelde dat ik een working holiday visum had en dat ik binnenkort wilde gaan werken op het platteland, bood ze me spontaan een baan aan.
Vervolgens kwamen we langzaam weer terug in de bewoonde wereld. Het blijft toch een vreemde ervaring om terug te komen in de drukke omgeving van een ‘grote stad’ als Darwin, nadat je een aantal dagen in de natuur hebt gezeten.
De volgende dag waren we veel te vroeg op het vliegveld van Darwin. We kwamen’s avonds terug in Sydney, haalden onze huurauto op en gingen snel op weg naar de Blue Mountains. In het donker rijden in Australië vergroot het risico van aanrijdingen met kangoeroes, maar gelukkig is de weg naar de Blue Mountains redelijk groot en rennen er niet veel beesten over.
5 januari, onze laatste dag samen in Australië, maakten we een lange wandeling in de Blue Mountains. Met mijn Learning in Outdoor Education vak, hadden we een gedeelte van de Grand Canyon track gedaan en nu wilde ik graag de hele wandeling doen. Het was prachtig, naar beneden de canyon in met overal varens en stroompjes water. Dat de dag nogal miezerig en nat was, maakte het alleen maar meer mystiek. De wandeling zou eigenlijk 3.5 – 4 uur moeten duren, maar met ons Hollandse tempo deden we er 2.5 uur over. Het uitkijkpunt aan het begin van de wandeling was ’s ochtends nog zo mistig geweest dat je er niets kon zien, maar toen we later terug waren was alles opgeklaard en konden we toch nog het prachtige uitzicht zien. Grappig genoeg was dit een van de mooiste dingen die we in de twee weken hebben gezien en een stuk dichter bij Sydney dan al het andere.
Ook bezochten we nog even de three sisters, hét boegbeeld van de Blue Mountains. Na zo’n mooie wandeling door de natuur is het echter een beetje ontgoochelend, door de grote hoeveelheden toeristen die zich allemaal verdringen voor de perfecte foto.
We waren uiteindelijk op tijd weer terug in Sydney, waar we heerlijk aten bij een Turks restaurant in Newtown en mijn bagageprobleem oplosten. Mijn grote koffer ging mee terug naar Nederland en alleen mijn backpack hield ik hier.
6 januari was het helaas tijd om afscheid te nemen. Het was geweldig om samen met mijn moeder Australië verder te kunnen verkennen, maar nu was het weer tijd om alleen verder te gaan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley