Welkom op Mars! (deel 1)
Door: Jorinde
Blijf op de hoogte en volg Jorinde
14 September 2019 | Canada, Comox
Op maandag 19 augustus vertrok ik vanuit Vancouver naar Vancouver Island. De organisatie waarmee ik mijn vrijwilligersproject had geboekt had besloten dat het makkelijker zou zijn om de kleine afstand te vliegen, in plaats van een veerboot en bus te nemen om naar het project te komen. Dus vloog ik met een heel klein propellervliegtuigje met maar zes andere passagiers naar de luchthaven van Comox aan de oostkust van Vancouver Island, waar ik werd opgehaald door vrijwilligerscoördinator Pat.
Ondertussen heb ik al vier weken doorgebracht hier op Vancouver Island waar ik heb gewerkt bij MARS (Mountain Aviary Rescue Society) Wildlife Rescue Centre. Bij MARS komen zieke of gewonde dieren terecht (vaak helaas door toedoen van mensen) en worden deze beestjes gerehabiliteerd om terug te gaan naar hun natuurlijke omgeving. Er worden hier allerlei dieren opgevangen: verschillende vogels (veel kleine vogeltjes zoals zwaluwen en roodborstlijsters, water- en zeevogels zoals ganzen en Rhinocerus Aucklets, en roofvogels zoals uilen en zeearenden), maar ook allerlei zoogdieren (zoals hertjes, wasberen, nertsen, eekhoorns en konijntjes). Af en toe komen er ook zeeotters of baby zeehondjes langs, maar die worden vaak snel doorgescheept naar het aquarium in Vancouver waar ze beter verzorgd kunnen worden.
Werken in een wildlife rescue centre klinkt naar mijn idee altijd een stuk romantischer dan het in werkelijkheid is, iets dat ik gelukkig al wist vanwege mijn eerdere vrijwilligerswerk in de dierentuin in Ghana. Dagen zijn lang en druk en als ‘studenten’ werken we zes dagen in de week. Een groot deel van het werk bestaat uit de bereiding van voedsel voor de dieren, vaak niet het fijnste werk: regelmatig moeten we muizen door midden snijden, kwartels ontleden (voor de uilen) en heel veel onprettig ruikende vissen in stukjes hakken. Leuker is het bereiden van de flesjes voor onze bambi’s, want die krijgen gewoon geitenmelk met yoghurt. Nog een heerlijk ruikende taak is het schoonmaken van de verblijven voor de wasberen. We hebben in totaal 21 wasberen (twee in isolatie en drie grotere verblijven) en deze monsters hebben er geen moeite mee om grote chaos te creëren. Ook heb ik al behoorlijk wat tijd besteed aan het (met de hand) voeren van meelwormen aan onze kleine vogeltjes; de zwaluwen moeten bijvoorbeeld elke vijftien minuten gevoerd worden. Mijn geduld werd hierbij regelmatig op de proef gesteld omdat ze de meelwormen vaak regelrecht naar je terug spugen of laten vallen. Verder heeft het werk natuurlijk ook een sombere kant: dieren die bij ons terecht komen zijn vaak al erg ziek. Van Jo, een van de meest ervaren vrijwilligers, hoorde ik dat een goed rehabilitatiecentrum ongeveer 40% van de binnenkomende dieren weer weet uit te zetten. Het gebeurt dus helaas ook regelmatig dat dieren het niet overleven of geëuthanaseerd moeten worden. Ik heb gemerkt dat ik daar op zich goed mee om kan gaan omdat het bij veel dieren niet als een verrassing komt. Bij sommige dieren is het verdrietiger, bijvoorbeeld bij de prachtige Amerikaanse Oehoe (een hele grote en krachtige uil met een hilarisch chagrijnig karakter) die na ongeveer een week bij ons alsnog overleed of bij het hertje dat ik zelf bij mensen had opgehaald en vervolgens geëuthanaseerd zag worden vanwege haar gebroken bekken.
Over het algemeen is het werken hier echter ook een hele toffe ervaring en neem ik daarom al die onprettig ruikende klusjes en minder leuke kanten voor lief. Ik vind het bijvoorbeeld heel bijzonder om elke dag onze twaalf babyhertjes hun flesjes te mogen geven. Wanneer je aan komt lopen met hun eten komen ze luid schreeuwend op je afgestormd, ze vertrappelen je voeten in hun enthousiasme, springen tegen je op en zijn eigenlijk net hele grote puppy’s. Tussendoor komen ze even bij je knuffelen en jaloers verdringen ze elkaar bij de flesjes (terwijl ze allemaal tegelijk eten krijgen). Daarbij moet ik wel zeggen dat ik ze minder leuk vond toen ik ze een keer liet ontsnappen bij het verversen van hun water en vervolgens een half uur achter vier hertjes aan kon rennen om ze weer terug in hun verblijf te krijgen. Ook bijzonder vond ik het met de hand voeren van onze babyeekhoorns. Met een injectiespuitje gaven we ze een melkvervanger, waarbij ze zo gretig waren dat ze de spuit uit je handen trokken. Ondertussen eten ze zelfstandig en zijn ze flink aan het puberen, want elke keer dat je de deur opent ontsnappen ze en rennen ze over je armen en hoofd alsof je een boom bent. Een ander wauw-moment ervaar ik steeds weer bij het voeren van onze arenden en ambassadeurs. We hebben een hele grote kooi voor onze arenden (momenteel verblijven er zes arenden) die we natuurlijk ook elke dag moeten voeren. Daarbij lopen we een heel stuk de kooi in om allerlei stukken vlees naar binnen te gooien. Omdat deze vogels niet ongevaarlijk zijn moeten we altijd een handdoek op onze schouder hebben (om omhoog te houden mocht er een arend op je af vliegen) en dikke leren handschoenen aan om eventueel ons hoofd te beschermen. Gelukkig heb ik zoiets nog niet meegemaakt. Ook hebben we een aantal ambassadeur-vogels, dit zijn verschillende uilen, een havik en twee van de arenden die allemaal vanwege een of andere reden niet meer gerehabiliteerd kunnen worden. Zo hebben we bijvoorbeeld Sawyer, een heel klein uiltje met maar één oog en één vleugel, en Humpty, een vriendelijke arend met hersenschade door een val uit z’n nest. Deze vogels worden onder andere gebruikt om het publiek te informeren en hebben een heerlijk leven hier met lekkere hapjes, uitstapjes en allerlei extra verzorging. Zo heb ik afgelopen week gezien hoe de staartveren van Shakespeare (een gestreepte bosuil met één oog en een slecht gehoor) werden ‘geimpt’, waarbij eerder uitgevallen staartveren aan zijn afgebroken veren werden bevestigd zodat zijn nieuwe veren niet meer afbreken. Mijn favoriete patiënt is echter onze nerts, die er gewoon heel erg schattig uitziet. Hij is als baby binnengekomen nadat hij was verlaten door z’n moeder en is ondertussen een goed-gevoede adolescent. Hij probeert elke keer naar buiten te glippen als ik hem eten geef en kwebbelt met een soort niezende geluidjes tegen ons. Onze wasberen zou ik niet direct als schattig beschrijven, maar zijn zeker komisch om te bekijken. Op een gegeven moment had ik elk clubje wasberen een rauw ei gegeven en heb ik vervolgens een tijdje staan kijken hoe een van de beestjes van alles probeerde om dat rare ronde ding open te krijgen. Hij probeerde erop te bijten, maar dat lukte niet. Hij duwde erop met z’n schattige handjes, maar dat lukte ook niet. Gefrustreerd schuifelde hij achteruit rondjes met het ei. Uiteindelijk heeft hij het uitgevogeld, want toen ik later terug kwam lag er overal eigeel.
Naast het voeren en schoonmaken van dieren, heb ik ook mogen helpen bij de medische zorg van onze patiënten. Zo heb ik mogen helpen bij het spalken van een gebroken vogelpoot, geef ik medicijnen aan onze kraai en heb ik geholpen bij het geven van sondevoeding aan allerlei dieren. Wanneer dieren niet genoeg zelfstandig eten en dreigen nog verder te vermageren (vaak komen ze al sterk vermagerd binnen), geven we ze met een slangetje vloeibaar voedsel. Ik blijf dat best spannend vinden omdat je het slangetje niet de luchtweg in wilt duwen (daarmee verstik je het dier) en je het beestje ook geen pijn wilt doen. Gisteren heb ik zelf een slangetje bij een arend in mogen brengen en daarbij wil je natuurlijk ook niet dat hij z’n grote scherpe snavel dichtdoet op het moment dat jij met je vingers in de buurt bent.
Verder heb ik het geluk gehad mee te mogen bij het vrijlaten van drie arenden, dat is natuurlijk waar het allemaal om draait. Bij alle dieren proberen we ze zo dicht mogelijk bij hun vindplaats uit te zetten omdat ze in de omgeving vaak nog familieleden hebben (arenden leven in familiegroepen bij elkaar in de buurt) en omdat ze de omgeving enigszins kennen. Ook proberen we degene die het dier heeft gevonden te betrekken. Het valt mij op dat mensen hier over het algemeen ontzettend betrokken zijn bij wildlife en bijzonder veel moeite doen om gewonde dieren bij ons te krijgen. Ze lijken vaak ook veel te weten over de lokale flora en fauna. In mijn tweede week was er bijvoorbeeld een koppel dat een uur heeft gereden om midden in de nacht een gewond hertje naar ons toe te brengen. Laatst ben ik ook mee geweest met het ophalen van een bever op het strand (bevers horen alleen in de buurt van zoet water te komen). Het beest was loeizwaar en hebben we uiteindelijk met veel hulp van de vinders teruggesjouwd naar de auto. Gisteren nog ben ik er samen met Jo op uit gegaan om een arend te redden, waarbij we met de vinders in de regen door het bos moesten lopen omdat hij zich voor ons verstopte.
Deze lokale betrokkenheid is voor MARS belangrijk, omdat het centrum volledig draait op donaties van het publiek. De opening van het nieuwe bezoekerscentrum dit jaar is daarin een grote stap geweest en er word veel gedaan aan publiciteit; deze week is MARS bijvoorbeeld in een lokale nieuwsuitzending geweest. Ik ben voor die uitzending ook geïnterviewd en ben dus op de Canadese televisie geweest! Voor wie het leuk vindt om iets van MARS te zien: https://www.cheknews.ca/6pm-newscast-september-10-2019-603148/ (minuut 12:25 – 14:30). Er was meteen te merken dat zo’n nieuwsuitzending effect heeft, want de volgende dag kwam iemand tassen vol druiven uit hun eigen tuin brengen waarmee we de wasberen weer een fijne maaltijd konden voorzetten.
Het hoogtepunt van mijn verblijf hier bij MARS was vandaag, op mijn laatste dag. Ik mocht vanochtend de jonge zeearend die ik gister had helpen redden vangen en vasthouden voor de sondevoeding. Bij het vangen van zo’n arend proberen we hem in een hoek te krijgen zodat we een handdoek over hem heen kunnen gooien. Daarna is het belangrijk om meteen de klauwen te grijpen. Alhoewel de snavel van een arend er erg indrukwekkend uitziet, zijn hun klauwen het meest gevaarlijke deel. In hun klauwen hebben ze namelijk even veel kracht als een wolf in zijn kaken. Wanneer je eenmaal de klauwen vasthebt fladderen ze nog wat, maar kun je de vleugels redelijk makkelijk dichtvouwen en de vogel tussen je armen geklemd vasthouden. Wel oppassen voor de snavel natuurlijk want ze proberen sowieso te bijten. Daarom draag je handschoenen. Ik vond het een geweldige ervaring om zo dicht bij deze prachtige dieren te kunnen komen!
Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.
-
14 September 2019 - 21:11
Nel Westerneng:
Leuk verslag
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley