Koninklijk bezoek, afscheid en 'Fiji time' - Reisverslag uit Sydney, Australië van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu Koninklijk bezoek, afscheid en 'Fiji time' - Reisverslag uit Sydney, Australië van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu

Koninklijk bezoek, afscheid en 'Fiji time'

Door: Jorinde

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

18 Januari 2017 | Australië, Sydney

Er is de laatste maanden veel gebeurd en veranderd! Mijn laatste blog is alweer veel te lang geleden, daarin vertelde ik dat ik 15 oktober was gaan walvis spotten.
16 oktober was er ’s avonds verkiezingsdebat in huis. Veel van de sociale activiteiten in International House worden geregeld door de International House Members Association (IHMA), waar alle bewoners automatisch lid van zijn. Deze vereniging heeft natuurlijk een bestuur, bestaande uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. De leden van het nieuwe bestuur moesten verkozen worden en probeerden door middel van posters en het debat stemmen te trekken. Ondanks dat ik volgend jaar geen bewoner meer ben van International House, vond ik het toch leuk om hierbij betrokken te zijn. Een groot aantal bewoners kwam naar het debat in de woolroom (de sociale ruimte in huis) kijken, om te zien hoe de toekomstige ‘presidents’ het vuur aan de schenen werd gelegd. We hadden Stephen, Kasumi en Brie die zich verkiesbaar stelden, uiteindelijk is Stephen een week later verkozen tot de nieuwe voorzitter.

Maandag 17 oktober was Eline, een Nederlandse vriendin van me, jarig. Zij woonde in een ander wooncomplex, Urbanest, en daar had ze een keuken gereserveerd zodat we met een grote groep samen konden eten. Het was een hele gezellige avond en het was grappig om te zien hoe verschillend een uitwisselingservaring kan zijn, afhankelijk van waar je woont. Omdat ik de enige Nederlander in IH was, ging ik vrij weinig om met andere Nederlanders in Australië, maar, zoals ik toen heb gemerkt, had dat heel anders kunnen zijn als ik ook in een complex als Urbanest had gewoond.

De laatste weken van het semester had ik minder college omdat Learning in Outdoor Education al was afgelopen en liep ik dus meer dagen in de week stage om mijn uren vol te maken. Vaak was dit gezellig en interessant, maar er waren natuurlijk ook een aantal dagen dat ik er eigenlijk genoeg van had. Zo heb ik een paar dagen administratie in het nieuwe computer systeem moeten bijwerken, wat een saai werkje was. 24-28 oktober was mijn laatste week op stagen en op 24 oktober organiseerde Megan heel lief een afscheids-afternoon tea voor Jenna (de andere stagiaire) en mij, waarna ik een paar dagen later afscheid nam. Het studiegedeelte van het semester was afgelopen, de examens kwamen steeds dichterbij!

Gelukkig waren er ook nog veel leuke dingen in die laatste weken, naast de examens. Op 22 oktober was het jaarlijkse gala van IH. Wekenlang waren alle meisjes al opgewonden aan het zoeken naar de perfecte jurk, of (in mijn geval) de minst pijnlijke mooie schoenen. Eva had, na geterroriseerd te zijn door muggen en bedwantsen in haar oude kamer, een nieuwe, grotere kamer toegewezen gekregen, waar we ons met een hele groep klaarmaakten. Het gala werd gehouden in een mooie locatie in Darling Harbour en was inclusief drie gangen diner, photo booth en wijn/bier. Vanaf het terras hadden we prachtig uitzicht op het vuurwerk dat elke zaterdag in Darling Harbour wordt afgestoken.
Ook de week erna (vrijdag 28 oktober) hadden we weer een feestje met het huis, het laatste georganiseerde feest van het jaar. We begonnen die avond met het ‘candlelight dinner’, een traditie van IH. Tijdens dit diner vertegenwoordigen bewoners met verschillende nationaliteiten hun landen en leest iedereen de volgende eed voor in zijn eigen taal: "As light begets light, so love, friendship, and goodwill are passed from one to another. We who have come from many nations to live in one fellowship at International House promise one another to pass the light wherever we go.”
Na het diner hadden we een Halloween feest in de woolroom. Het leukste van dat feest was om de verschillende kostuums te zien. Halloween wordt hier actiever gevierd dan in Nederland, alhoewel het niets is vergeleken bij de VS. Ik was samen met Eva, Oriane en Roberta verkleed als de vier seizoenen. Ook waren er een paar mooie kostuums, waarbij mensen veel moeite hadden gedaan voor het bij elkaar zoeken van een ensemble (een politie agent, een biker, een opblaas sumoworstelaar) en een paar zeer creatieve kostuums. Zo was er een groepje van meiden met glimbroekjes en t-shirts met een kruidennaam erop (cinnamon, basil etc.); zij waren de spice girls.

Maandag 31 oktober begon de ‘study vacation’ (Stuvac). Die avond organiseerde IHMA een candyhunt voor Halloween. Dit betekende dat we allemaal met een plastic zak naar de woolroom moesten komen, waar chocolade (mini marsjes, snickers , m&m;s etc.) verspreid lag over de vloer. Het was dus een kwestie van zo snel mogelijk zo veel mogelijk chocolade verzamelen. Af en toe werden er ook vanaf de balustrade handenvol chocolade naar beneden gegooid en rende iedereen daaropaf. Verder waren er een paar grote prijzen verspreid in de zaal die gevonden konden worden (een megapack toblerone bijvoorbeeld) en was er een doolhof achterin de woolroom waar je meer kon opspeuren. Ik vond het heel leuk dat zoiets georganiseerd werd en nu, weken later, ben ik nog steeds de chocolade aan het opeten, zelfs ondanks dat ik Roberta de helft van mijn vondst heb gegeven.
De overige vijf avonden van de Stuvac zorgde IHMA voor ‘late night suppers’. Elke avond, om 21.00 u, werd een snack georganiseerd omdat we allemaal zo vreselijk hard aan het studeren waren. Zo hadden we twee avonden pizza, een keer Thais eten, donuts en een avond subs van Subway. Naast dat het eten lekker was, was het ook een gezellig moment om even een pauze te nemen van het studeren, met vrienden een kopje thee te drinken en te kletsen.

Donderdag 3 november was een bijzondere dag: koning Willem Alexander en koningin Maxima kwamen bij the University of Sydney op bezoek. Alle Nederlandse studenten waren uitgenodigd voor de ceremonie. Helaas hadden we een paar dagen eerder het droevige nieuws gekregen dat de prachtige Jacaranda boom op de oude binnenplaats van het kasteel-achtige gebouw van de universiteit was omgevallen en gestorven. Voor buitenstaanders lijkt dit niet zo’n drama, maar die boom was bij studenten aan de universiteit erg geliefd en een symbool voor de universiteit, dus dit greep ons allemaal erg aan. Op donderdagochtend verzamelden we allemaal op de boomloze binnenplaats en stonden we in de brandende zon in een afgezet gedeelte te wachten totdat het koningspaar langs kwam lopen. Iedereen werd prompt stil toen we ze zagen verschijnen en de stilte werd pas verbroken toen de koning ons ‘goedemorgen’ toeriep. Daarna liepen ze een rondje langs een tentoonstelling in de galerijen, waarna we allemaal voor een podium gingen zitten en naar allerlei toespraken moesten luisteren (niet van de koning of koningin). Het was al met al een erg warme gebeurtenis, maar wel bijzonder om zo, helemaal aan de andere kant van de wereld, voor het eerst de koning en koningin te zien.

Verder was Stuvac voor mij een drukke, stressvolle week. Ik had het geluk dat ik geen enkel werkelijk examen had, maar alleen papers en opdrachten. Daarentegen had ik wel alle eindbeoordelingen al in die week, waar de meeste mensen een week langer hadden om voor te bereiden. Lang voordat iedereen anders klaar was, had ik op 7 november vrij. En zo was ik opeens klaar met mijn bachelor! Wat een vreemd gevoel om opeens een paar maanden lang niet meer over school na te hoeven denken. Ondertussen heb ik de beoordelingen binnen en mag ik er trots op zijn dat ik ook in dit laatste semester mijn cijfergemiddelde (en cum laude status) heb weten te behouden. Laat dat diploma maar komen!

Mijn laatste weken in IH probeerde ik extra te genieten van al mijn vrienden in huis, het feit dat ik eten kreeg en Sydney zelf. Ik verkende voor het eerst in vier maanden de wijk naast IH, waar leuke huisjes met victoriaans smeedwerk staan en ik ben samen met Oriane een middag bezienswaardigheden in Sydney gaan bekijken. Op 19 november was iedereen klaar met examens en gingen we met een grote groep bewoners uit, waarna we de volgende dag met een aantal naar Coogee beach gingen. Het was ondertussen winter in Sydney, dus de temperaturen liepen hoog op.
Verder was het ook tijd om spullen in te pakken en afscheid te nemen. Een paar dagen voordat ik wegging vloog Sirinthra terug naar Thailand en was ik opeens alleen in onze kamer, wat heel gek was na al die tijd samen. Op 25 november vloog ik zelf ’s ochtends vroeg naar Fiji, waar ik twaalf dagen zou blijven. Ik had geluk dat ik in de foyer van IH Kasumi tegenkwam die ook naar het vliegveld ging, zodat we samen een uber konden nemen en op het vliegveld de tijd konden doden. Dat maakte het weggaan iets makkelijker, aangezien ik verdrietig was dat het semester en mijn tijd in Sydney afgelopen was. Natuurlijk kan ik Sydney altijd weer bezoeken, maar mijn tijd in International House met mijn vrienden daar is voorbij. Ik heb er enorm van genoten en had graag nog een semester willen blijven, maar helaas kan dat niet.

Fiji is 4,5 uur vliegen vanaf Sydney en het is er een paar uur later, waardoor ik om 15.00 u aankwam op het vliegveld van Nadi. Gelukkig had ik op het laatste moment op mijn douaneformulier ingevuld dat ik een appel in mijn tas had, want die appel werd gevonden en anders had ik er een boete voor gekregen. Op het vliegveld stond een groepje muzikanten met zulu’s (omslagdoeken die zowel mannen als vrouwen dragen) welkomstliedjes te zingen. Later ontdekte ik dat dit heel normaal is in Fiji; bij elk hotel of eiland waar we kwamen werden we verwelkomt door een liedje en bij het afscheid werd je ook uitgezwaaid met een liedje. Vanuit het hostel was er een ophaalservice, dus ik hoefde op het vliegveld alleen maar in te stappen en werd naar mijn resort gebracht.
Die eerste nacht sliep ik in Nadi, waarna ik de volgende dag opgehaald zou worden voor een zevendaagse tour. De belangrijkste reden dat ik naar Fiji ging, was om mijn studentenvisum voor Australië om te zetten in een working holiday visum. Dit kon alleen als je het land verliet een aangezien dat nogal lastig is bij een eiland, werd het een vakantie in Fiji. Omdat ik alleen was en zoveel mogelijk van het land wilde zien, had ik een tour geboekt. De eerste 4 dagen zagen we het grootste hoofdeiland Viti Levu en de laatste 3 dagen ging ik naar Mantaray Island om het echte strandgevoel van Fiji mee te krijgen. Daarna had ik geregeld dat ik bij een vriendin van een collega van mijn stage bij UnitingWorld kon blijven om ‘het echte Fiji’ voor een paar dagen te ervaren.

Fiji deed me in veel opzichten denken aan Ghana, alleen nog iets meer ontwikkeld. De mensen zijn vrolijk en willen allemaal met je praten, het is er vreselijk warm en de kleuren van de natuur zijn veel intenser dan in Europa. De twee favoriete uitspraken in Fiji zijn enerzijds ‘Bula!’,dat iets betekend als welkom, hallo enz., en ‘Fiji Time!’, wat betekent dat alles drie keer zo lang kan duren als verwacht.
Fiji leeft voor een groot gedeelte van de toerisme, wat je merkt als je in Nadi (de toeristenhoofdstad) bij een resort aankomt. Dat maakt het makkelijk om er alleen te reizen, want je maakt zo vrienden. Na een eerste, nogal slapeloze nacht waarin ik het veel te warm had en me af begon te vragen of het bed geen luizen/vlooien/bedwantsen had, probeerde ik ’s ochtends mijn visum aan te vragen. Dat lukte niet omdat de wifi verbinding me niet aardig vond. Daarna werd ik te vroeg (wat is er gebeurd met Fiji time?) opgehaald door onze gids, een zorgzame, oudere Fijian meneer. We waren uiteindelijk met een leuke, kleine groep. Naast mij en een Amerikaans meisje, waren er nog vijf Britse meisjes en een Spaans koppel dat op huwelijksreis was. De eerste dag gingen we naar Robinson Crusoe eiland, wat precies paste in het idee dat ik van de Fiji eilanden had: witte stranden met hangmatten en palmbomen. De hele middag konden we luieren in de zon, zwemmen en kijken hoe iemand een palmboom in klom om kokosnoten te plukken. Ook zagen we een Kava-ceremonie (Kava is de locale drank en heeft iets weg van modderwater) en ’s avonds hadden we een spectaculaire dansvoorstelling waarbij ze onder andere het vuurdansen lieten zien. Robinson Crusoe is namelijk het eiland van de fire dancers!
De volgende dag gingen we weer naar het vasteland en deden we een wandeling door de jungle, eindigend bij een waterval waar we konden zwemmen. Daarna gingen we naar Uprising Beach Resort, waar we een uur gratis wifi hadden en het mij gelukkig lukte om mijn visum aan te vragen.
De derde dag gingen we kort naar Suva, de hoofdstad van Fiji, waarna we in ons busje doorreden naar een weeshuis. Daar werd voor ons gezongen door de kinderen en gaven we onze vroege kerstcadeautjes. Vervolgens bezochten we een dorpje, waar we een traditionele kavaceremonie hadden met de chief. Bij dit soort traditionele gelegenheden en bij het dansen komen de grasrokjes die je associeert met de Pacific tevoorschijn. Op de rivier achter het dorpje deden we bilibili rafting. De rafts waren gemaakt van lange bamboestokken die aan elkaar waren gebonden. Passagiers zitten er bovenop, de bestuurder staat achterop en duwt het vlot voort met een lange stok (doet een beetje denken aan Venetië). Na het raften hadden we een uitgebreide Fijian lunch, gemaakt door de vrouwen van het dorp, die we zitten op de grond met onze handen aten. De nacht brachten we door helemaal in het noorden in Golden Point Resort bij Rakiraki, het stadje waar ik later zelf nog naar terug zou gaan. De laatste dag van onze gezamelijke tour konden we ‘s ochtends zonnen bij Golden Point, voordat we weer richting Nadi (in het zuidwesten reden). We stopten nog even bij een fruit en groentemarkt en terwijl iedereen naar de supermarkt ging, kocht ik op de markt mijn lunch. Vlak bij Nadi zijn mudpools, waar we daarna heen gingen. Hier smeer je je eerst helemaal in met zwarte modder (geeft leuke foto’s), waarna je in een modderpoel stapt en de eerste modder er weer afwast, om je vervolgens helemaal schoon te spoelen in een heerlijk warme hotpool. De avond bracht ik alleen door in een hotel in Nadi, terwijl de rest van de groep naar een ander hostel ging (foutje van mijn reisorganisatie). De groep viel hierna een beetje uit elkaar, Jen en ik gingen naar Mantaray Island, terwijl een paar anderen naar andere eilanden gingen of zich pas na twee dagen bij ons voegden. Op de veerboot naar Mantaray Island kwamen we ook langs Castaway Island, waar de film ‘Cast away’ met Tom Hanks opgenomen is.
Mantaray Island resort, waar we drie nachten zouden verblijven, was prachtig aangelegd. Het was iets minder simpel dan Robinsoe Crusoe Island (wat ik erg leuk vond), maar gaf wel meer luxe. Het resort had een verplicht maaltijd pakket van 97 Fijian dollar per dag (ongeveer 40 euro) en nadat ik van die schok was bekomen was het ook wel fijn om niet constant na te hoeven denken over (de kosten van) eten. Iedereen betaalde hetzelfde en daarna kon je gewoon genieten van het ruime aanbod aan maaltijden.
Ook hadden ze vanuit het resort een duikshop waar ze snorkel spullen verhuurden. Aangezien we een prachtig koraalrif vlak voor de kust van het eiland hadden, huurde ik een snorkel en flippers en heb ik drie dagen gesnorkeld. Helaas heb ik geen octopus of schildpad gezien, maar wel heel mooi koraal, heel veel vissen (wel zes Nemo’s) en de laatste dag een stingray. Ook organiseerden ze bij het resort workshops in armbanden maken en ging ik een ochtend met een gids het eiland bewandelen; vanaf de berg achter het resort hadden we mooi uitzicht over de verschillende stranden en baaien. Naast het resort en een paar Fijians was het eiland onbewoond. Onze dagen bestonden uit luieren, zonnen en lezen en we leefden van maaltijd naar maaltijd. Dat er geen internet was, maakte alles nog meer ontspannen.
Zaterdag 3 december gingen we ’s middags met de boot terug naar Nadi, waar ik onverwacht toch nog samen met Jen (waar ik al die dagen op het eiland ook mee op was getrokken) in een hostel zat. Door een fout kreeg ik in plaats van de 16 persoons slaapzaal een bed in een tweepersoons kamer, wat ik natuurlijk vreselijk vond.

Zondag 4 december begon mijn solo avontuur. Ik had afgesproken met Urmila, de Fijiaanse vriendin van mijn collega, dat ik die dag zelf met de bus naar haar toe zou komen. Ik moest dus uitvinden hoe ik helemaal in het noorden van Viti Levu kwam. Gelukkig is het eiland niet zo groot, dus ik zou alleen maar een bus naar Lautoka moeten nemen en daar overstappen op de bus naar Rakiraki. Ik kreeg gelukkig veel hulp, ’s ochtends van een meneer die me de goede bus wees en mijn tas voor me wilde dragen en ’s middags van een mevrouw die mij onder haar hoede nam toen we anderhalf uur op de bus naar Rakiraki moesten wachten. Ik genoot er van om op deze manier een hele andere, niet toeristische kant van Fiji te zien en natuurlijk ook van alle natuur waar we doorheen reden. In Rakiraki haalde Urmila me op van het busstation en gingen we naar haar huis net buiten het stadje.
Urmila’s huis is nog niet helemaal klaar. In februari 2016 veroorzaakte orkaan Winston, de zwaarste orkaan die Fiji ooit heeft meegemaakt, een enorme ravage in Fiji. Urmila vertelde me hoe ze in huis waren toen alles wegwaaide en instortte. Ze raakten alles kwijt dat ze hadden, maar wonderbaarlijk raakte er niemand ernstig gewond. Bijzonder vind ik dat alles dat Urmila doet voor anderen is. Ze werkt al jaren bij het Rode Kruis, onder andere als penningmeester, waar ze Jane (die ik ken van UnitingWorld) leerde kennen. Samen hebben zij de NGO ‘A Girl & Her World’ opgericht, om meisjes in de omgeving van Rakiraki naar school te helpen. Dit begon bij Urmila’s eigen dochter, die ondersteund werd om haar middelbare school en nu universiteit te doen, maar het is uitgegroeid tot de ondersteuning van 67 meisjes. Ondanks dat de regering van Fiji onderwijs gratis heeft gemaakt, komen er toch nog veel kosten kijken bij het naar school sturen van kinderen, zoals het kopen van boeken, schooluniform, schooltas, buskaartjes enzovoort. Veel families hebben dit geld wel over voor het naar school sturen van een zoon, maar niet voor een dochter. En daarnaast zijn er natuurlijk families die dit geld helemaal niet hebben. Urmila ondersteunt hierbij, door uniformen, schooltas en schoolboeken te kopen voor meisjes en als het nodig is ook te zorgen voor buspassen. Hier zitten een paar eisen aan vast, zoals dat de dames goede cijfers op school moeten halen. Daarnaast probeert Urmila de families van de meisjes zelfvoorzienend te maken, door de moeders te helpen kleine bedrijfjes op te richten, zoals het houden van bijen of kippen waarvan de producten verkocht kunnen worden. Ook hier zit weer strenge controle op, zo moeten de gezinnen hun rekeningafschriften doorsturen en moet een bepaald percentage van de inkomsten gebruikt worden voor het onderwijs van de dochters. Enerzijds voelt het voor mij een beetje oneerlijk om alleen maar te concentreren op meisjes, anderzijds snap ik het standpunt ‘jongens komen er wel’ ook en moet je als NGO natuurlijk keuzes maken. Urmila heeft een fulltime baan aan deze beide goede doelen en naast wat zakgeld dat ze krijgt om gezinnen te kunnen bezoeken of internet te gebruiken, heeft ze weinig inkomen. Toen ze alles kwijtraakte kreeg ze (naar eigen zeggen) heel weinig hulp van het Rode Kruis, dat zich vooral concentreerde op de kleinere eilanden die getroffen waren. Uiteindelijk hebben vrienden en kennissen in o.a. Australië geld opgehaald om haar te helpen met de bouw van een nieuw huis. Ondertussen is dit huis bewoonbaar (genoeg om mij te kunnen laten logeren, alhoewel ze vertelde dat ik ook welkom was geweest in de tent waarin ze eerder woonden), maar er is nog een lange weg te gaan voordat het af is.
Urmila en haar familie zijn van Indiaase afkomst, zoals zoveel mensen in Fiji. Fiji is de enige Britse kolonie die zich vrijwillig liet koloniseren om de ontwikkeling van het land te bespoedigen en de Britten nodigden vervolgens mensen uit India uit om te komen werken. Hierbij vertelden ze deze arbeiders dat zij hun overtocht zouden betalen en dat de Indiërs door te werken het geld hiervoor terug konden verdienen. Ze lieten er echter niet bij weten hoe ver India eigenlijk van Fiji is, waardoor veel arbeiders uit India jarenlang voor niets werkten (slavernij was ondertussen officieel verboden) om hun ticket af te betalen. Zodoende heeft Fiji heel veel inwoners uit India. Waar ik het ‘echte Fiji’ wilde zien, zag ik dus vooral Indiase cultuur; ik at veel curry en mijn hand en voet werden beschilderd met henna, om te oefenen voor een bruiloft.
Urmila nam me ook mee om een aantal gezinnen te bezoeken die zij ondersteunt met A Girl & Her World. Dit was erg indrukwekkend; een aantal van deze gezinnen wonen zeer afgelegen en zijn erg arm. Het laat maar zien hoeveel comfort en luxe wij gewend zijn.

7 december nam ik de bus naar het vliegveld van Nadi en vloog ik terug naar Sydney. Tijdens de vlucht zat ik naast een Nederlands meisje, waar ik vervolgens de 4.5 uur mee heb zitten kletsen. Bijzonder dat een gedeelde nationaliteit toch op die manier een automatische connectie veroorzaakt. Terwijl ik samen met haar een shuttlebus nam naar onze hostels in de stad raakten we aan de praat met de andere passagiers. Een van hen was een meneer die probeerde voor zijn veertigste alle landen van de wereld te hebben gezien, ondertussen was hij bij 30%. Ook was er Amerikaans meisje dat twee jaar op een klein eiland in Fiji had gewoon als vrijwilliger, zonder stromend water of internet. Zij voelde zich erg verloren in de eerste wereld en het hielp niet toen iedereen haar vertelde dat haar hostel in Sydney in ‘the red light district’ stond en dat ze wel voorzichtig moest zijn. Gelukkig was er ook een Australiër die in Canada woonde, die haar vertelde dat ze anders wel het extra bed in zijn hotelkamer mocht hebben als het hostel verschrikkelijk was.

Ik had twee dagen in Sydney, voordat ik weer op het vliegtuig naar Alice Springs zou stappen. In die tijd zag ik vrienden van International House. Ik zat samen met Eva en Oriane in een hostel en ging samen met Joe en Roberta naar Coogee Beach. Helaas moest ik ook afscheid nemen van Roberta, waar ik de afgelopen maanden heel hecht mee was geworden. Gelukkig is Italië niet zo ver van Nederland en is het een goede reden voor vakantie. Het grootste nadeel van een internationale leefomgeving is dat je ontzettend veel afscheid moet nemen. Ik heb met een paar oudere bewoners van International House gesproken die vertelden dat je op een gegeven moment liever wat afstand houdt van mensen en geen hechte vriendschappen op wilt bouwen, omdat je weet dat je toch weer afscheid moet nemen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Sydney

Jorinde

Ga met mij mee op reis! Samen beleven we avonturen, ontdekken we de cultuur van bijzondere bestemmingen en leren we levenslessen. En wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan ook op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Actief sinds 06 Sept. 2012
Verslag gelezen: 473
Totaal aantal bezoekers 68422

Voorgaande reizen:

09 Januari 2023 - 03 April 2024

Nieuw-Zeeland

10 Oktober 2022 - 06 Januari 2023

Peru 2022

09 Juni 2020 - 09 Juni 2020

Nederland

15 Augustus 2019 - 11 November 2019

Canada

12 November 2019 - 15 April 2019

Peru

01 Mei 2017 - 27 Augustus 2017

Rhodos

16 Juli 2016 - 16 Juli 2017

Australië

22 April 2013 - 01 Juli 2013

Mexico

06 September 2012 - 31 December 2012

Ghana

Landen bezocht: