Kleine kikkervisjes, woeste wespen en aparte ara’s - Reisverslag uit Madre de Dios, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu Kleine kikkervisjes, woeste wespen en aparte ara’s - Reisverslag uit Madre de Dios, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu

Kleine kikkervisjes, woeste wespen en aparte ara’s

Door: Jorinde

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

24 Februari 2020 | Peru, Madre de Dios

Naast onze wandelingen door de jungle hadden we nog behoorlijk wat tijd over. We lazen boeken, lagen in de hangmatten, zaten te kletsen en speelden spelletjes. We organiseerden een filmavond en knoopten vriendschapsarmbandjes. We speelden volleybal op het volleybalveld van LPAC. Bij een van deze volleybalpotjes begon het te stortregenen, maar we speelden gewoon door. Iedereen raakte compleet doorweekt, we gleden uit in de modder en we kwamen uiteindelijk vies, nat en vrolijk het veld af.

Verder hadden wij LPAC-babes ons eigen kleine onderzoek: we kweekten een aantal kikkervisjes op. Het bos om ons heen stond natuurlijk vol met allerlei bijzondere bomensoorten die zich hadden aangepast aan de uitdagende omstandigheden in het tropisch regenwoud. Zo waren er palmen met enorme stekels, bomen die anderen wurgen om zelf te overleven en hadden de meeste bomen ‘buttress roots’ (plankwortels in het Nederlands). Dit zijn wijde bovengrondse wortelsystemen die ervoor zorgen dat een boom ondanks een oppervlakkige worteling stevigheid heeft en genoeg voeding kan opnemen uit een ondergrond die alleen in de bovenlaag voedingstoffen bevat. Veel palmbomen hadden gekke trossen wortels boven de grond hangen, zoals de ‘penispalmen’ waarvan de wortels leken op bosjes mannelijke geslachtsdelen. De meest indrukwekkende wortelsystemen zag je echter bij de enorme hardhout bomen. De basis van deze reuzen was een stervormig wortelstelsel dat soms zelfs tot boven je hoofd kwam. Er werd ons verteld dat deze bomen een goede schuilplek konden bieden in een flinke tropische storm, omdat je aan de voet van de boom beschut zat. De kikkervisjes die wij opkweekten hadden we gevonden in kleine waterpoelen die gevormd waren in hollingen in de wortels. We waren niet helemaal zeker wat voor kikker de eitjes hier had gelegd, dat was een verrassing, maar de verwachting was dat het een boomkikkersoort was die op deze manier een relatief veilige plek voor het nageslacht gevonden had. We hadden vier kikkervisjes die allemaal een naam kregen en door ons geadopteerd werden als kinderen. Mijn kikkervisje ‘Tiny’ was een stuk kleiner dan de anderen en we verwachtten eigenlijk dat zijn broertjes en zusjes hem zouden opvreten. Dat gebeurde gelukkig niet. Een keer per dag moesten we de kikkervisjes meten, wegen en voeren. Het was leuk om te zien hoe na lang wachten de eerste pootjes verschenen en er langzaam een gekleurde glans over de beestjes verscheen. Jammer genoeg bereikten onze kids de kikkerfase niet… Van het een op het andere moment waren ze alle vier dood. We waren allemaal een beetje van slag en speculeerden flink wat er gebeurd kon zijn. Was de temperatuurswisseling in het water te groot? Was er tijdens het meten een giftige stof bij de kikkervisjes in het water gekomen? Dylan was op dat moment een paar dagen naar Puerto Maldonado en we stuurden hem via de satteliettelefoon een bericht dat hij chocolade voor ons moest meebrengen als troost. We bewaarden de kikkervisjes in alcohol, misschien kon hij nog iets zeggen over de doodsoorzaak. Dat was niet zo, maar toen Dylan weer terug was (en nadat we de chocolade hadden opgegeten) hebben we de kikkervisjes samen ontleed om meer te letten over de ontwikkeling van deze gekke beestjes. Tja, ook dat is een onderdeel van biologisch onderzoek.

Dit was niet de enige keer dat we bezig waren met de dode kant van de biologie. In LPAC hadden we een tafel met een tentoonstelling van dierenbotten, met als een van de pronkstukken het schedel van een jaguar. Clemencia vertelde ons dat deze jaguar in haar tijd als vrijwilliger op de brug over de beek aan het zonnen was. Het was duidelijk een oud vrouwtje, met ingevallen heupen en een doffe vacht en dat was waarschijnlijk ook waarom ze zich zo openlijk liet zien. Ze hadden het dier een tijdje op veilige afstand gevolgd totdat ze de begroeiing in was verdwenen. Enkele nachten later hoorden ze het gebrul van jaguars in de omgeving en de volgende dag vonden ze een dode jaguar, waarschijnlijk hetzelfde vrouwtje. Ze had zich opgekruld in een holle boomstam naast een van de paden en was daar overleden. Haar schedel konden we nu bewonderen. Dit soort voorbeelden zijn leerzaam en toen wij op een van onze wandelingen duidelijk de onprettige geur van ‘iets doods’ roken, besloten we daarom samen met Clemencia enkele dagen later terug te gaan om te zoeken naar de oorzaak van de geur. Alhoewel het macaber lijkt, zou ook dit misschien een interessante vondst zijn om te bestuderen. Uit voorzorg sprayden we bandana’s en doeken in met parfum om ze om ons gezicht te binden zodat we de vieze geur een beetje konden ontlopen. Jammer genoeg konden we niet meer vinden wat er dood was gegaan naast ons wandelpad. Misschien was het meegenomen door de gieren, misschien was het weggesleept door een dier, of misschien lag het ergens in de rivier. Terwijl ik in het oeroud doorliep, actief te snuffelen op zoek naar een dood dier bedacht ik me dat ik me nooit had voorgesteld dat ik dit ooit zou doen.

De meeste dieren in onze bottencollectie waren een natuurlijke dood gestorven, LPAC doet dieren in principe nooit kwaad en was zelfs lief tegen giftige spinnen of slangen. Wij maakten uiteindelijk één keer een uitzondering op deze regel. Larissa was onze badkamer aan het schoonmaken (een van de taken die we als vrijwilligers hadden) en wees me op een groot gek vliegend insect dat we nog niet eerder hadden gezien. Het zoemde boos rond, gevangen achter het gaas van het toilet. Het was zo’n zeven centimeter lang en ik zei nog dat het wel leek op een enorme wesp. Maar ja, een wesp zo groot dat kon toch niet… Met een foto ging ik nietsvermoedend op zoek naar Clemencia: ‘Clem, wat is dit?’ Clem sprong meteen op en haastte zich met mij mee naar de badkamer. Het bleek een ‘tarantula hawk wasp’ te zijn, een van de minder vriendelijke beestjes uit de jungle. Deze enorme wespen jagen op vogelspinnen, steken de spin en spuiten een verdovend goedje in, slepen hun slachtoffer naar hun hol en leggen daar een eitje in de buik van de vogelspin. De spin wordt vervolgens wakker en leeft nietsvermoedend verder. De larve van de wesp eet vervolgens de spin van binnenuit op en houdt de spin hierbij zo lang mogelijk in leven, voordat de nieuwe wesp naar buiten komt en het cirkeltje opnieuw begint. Voor mensen is de wesp niet gevaarlijk, maar je wilt niet gestoken worden door een van deze monsters. Dylan vertelde dat hij op zijn knieën viel van de pijn toen dat hem overkwam, het zou bijna even pijnlijk zijn als de steek van een kogelmier alleen iets korter duren. Nu we de wesp per ongeluk in de toilet gevangen hadden keken we vol fascinatie en met gezonde angst naar het insect. We moesten hem daar weghalen, maar hoe konden we dat veilig doen? En dan ook nog vrijlaten zonder gestoken te worden? Ronja was uiteindelijk zo dapper om het beest met een vlindernet te vangen en toen besloten we dat we de wesp aan onze collectie zouden toevoegen, ‘voor educatieve doeleinden’. We probeerden een injectienaald met alcohol in de buik van het insect te spuiten, maar de injectienaald verboog (!) door zijn sterke pantser. Ondertussen deed de wesp verwoede pogingen om ons door het net heen te steken. De angel was ongeveer één centimeter lang. Uiteindelijk spoten we een lading kakkerlakkenspray over de wesp uit, waardoor hij tijdelijk versuft was. Starr, die Chinees is en dus goed met eetstokjes overweg kan, pakte hem met twee stokjes op en dumpte hem in een kokertje met alcohol. Eindelijk konden we de tarantula hawk wasp veilig bewonderen. Het was een spannende middag.

Wanneer er bezoekers in het kamp kwamen was dat voor ons als vrijwilligers ook leuk, omdat we mee konden doen of kijken met de activiteiten die met hen gedaan werden. Toen er bijvoorbeeld een toerist uit Parijs kwam gingen we met haar mee naar de collpa (klei likplaats). Dit soort plekken zijn altijd verzamelpunten voor dieren, omdat ze een bijzondere bron zijn van de mineralen die zo kostbaar zijn in het regenwoud. Deze collpa is een verticale muur van klei en is daardoor vooral een verzamelplaats voor ara’s. De grote papegaaien, zowel de rood-groene als de geel-blauwe soort, verzamelden zich in grote groepen in de bomen boven de kleiwand en wachtten daar op een veilig moment om naar beneden te komen, klei te eten en te socializen. Het zijn luidruchtige vogels, je hoorde ze wel vaker schreeuwend overvliegen, en het was bijzonder om ze in deze grote hoeveelheid te kunnen observeren. Jammer genoeg kwamen de vogels op die ochtend niet naar beneden; elke keer dat ze dichterbij kwamen voer er weer een boot voorbij, schrokken ze op en vlogen ze terug naar veilige hoogtes. Ara’s zijn een van kwetsbare soorten in het Amazone gebied die lijden onder de menselijke activiteiten in de omgeving. De papagaaien zijn namelijk nogal kieskeurig in het kiezen van een nestplaats: daarvoor gebruiken ze alleen grote hardhout bomen die aan zeer specifieke eisen (hollingen en horizontale takken) moeten voldoen. Kunnen de vogels geen geschikte boom vinden, dan leggen ze dat jaar geen eieren. Juist de soorten hardhout waarin de ara’s nestelen zijn populair voor de houtkap, wat betekent dat hun nestplaatsen steeds geringer worden. Geen nestplaatsen betekent simpelweg geen ara’s. Ook hier kan onderzoek een centrale rol in spelen: door uit te zoeken welke bomen de voorkeur van de ara’s hebben kunnen deze bomen beschermd worden en hopelijk het thuis van vele baby-papegaaien vormen.

Met onze toerist gingen we ook op bezoek bij Sumaqcao, de cacaoplantage vlakbij. Daar kregen we te zien hoe cacao wordt verbouwd en proefden we allerlei producten die zij maakten van de vruchten. Alhoewel deze cacaoplantage in eerste instantie een bedreiging voor het regenwoud vormde (er was een aantal hectare bos weggekapt om de cacao te kunnen planten), zet het bedrijf zich nu juist extra in voor de bescherming van de natuur. Ze proberen voortschrijdende kennis over hun omgeving in te zetten om toe te werken naar een betere toekomst in bos-landbouw, ze werken mee in eco-toerisme en ze hebben een kleine boomkwekerij waar ze bedreigde of zelfs lokaal uitgestorven boomsoorten (zoals mahonie) opkweken om terug te planten. Wij, de LPAC-babes, gingen dus bij Sumaqcao weg met een vijftal kleine ironwood boompjes, die we een paar dagen later niet ver van het kamp plantten. Het zou toch geweldig zijn als daar over heel wat jaar een enorme woudreus staat die wij er hebben neergezet! Misschien wordt dat wel het huis van die baby ara’s.

Niet lang daarna was ik er bij toen er een schoolgroep op bezoek kwam, negen tieners die met twee docenten een paar dagen bij LPAC verbleven. De leerlingen zaten op een middelbare school in Lima die voornamelijk bezocht werd door kinderen van vermogende ouders. Een van de leraren vertelde ons dat de leerlingen, ondanks de luxe en de rijkdom, erg weinig vrijheid hadden. Ze woonden in huizen met hekken eromheen, gingen naar een school met een hek eromheen en bezochten resorts met een hek eromheen. Tussen al deze plekken werden ze door chauffeurs gereden. Even zelfstandig de stad in gaan zullen veel van deze leerlingen niet kunnen doen; het gevaar voor ontvoering (of de angst hiervoor) is veel te groot. Deze leraar was daarom erg blij met dit soort excursies, waar de leerlingen de vrijheid van de natuur ontdekten en er verwacht werd dat ze hun eigen bord afwasten. Alhoewel wij bang waren geweest dat het een paar dagen kippenhok zou worden, waren de tieners ook nog rustig, beleefd en geïnteresseerd. Ze hadden een ontzettend druk programma en wij, de LPAC-babes, hielpen mee in de voorbereiding en soms in de uitvoering. Zo hadden we dagenlang vlindernetten zitten naaien van oude klamboes en was ik samen met Dylan ‘tracktraps’ gaan maken. Dit is een makkelijke onderzoeksmethode om de dieren in een gebied in kaart te brengen. Met een machete hadden we vlakken grond van één vierkante meter omgespit totdat er rulle aarde overbleef. Als een dier daar in stapt heb je een duidelijke voetafdruk. Toen we gingen kijken stonden er inderdaad een aantal pootafdrukken in, bijvoorbeeld van pekari’s, het wilde zwijn van het regenwoud. Het meest voorkomende dier in de tracktraps bleek echter een mens te zijn: iemand was door onze vallen gelopen. Met de studenten probeerden we ook vleermuizen te vangen, door ‘vleermuis netten’ op te hangen. Dit zijn netten van dun materiaal die de vleermuizen niet opmerken. Daardoor vliegen ze erin en komen vast te zitten, waarna je ze losmaakt, bestudeert en weer vrijlaat. We hadden weinig succes toen de groep er nog was, maar een paar dagen later (we waren zelf door blijven gaan) lukte het wel. We vingen op een avond vier prachtige bladneusvleermuizen, kregen de kans om de dieren van dichtbij te bekijken en probeerden ze te identificeren.

Wanneer je zo geïsoleerd leeft dan is een feestje natuurlijk een hele gebeurtenis en wij hadden geluk: we mochten mee om de ‘yunza’ te vieren in de nabijgelegen nederzetting Lucerna. De yunza wordt in heel Peru (in verschillende vormen) aan het einde van de carnaval-tijd gevierd, het is dus een lentefeest. In Lucerna vierden de mensen het op de traditionele manier van de hooglanden rond Ayacucho, aangezien dat is waar deze families vandaan komen. De relatie tussen LPAC en Lucerna was bijzonder en laat de menselijke kant van natuurbedreiging en -behoud zien. Het gebied waar Lucerna tegenwoordig gevestigd is was een jaar of zeven geleden nog een concessie voor de bescherming van het regenwoud. De families die de nederzetting zijn gestart waren op zoek naar een beter leven. Ze woonden in de hooglanden van Peru, waar ze vast zaten in een dodelijk dilemma. In deze regio is iedereen op een of andere manier betrokken in de productie van cocaïne, bijvoorbeeld door het verbouwen van coca of op meer directe wijze. De overheid probeert hier iets tegen te doen en daarom is er veel militaire aanwezigheid in deze gebieden (met angst en geweld als gevolg), maar er zijn weinig andere manieren om een inkomen te genereren. Het is een moeilijk leven, waar de mensen moeilijke keuzes moeten maken. Een van de initiatieven van de overheid was om de boeren te leren cacao te verbouwen als een alternatief voor de cocavelden. Dit leidde ertoe dat de eerste familie naar het vruchtbare regenwoud trok, op de vlucht voor de drugs en op zoek naar een betere toekomst. Ze vestigden zich illegaal in de conservatieconcessie, die niet goed bewaakt werd, en begonnen daar stukken grond te ontginnen voor de landbouw. Tegenwoordig is Lucerna nog steeds slechts een kleine nederzetting, bestaande uit een paar simpele houten huizen verbonden door modderwegen, maar het groeit hard. Elk jaar wordt er meer landbouwgrond ‘schoongemaakt’ en er komen meer families bij. De eerste mensen beginnen landrechten te krijgen (puur omdat ze de grond al langere tijd bezetten), waardoor de overheid uiteindelijk het toekomstige dorp zal moeten erkennen. Natuurlijk zijn dit soort nederzettingen juist het probleem waar conservatie-organisaties als LPAC tegen strijden, hun aanwezigheid brengt jacht, landbouw, houtkap en mijnbouw met zich mee en is de grootste bedreiging voor het lokale regenwoud. Anderzijds is het verhaal van deze mensen ook heel begrijpelijk en heeft LPAC Lucerna nodig voor hun toegang tot het kamp en om effectief te zijn in hun beschermen van het gebied. Uiteindelijk zal natuurbehoud alleen succesvol zijn als er met gemeenschappen als Lucerna samengewerkt wordt, als de dilemma’s van deze mensen begrepen worden en er samen op zoek wordt gegaan naar een duurzame oplossing voor de grootschalige (sociaal-economische) problemen die de Amazone bedreigen. Een voorbeeld van zo’n duurzame oplossing is bijvoorbeeld de eerder genoemde cacaoplantage Sumaqcao.
En nu vierden we dus samen feest. Voor de yunza werd een boom uit de omgeving gekapt en opnieuw ingegraven midden in de nederzetting. De boom werd volgehangen met cadeau’s: emmers, dekens, kleding, speelgoed, enzovoort. Tijdens het feest danste iedereen rond de boom op traditioneel Peruaanse muziek en werd er met gekleurd krijtpoeder naar elkaar gegooid totdat we allemaal paars waren. Er werd een machete rondgegeven en iedereen kreeg een beurt om op de boomstam in te hakken, totdat de boom uiteindelijk omviel. Degenen die de laatste slagen leverden moesten het feest volgend jaar organiseren, maar er was van tevoren al bekend wie dat zouden doen en dus zorgde je ervoor dat zij de boom uiteindelijk omkapten. Dit jaar waren dat Clemencia, Luis (de algemene manager van LPAC), Dylan en Samantha (onze Amerikaanse buurvrouw). Toen de boom viel rende iedereen ernaartoe om cadeaus te grijpen. Daarna ging het feest over in een normaal feest; er werd bier gedronken, gedanst, geflirt en door veel te dronken mensen gevochten.

Eigenlijk zou ik maar drie weken in de jungle blijven, maar ondertussen was ik er alweer bijna twee maanden. Lees in mijn volgende blog waarom ik zo lang bleef hangen bij LPAC en hoe ik er al mijn haren verloor.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorinde

Ga met mij mee op reis! Samen beleven we avonturen, ontdekken we de cultuur van bijzondere bestemmingen en leren we levenslessen. En wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan ook op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Actief sinds 06 Sept. 2012
Verslag gelezen: 652
Totaal aantal bezoekers 77857

Voorgaande reizen:

09 Januari 2023 - 03 April 2024

Nieuw-Zeeland

10 Oktober 2022 - 06 Januari 2023

Peru 2022

09 Juni 2020 - 09 Juni 2020

Nederland

15 Augustus 2019 - 11 November 2019

Canada

12 November 2019 - 15 April 2019

Peru

01 Mei 2017 - 27 Augustus 2017

Rhodos

16 Juli 2016 - 16 Juli 2017

Australië

22 April 2013 - 01 Juli 2013

Mexico

06 September 2012 - 31 December 2012

Ghana

Landen bezocht: