Paspoorten, Batmania en pinguïns
Door: Jorinde Voskes
Blijf op de hoogte en volg Jorinde
08 Februari 2017 | Australië, Sydney
De eerste vijf dagen in Melbourne zou mijn vriendin Eva daar ook zijn. Zij zou vervolgens op 11 januari naar Azië vliegen, waarna ik nog geen idee had wat te doen. Op zaterdag spraken we dus af in mijn hostel en gingen we vanaf daar naar St. Kilda, het strandgedeelte van Melbourne. Het was 35 graden en we hadden allebei het gevoel dat we smolten. ’s Avonds gingen we naar Luna Park. Luna Park is een attractiepark vlak bij de kust. Aangezien je per attractie kaartjes moest kopen, besloten we alleen in de kleine achtbaan te gaan, de oudste achtbaan in Victoria, vanuit waar we een prachtig uitzicht hadden over het strand en de ondergaande zon.
Eva en ik wilden samen de Great Ocean Road afrijden en zondag gingen we dus langs bij Peter Pans om een auto te huren en advies te vragen. Dit bleek moeilijker dan we hadden verwacht en uiteindelijk zouden de kosten zo ver oplopen dat het goedkoper was om met een bustour mee te gaan. Dat betekende ook dat ik niet 12 uur zelf hoefde te rijden, dus al met al een goede oplossing. Terwijl wij de tour boekten en betaalden, ging alles echter mis. Er kwam een vreemde (dakloze?) meneer binnen, die achter ons ging zitten op een bank aan de muur. Hij zette na een tijdje opeens een deodorant voor me neer (en ik had die ochtend nog wel gedoucht) en verder zat hij een beetje in zichzelf te brabbelen. We hielden hem allemaal in de gaten, maar hij deed verder niets. Toen we echter wilden vertrekken, ritste Eva haar tas dicht en kwam ze erachter dat haar portemonnee weg was. In eerste instantie dacht iedereen dat hij misschien gevallen was, maar de portemonnee was nergens te vinden. Eva raakte in paniek; naast creditcards zat ook haar paspoort er in. Dat is iets dat je normaal natuurlijk nooit moet doen, maar ze durfde haar paspoort niet in het hostel achter te laten uit angst dat het gestolen zou worden. Aangezien ze twee dagen later naar Azië zou vertrekken, was het noodzakelijk dat ze dat paspoort had. Nadat alle creditcards geblokkeerd waren (gelukkig zat er geen contant geld in de portemonnee), probeerden we contact op te nemen met het Franse consulaat in Melbourne. Dat was echter gesloten op zondag en zou vanwege de vakantie tot 16 januari gesloten blijven. We zochten de nummers op van andere consulaten, maar die waren ook allemaal op zondag gesloten. Daarna gingen we naar het politiebureau in Melbourne, waar een hele vriendelijke politieagent ons hielp. Hij zou de camerabeelden uit de omgeving laten bekijken, maar de kans was natuurlijk nihil dat er iets uit zou komen. Zelf liepen we nog de straat af en keken in alle vuilnisbakken, hopend dat de dief het paspoort (waar hij waarschijnlijk niets mee kon) weg had gegooid. Zo bracht ik mijn eerste dag in het centrum van Melbourne door met het snuffelen door vuilnisbakken. Ook spraken we met een paar daklozen die in de straat zaten in de hoop dat zij iets hadden gezien, maar dat leverde niets meer op dan een paar schunnige opmerkingen.
Toen we het op hadden gegeven gingen we iets eten en naar de haven. Natuurlijk zouden we nu niet op maandag de tour konden doen, aangezien Eva moest zorgen voor een noodpaspoort. Uiteindelijk was dat een heel gedoe, aangezien het Franse consulaat haar situatie niet als noodgeval beschouwde. Eva moest terug vliegen naar Sydney, waar ze te horen kreeg dat ze sowieso niet op woensdag naar Azië kon. Uiteindelijk kreeg ze een noodpaspoort, maar was er nog een groot probleem met de vliegmaatschappij en werd ze daarna bijna niet toegelaten tot het vliegveld omdat ze zeiden dat haar paspoort vals was. Het was allemaal nog lastiger omdat ze geen betaalmiddel had, zonder creditcards. Gelukkig was ik hier en waren er vrienden in Sydney die haar konden opvangen en helpen. Heel veel tranen en dollars later is het allemaal goed gekomen. Eva is nu aan het genieten van acht weken reizen in Azië.
Ikzelf bracht de maandag na de ongelukszondag heel lui door in het hostel. Dinsdag ging ik naar de botanical gardens van Melbourne. Het weer was heerlijk en de tuinen waren divers en mooi aangelegd, dus ik heb de hele dag zitten te lezen in het park. Woensdag ging vanaf het ene, naar het andere hostel dat meer in het centrum was gelegen. Ik ging die middag naar de oude gevangenis, Melbourne Old Gaol (spreek uit als ‘jail’), omdat dat vlakbij was. In de gevangenis deed ik een tour waarbij veel werd uitgelegd over het systeem van de gevangenis en de positie in de maatschappij. De jongste gevangene in de geschiedenis van de Old Gaol was 3 jaar oud, alhoewel officieel kinderen pas vanaf 10 jaar naar de gevangenis konden. Mensen die geen geld hadden werden ook opgesloten, met het idee dat arme mensen op den duur misdaden zouden plegen en dat je op deze manier criminaliteit kon voorkomen. Voor hen was het soms een goede oplossing, aangezien ze dan in ieder geval onderdak en eten hadden en een beetje geld konden verdienen door te werken in de gevangenis. Ik vond het een heel indrukwekkend gebouw en interessant. De meest beroemde gevangene die ze hebben gehad was Ned Kelly, een bushranger uit Melbourne die meerdere banken beroofde. Hij is uiteindelijk geëxecuteerd voor het doden van drie politieagenten, maar hij wordt in Australië ook gezien als een held, aangezien hij Robin Hood-achtige acties deed. Met mijn ticket kon ik me ook laten arresteren en de ervaring van arrestatie meemaken. We werden daarvoor naar binnen gesnauwd en moesten allemaal op een rij gaan staan voor onderzoek, terwijl de bewaker (gespeeld) onaardig deed. Vervolgens werden we in een cel gegooid en deden ze zelfs het licht even uit, zodat je kon ervaren hoe donker het was. We kregen de recreatieruimte te zien en mochten tot slot de klassieke foto met het nummerbordje maken.
Woensdagavond was ik uitgenodigd door Donna, een vriendin van mijn vriendin Emmelieke, om te komen eten, wat erg gezellig was. Dit was de eerste keer dat ik in een groepje met alleen maar Australiërs zat.
Donderdag 12 januari ging ik de stad verkennen. Ik ging eerst naar de beroemde State Library van Victoria, waar ze een prachtige oude, koepelvormige leeszaal hebben. Daar heb ik een paar uur zitten lezen (het voordeel van alleen reizen is dat ik rustig aan kan doen). Vervolgens heb ik de gratis historische tram rond het centrum van Melbourne genomen, waarin ze vertellen wat je allemaal kunt zien. Ik ben daarna een van de grotere straten van Melbourne af gelopen om iets meer gevoel voor het centrum te krijgen, waarbij ik uitkwam bij het drukste en beroemdste gedeelte van de stad: Federation Square. Hier heb je op een kruispunt het plein zelf, dat lelijke en modern is, st. Pauls Cathedral en Flinders Street Station, een station in oude bouwstijl. Oh ja en een pub natuurlijk. Zoals mijn gids in Melbourne zei: ‘op één kruispunt de vier pilaren van Australië: kunst, religie, transport en alcohol’.
Ik heb die avond ook nog even Hosier Lane bezocht, een van de beroemdste straatjes van Melbourne. In Melbourne is een levendige streetart cultuur (wij noemen het graffiti, maar als het legaal is is het streetart) en er zijn veel straatjes waar de muren helemaal beschilderd zijn. Hosier Lane is de beroemdste daarvan. Er zijn veel mooie schilderingen te vinden.
Vrijdag was een regenachtige dag. Toch vond ik dat ik er gewoon op uit moest en ben ik een heel eind langs de rivier gaan lopen naar Webb bridge. Volgens de medewerker bij Peter Pans was dat een mooie brug om te bezoeken, maar ik vond het teleurstellend. Ik had ’s middags met Donna afgesproken om koffie te drinken in Degraves street, nog zo’n iconisch straatje in Melbourne met allemaal cafeetjes en restaurantjes. Nadat de warme chocolademelk (ik had geen zin in koffie) op was, ging ik naar Fitzroy garden om Cooks cottage te bekijken. Fitzroy garden is een mooi aangelegd ‘oud’ park (ongeveer 150 jaar). Cooks cottage is waarschijnlijk het huisje waar Captain Cook is opgegroeid in Yorkshire en is in 1933 in stukjes overgebracht naar Melbourne, waar het zoveel mogelijk op originele manier weer in elkaar is gezet. Hierna heb ik nog een rondje door het park gelopen en ben ik via het oude parlements gebouw terug gelopen naar het hostel. ’S Avonds ging ik samen met drie mensen van mijn kamer een drankje doen in de beroemde bar ‘Naked for Satan’. Deze plek staat er om bekend dat de barmannen soms ongekleed hun werk doen, maar helaas niet op de avond dat wij er waren.
Op zaterdag deed in de tour van de Great Ocean Road die ik eigenlijk samen met Eva zou doen. Om half acht werd ik opgehaald met een bus en reden we via de snelweg naar het einde van de Great Ocean Road, naar Port Campbell. Mijn tour zou de Great Ocean Road van achter naar voor langsgaan. Omdat de meeste tours vooraan beginnen bij Melbourne, zorgt dat ervoor dat alle uitzichtpunten rustiger zijn. Het weer werkte jammer genoeg niet mee, er stond een harde wind, het spetterde en het was nogal fris. Dat ben ik niet meer gewend, meestal is het weer hier in Australië wel lekker en ik had me dan ook op warme kleding verkeken. Gelukkig zat er een aardige Amerikaanse jongen in de bus die mij zijn extra jas uitleende. Vanaf Port Campbell reden we naar onze eerste stop, London Bridge. London Bridge is een soort natuurlijke brug die vanaf de kliffen de oceaan in loopt. Vroeger was het een geheel, maar tegenwoordig is er een stuk tussenuit geslagen. Auto’s reden vroeger helemaal naar het einde door en op de dag dat de verbinding met het land werd verbroken kwamen er een man en een vrouw vast te zitten op het nieuw gevormde eiland. Gelukkig waren er mensen aan land die hulp in konden roepen en het koppel werd door een helikopter gered. Natuurlijk was dit een geweldig verhaal en de krant wilde de mensen daarom graag interviewen, maar de slachtoffers zelf gingen niet akkoord. Waarom niet? De man en vrouw waren getrouwd, maar niet met elkaar. Zij hadden een geheime affaire en wilden niet samen in het nieuws komen.
De tweede stop was Loch Ard gorge. Ook hier waren weer prachtige uitzichten te zien, spectaculaire kliffen en zandstenen pilaren in de oceaan. De gorge zelf is een inham het land in met een klein strandje. Het is een mooie plek, ook weer met zijn eigen verhaal. In 1878 is vlak bij de kloof het schip Loch Ard gezonken. Alleen de 15-jarige Tom Pearce en 17-jarige Eva Carmichael overleefden de schipbreuk, waarbij Tom Eva uit het water redde. Nadat ze de nacht in een grot hadden doorgebracht, klom Tom naar boven en vond hulp bij boeren in de omgeving.
Vanaf Loch Ard gorge is het nog maar een klein stukje rijden naar de Twelve Apostles, de grootste toeristentrekpleister van de Great Ocean Road. De Twelve Apostles zijn zandsteenpilaren die voor de kust netjes op een rijtje in de zee staan. Dat geeft een mooi plaatje. Iedereen die ze probeert te tellen komt echter bedrogen uit, het zijn er namelijk geen twaalf. Ooit waren er negen apostelen, maar een van de pilaren is een paar jaar geleden ingestort, waardoor het er tegenwoordig nog maar acht zijn. Op drukke dagen schijnen er wel een paar duizend toeristen tegelijk op het uitkijkpunt te staan. Bij ons was het een stuk rustiger, alhoewel ik het nog steeds te vol vond.
Na de Twelve Apostles reden we nog door een paar stadjes die interessant schijnen te zijn en stopten we bij een plek waar je wilde koala’s kunt zien. Inderdaad hebben we twee koala’s in de bomen zien zitten. Verder zijn er daar veel papegaaien die, als je voer voor ze koopt, op je armen en hoofd komen zitten.
Voordat we helemaal terugreden naar Melbourne, stopten we om pizza te eten. Toen ik de tour boekte werd er gezegd dat de pizza vaak op het strand wordt opgegeten, terwijl je de surfers kunt zien, maar vanwege het weer (dat ondertussen een stuk beter was) hebben we dat niet gedaan.
Om ongeveer half negen werden we afgezet bij ons hostel. Met een paar meiden van de groep ben ik later die avond naar een club gegaan in de beroemde uitgaansstraat ‘Chapel street’.
Zondag was mijn laatste dag in Melbourne. Ik was er erg trots op dat ik mezelf wist te dwingen vroeg op te staan, ondanks de late nacht, om mee te kunnen met een van de gratis wandeltours die in Melbourne gegeven worden. Ik had het grootste gedeelte ondertussen wel gezien, maar toch was dit een leuke manier om de stad nog beter te leren kennen. De tour werd leuk gebracht en er werden veel feiten verteld die ik nog niet wist. Zo kwam ik erachter dat Melbourne gesticht is door iemand met de naam ‘Batman’ en dat er een tijdje een kans is geweest dat Melbourne ‘Batmania’ genoemd zou worden.
’S Middags ging ik nog even naar Melbourne University. Dit was mijn eerste keus voor studeren in Australië, maar daar ben ik niet toegelaten. Ik wilde graag zien wat ik ben misgelopen, alhoewel ik ontzettend blij ben dat ik in Sydney terecht ben gekomen. Ik ben wel bevooroordeeld ten opzichte van mijn universiteit in Sydney en ik vind dat ‘onze’ campus veel mooier is (wij hebben een gebouw dat lijkt op Zweinstein, wat wil je nou nog meer).
Over het algemeen beviel Melbourne me wel. Er is een eeuwenoude vete tussen Melbourne en Sydney, bijna zoals Amsterdam en Rotterdam. In de tijd van de settlement van Australië was de omgeving van Melbourne onder invloed van New South Wales en was men niet zo blij met die overheersing. Op een gegeven moment is aan koningin Victoria gevraagd of zij niet een eigen staat mochten hebben en als blijk van waardering zouden ze de staat ‘Victoria’ noemen. Dit geschiedde en een jaar later was de staat Victoria baas in eigen land. Slechts een maand later werd er goud gevonden en werd Melbourne in een keer de rijkste stad ter wereld. Dit was natuurlijk wel heel toevallig, zo kort na de zelfstandigheid, en er wordt daarom geloofd dat het goud opzettelijk geheim werd gehouden om het niet in handen van New South Wales te laten vallen. Dat heeft dus aan de kant van Sydney voor een behoorlijke antipathie gezorgd. Toen er gekozen moest worden welke stad de hoofdstad van Australië zou worden, was dit zo problematisch dat uiteindelijk Canberra maar gebouwd is. Tegenwoordig is het dus standaard de vraag of iemand de kant van Sydney of van Melbourne kiest. Alhoewel ik Sydney veel beter ken, er herinneringen heb en de stad meer als thuis voelt, zou ik waarschijnlijk Melbourne een fijnere woonplaats hebben gevonden. Sydney is qua ligging ideaal, de stranden zijn mooier dan die van Melbourne en de bergen zijn dichterbij en makkelijker te bereiken. De stad zelf is echter erg groot en uitgestrekt en het is binnen de stad moeizaam navigeren. Melbourne daarentegen is veel Europeser in bouwstijl. Het centrum van de stad is in een duidelijk rasterpatroon gelegd, zodat alles makkelijk te vinden is. Ook is het openbaar vervoer binnen de stad goed geregeld, met gratis trams binnen het centrum. Melbourne wordt ook als cultureler gezien, door de vele musea en de streetart cultuur. Ik weet niet of ik het daar mee eens ben, uiteindelijk valt de cultuur hier toch in het niets bij Europa. Als ik een stad in Australië zou moeten kiezen om in te wonen, dan zouden het sowieso niet Melbourne óf Sydney worden, maar het kleinere Adelaide.
Zondagavond zag ik het laatste hoogtepunt van Melbourne: de pinguïns bij St. Kilda. Elke avond komen bij de pier van St. Kilda allemaal kleine pinguïns terug aan land. Er lopen dan ook speciale ‘pinguïnwachten’ rond, die met rood licht (dat voor de beestjes niet te zien is) de vogels belichten. Naast volwassen pinguïns, waren er grijze, donzige pinguïnkuikens, die de hele dag op papa en mama wachten voor voedsel, en hele dikke pinguïns die in de rui gaan. Omdat zij een maand lang niet kunnen zwemmen en dus geen voedsel kunnen vangen, eten ze super veel zodat hun vetlaag voor een maand aan voedsel kan voorzien.
Maandagavond, 16 januari, vloog ik weer terug naar Sydney, waar ik een week doorbracht. Op dinsdag 17 januari wandelde ik naar McQuaries point, een uitkijkpunt naast de haven, en liep ik door de Royal Botanical Gardens. Woensdagavond sprak ik met mijn vriendin Bibi af om nog eens zoals vanouds naar de bios in Newtown te gaan, terwijl ik donderdag met Roshi doorbracht. Donderdagavond ging ik samen met Bibi naar Ivy, dat bracht wel herinneringen terug aan het semester studeren. Vrijdag lunchte ik met Giorgio, die ik uit IH ken. Zaterdag was het alweer tijd om in te pakken en ging ik ’s avonds samen met Bibi naar een gratis openlucht operaconcert. Het was heerlijk om daar op het gras te zitten met snacks en drinken en operamuziek. Zondag 22 januari vertrok ik met de trein naar Tamworth, waar ik maandag opgehaald zou worden voor mijn 11-daagse jilleroo school (cowboy school)!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley