Leven en leren in de jungle (deel 2)
Door: Jorinde Voskes
Blijf op de hoogte en volg Jorinde
01 Januari 2023 | Peru, Madre de Dios
'Dus, waar ben jij dankbaar voor?' Ik kijk Etienne* zijwaarts aan en richt mijn blik dan weer op de rivier voor ons. We zitten op de modderige rivieroever en het water glinstert in het grijze licht van de volle maan. Mars staat helder rood aan de lucht. De bomen steken om ons heen donker af tegen de nachtelijke hemel. Een paar minuten geleden ritselde er iets door het struikgewas achter ons. Het klonk groot en lomp, een tapir misschien? Nu is het weer stil. De rivier glijdt rustig voorbij, een constante stroming in een beweeglijke wereld. Het is het perfecte moment en de perfecte plaats om even stil te staan. Ik heb takjes met kleine blaadjes voor ons geplukt, zodat we bij elk blaadje dat we afbreken onze waardering kunnen uitspreken. Mijn eerste woord van dank was makkelijk: 'Ik ben dankbaar voor tapirs die door de bosjes rennen!'
(*Namen zijn veranderd uit privacy-overwegingen)
Etienne denkt lang na over zijn antwoord. Zo is hij, bedachtzaam. Iemand die zijn antwoorden goed wil formuleren. Zelf praat ik soms sneller dan ik denk en ik heb ook mijn volgende dankwoorden al klaar: 'Ik ben dankbaar voor… de mogelijkheid om hier te kunnen zijn. Voor mangosmoothies. Voor gezondheid. Voor goede gesprekken. Voor mijn welvaart. Voor kwetsbaarheid. Voor het maanlicht. Voor kattenknuffels.' Mijn takje is bijna leeg. 'En ik ben dankbaar voor nieuwe vriendschappen.'
Ik ben nu al een tijdje in Hoja 1, het junglekamp verderop aan de rivier. In eerste instantie was ik nerveus om hier alleen met de Amerikaanse Etienne (en natuurlijk de veertien honden, elf katten en een eend) te wonen. Wat als we niets zouden hebben om over te praten? Wat als we het niet goed met elkaar zouden kunnen vinden? In het andere kamp waren we tenminste met meer mensen, waardoor de druk om sociaal te zijn minder groot was. Hier zitten we letterlijk met z'n tweeën vast in de middle of nowhere… Geen van mijn zorgen kwam gelukkig uit en inmiddels voel ik me juist erg op mijn gemak bij Etienne.
Voordat we de rivier verlaten en teruggaan naar het kamp benoemen we nog een intentie voor onszelf in de komende weken. Ook daar is de volle maan een perfect moment voor, als de overgang naar een nieuwe tijd. 'Ik wil vertragen', zegt Etienne terwijl hij naar zijn handen kijkt. 'Dingen minder op de automatische piloot doen, meer bewust zijn van hoe ik beweeg en waar ik mee bezig ben. Zodat ik kan kiezen of ik het wel echt zo wil doen.' Ik duw even met mijn schouder tegen schouder aan. 'Mooi!' Als het lijkt alsof hij niets meer wil zeggen, deel ik: 'Ik ga genieten. Genieten van wat er is, gewoon zoals het is.' Dit is niet nieuw, het is namelijk mijn intentie voor de hele reis: nieuwe kansen omarmen. Meedrijven met de stroom in plaats van de rivier te willen veranderen. Het is en blijft een uitdaging voor me.
Ik pas me makkelijk aan aan het rustige ritme van het leven in Hoja 1 en het voelt al snel als thuis. Elke ochtend ontbijten Etienne en ik samen. Hij maakt eieren voor ons terwijl ik mangosmoothies maak en soms bak ik pannenkoeken. Etienne maakt de ruimtes van de honden schoon (lees: hij schraapt heel veel poep van de vloer) en voert hen en soms help ik door de voerbakken te vullen of aan te reiken. De rest van de ochtend is vrij om te schrijven of mijn eigen ding te doen. Dan maakt een van ons lunch en 's middags schrijf ik verder, zoek ik verkoeling in de beek en maak ik lange wandelingen in het bos. Elke avond doen we een korte workout voor onze buikspieren, benen en armen (ik moet natuurlijk fit zijn voor mijn avontuur in Nieuw Zeeland), voordat de honden weer te eten krijgen en we avondeten maken. Ondanks dat we vroeg naar bed gaan, zit ik meestal om half negen 's avonds alweer te gapen. De nachten zijn onrustig door het eeuwige jungleconcert en doordat de honden blaffen, de katten rondrennen en ik regelmatig midden in de nacht de trek naar het toilet moet maken. Een keer word ik 's ochtends vroeg wakker van een knorrend warm lijfje tegen me aan. Een van onze kittens heeft ingebroken in mijn klamboe en is lekker tegen me aan gekropen. Eigenlijk wil ik geen katten in mijn bed (ze nemen ook hun vlooien mee), maar dit is wel heel schattig! Althans, totdat ze rond begint te rennen en me in mijn tenen bijt, dan kieper ik haar snel naar buiten.
En net zoals de dagelijkse routine vertrouwd wordt, wordt mijn huisgenoot dat ook. Het is gezellig samen: We spelen pingpong, doen grappige dansworkouts en zingen tijdens het koken mee met de muziek. 'Kom op, harder!' roept Etienne lachend, terwijl hij een houten vijzel als microfoon onder mijn neus duwt met Rihanna op de achtergrond. Vals blère ik mee: 'Ey, ey, ey, ellaaaa, under my umbrellaaaa!'
We volgen samen een paar WK-wedstrijden en wanneer Nederland tegen de VS speelt leer ik Etienne om 'Hup Holland hup!' te roepen. Verder worden onze gesprekken steeds eerlijker en persoonlijker. Wanneer mensen horen dat ik psycholoog ben denken ze vaak dat ik hen de hele tijd aan het analyseren ben. 'Wat denk ik nu dan?' vragen ze, alsof ik gedachten kan lezen. Nadat ik gepassioneerd aan Etienne heb verteld dat ik niet de hele tijd allerlei diepe observaties aan het maken ben over ieders mentale toestand begint hij onze gesprekken juist grappend 'psycho-analyse' te noemen. We praten over onze families, wensen voor de toekomst en hoe we onszelf zien. 'Psycho analysis time', zegt Etienne terwijl hij de keuken in komt. 'Wat is een kwaliteit waarvan je zou willen dat meer mensen het in je zien?' Ik stop even met het snijden van de paprika en denk na. 'Mijn zelfvertrouwen. Wanneer mensen me voor het eerst ontmoeten denken ze vaak dat ik onzeker en verlegen ben…' deel ik. 'Alsof ik een naïef lief meisje ben. Terwijl ik eigenlijk helemaal niet zo onzeker ben en ook niet echt naïef of lief. Zoals mijn moeder altijd zei toen ik nog klein was: "Pas op, katje heeft klauwen".' Etienne lacht. 'Dat vind ik een leuke uitspraak!' In de dagen daarna plaagt hij me er eindeloos mee dat ik (g)een naïef lief meisje zou zijn.
Op de dag dat in Amerika Thanksgiving gevierd wordt kijk ik 's ochtends naar de bananen die bruin worden in onze koelkast en besluit ik een bananenbrood te bakken. Zonder keukenweegschaal, maatbeker of oven is het een beetje behelpen en op gevoel gooi ik bloem, eieren en bananen in de blender, met wat kaneel erbij. Het mengsel moet in een koekenpan garen. Dit wordt vast een bananenbrood, toch? Wanneer Etienne even later naar beneden komt zeg ik: 'It's an experiment, but I think I am making banana bread.' 'Klinkt goed, het wordt vast lekker!' lacht hij en hij heeft gelijk. Het is de start van een periode vol experimenteel jungle-koken en bakken. Een van de voordelen van een tweepersoons huishouden is dat er maar één andere persoon is die mijn creaties hoeft te eten. Daarbij heb ik opeens groente en fruit tot mijn beschikking, dus probeer ik van alles uit. Ik maak spaanse tortilla en shakshuka en hutspot koekjes. Ik bak nog meer bananenbrood, apple crumble en een omgekeerde perencake. Altijd op gevoel, in een pan en met de magische woorden 'it's an experiment', want dat zorgt ervoor dat het goed lukt. En de keer dat ik droevig naar de pan kijk terwijl mijn cake bruine randjes krijgt en verbrand ruikt, zegt Etienne naast me geruststellend: 'It might not turn out the way you intended, but I'm sure it will still be good.' Hij heeft weer gelijk.
Ook de natuur om ons heen blijft natuurlijk een eeuwige bron van lering en vermaak. Ik zit op de bovenverdieping te filmen hoe Etienne met onze drie zwarte kittens speelt wanneer ik een klein spinnetje vind. Het is een bijzonder harig beestje met lichtroze poten en zwarte sokjes. 'Kom eens kijken, wat een leuke spin!' roep ik enthousiast, terwijl het spinnetje over mijn hand wandelt. De meeste mensen zouden hier helemaal niet enthousiast van worden, maar Etienne roept met glinsterende ogen: 'Cool! Dat is een baby roodvoetvogelspin!' We noemen het spinnetje Sebastiaan (naar het liedje 'de spin Sebastiaan' van Annie M.G. Schmidt) en zetten het weer terug op de vindplaats. Etienne laat me zien waar in de boom buiten de ingang de moeder vogelspin woont. Ze heeft een witte eierzak gesponnen waar ze half in zit, zodat we alleen haar borststuk kunnen zien. Precies tegenovergesteld aan de baby heeft zij donkergrijze haren met rozerode voetjes. Het is een grote harige spin en daardoor ziet ze er best eng uit, maar Etienne legt me uit dat vogelspinnen eigenlijk helemaal niet zo eng zijn. Meestal zijn ze juist heel rustig. Als ze geagiteerd raken zullen ze nog altijd sneller de irriterende haren aan hun achterste afschieten dan dat ze je bijten. Zelfs als ze wel bijten zijn ze niet erg giftig. Wanneer ik met mijn camera dichterbij kom, schiet de vogelspin snel haar witte holletje in en natuurlijk laten we haar verder lekker zitten waar ze zit; geen reden om beestjes te plagen.
Een paar dagen later zit ik aan tafel te schrijven als Etienne naar me toe loopt. 'Een cadeautje', zegt hij en hij zet een bidsprinkhaan voor mijn neus. Het is een grappig beestje, dat met de pootjes voor de borst gevouwen heen en weer wiegt. Het kijkt nerveus om zich heen. Samen bewonderen we de driehoekige kop, de bolle ogen en de gevouwen pootjes. We zoeken bidsprinkhanen op in het insectenboek en leren dat ze eigenlijk dichter gerelateerd zijn aan kakkerlakken dan aan sprinkhanen.
Nu we een gedeelde interesse in insecten hebben ontdekt wijzen we elkaar regelmatig op gekke kevers, wandelende takken of motten. In het regenwoud zijn er altijd genoeg kruipertjes om enthousiast over te worden, dus een insectenpassie is hier ideaal. De volgende keer krijg ik een dode libelle cadeau. 'Wist je dat libelle's elke vleugel apart kunnen bewegen?' vraagt Etienne, terwijl hij het broze insect voorzichtig neerlegt. De dunne doorzichtige vleugels glanzen in de zon. 'Wow, nee dat wist ik niet!' antwoord ik, voordat ik terugkaats: 'Wist jij dat libelle's de meest effectieve jagers in de dierenwereld zijn? Ze hebben een kill-rate van bijna honderd procent.' De dode libelle leg ik op het randje van onze keukenwand en in de dagen daarna zie ik hoe een leger kleine miertjes het insect langzaam opruimen. Het laatste dat overblijft zijn de twee zwarte bolle ogen met de voelsprieten erboven, als een klein libellemaskertje, totdat ook dat verdwijnt. De mieren zijn onze schoonmakers.
Ook leer ik meer over honden en katten nu ik door de dieren omringd wordt. Soms zelfs meer dan ik zou willen… In één week zijn opeens meerdere katten en honden tegelijkertijd in hun vruchtbare periode en dat zorgt voor gekke situaties. De jonge poezen zijn constant aan het jengelen, op zoek naar een mannetje. Gelukkig is onze enige kater Lucifer gesteriliseerd en heeft hij duidelijk geen interesse. Het gaat zelfs zo ver dat de drie zwarte kittens tegelijkertijd voor hem over de grond kruipen, hun achterste in de lucht en verleidelijk miauwend, terwijl Lucifer verveeld naar ze staart. Zo lang ze hem geen eten komen brengen laat het hem allemaal koud. 'Ik heb met de dames te doen,' zeg ik tegen Etienne. 'Het ziet er oncomfortabel uit…' Hij haalt zijn schouders op, er is niet veel wat we kunnen doen totdat ze binnenkort gesteriliseerd worden. Maar, Google is je beste vriend in dit soort situaties en ik zoek op wat te doen bij een krolse kat. 'Je kunt een shamdekking proberen', zeggen websites van meerdere dierenartsen en er staat zelfs een beschrijving van hoe dat werkt. Een poes ovuleert pas wanneer ze gedekt wordt en dit zorgt ervoor dat ze niet meer krols is. Door haar te stimuleren op de manier waarop een kater dat doet, kun je soms een ovulatie opwekken en een einde maken aan de oncomfortabele periode. Etienne en ik wikken en wegen even, is dit iets wat we willen proberen? Sam geeft ons haar toestemming (wel zo belangrijk aangezien het haar katten zijn) en zo komt het dat ik even later op de grond zit achter een klagelijk miauwende kat. Etienne heeft haar in haar nekvel gegrepen en duwt haar stevig tegen de grond, terwijl ik met een vochtig wattenstaafje probeer hetzelfde effect als een kater teweeg te brengen. Ik voel me schuldig tegenover het arme beestje, zij kan er ook niets aan doen dat er hier geen viriele mannen of dierenartsen in de buurt zijn die haar kunnen helpen met haar hormonen! Als je het hebt over een bizarre jungle-ervaring…
Blijkbaar kan het echter nog bizarder, zoals we de volgende dag bij het ontbijt merken. Om ongewenste zwangerschappen te voorkomen hebben we Masama, de loopse hond, samen met Luna, Zupai en Steve (een gecastreerd mannetje en onze meest idiote hond) opgesloten in een aparte ruimte. Ineens horen we vanuit de gang een luid gejank, gepiep en geblaf. Etienne fronst en staat op om te kijken wat er aan de hand is. Even later komt hij terug en zegt opgewonden: 'Uhm, Steve tried to mate with Masama, but he did it wrong and now they're stuck… butt to butt!' Ik spring op en volg hem naar de hondenkamer, waar Steve en Masama inderdaad in een oncomfortabele positie aan elkaar gelinkt zijn. Elke keer dat Masama probeert weg te bewegen begint Steve te janken van de pijn. Dit kan niet goed zijn, toch? Ik ga er op mijn knieën naast zitten en (ik kan zelf niet geloven dat ik dit doe) probeer te voelen of ik de beesten van elkaar kan losmaken. Steve z'n gespannen geslachtsdeel voelt warm en glibberig aan (iel!) en er zit geen beweging in. Ik ben bang dat de hondjes zichzelf of elkaar pijn zullen doen en roep in lichte paniek tegen Etienne 'Call Philippe, now!' Diep vanuit de jungle kan die niet zoveel doen, maar misschien heeft hij advies… Etienne houdt het hoofd echter koel en raadpleegt eerst Google (zoals ik al zei: je beste vriend). 'Wacht, het zegt hier dat dit normaal is!' spreekt hij de verlossende woorden. 'Het heet een 'dog knot' en het hoort bij het paringsproces van honden. Ze kunnen soms wel 60 minuten op deze manier aan elkaar vast zitten en komen vanzelf weer los. Ha, wie wist dat we doggystyle allemaal verkeerd doen?!' Alsof Steve zijn woorden heeft gehoord, hinkt hij opeens weg van Masama, gaat op de grond zitten en begint aan zijn kruis te likken. Masama kruipt weg in een hoekje, ik denk niet dat ze het naar haar zin heeft gehad. Gelukkig hoeven we niet bang te zijn voor puppies, die kan Steve niet meer maken, maar toch houden we ze vanaf die tijd maar gescheiden. Ik houd aan het avontuur vooral hartkloppingen over, maar heb ook het gevoel dat Etienne en ik elkaar hiermee weer een stukje beter hebben leren kennen. Het is nogal een bondingservaring, zo'n dog knot…
Bijna twee weken na mijn aankomst in Hoja 1 vraagt Etienne ineens: 'Wat is eigenlijk het plan? Hoe lang blijf je hier?' Hij staat in de keuken de boodschappenlijst te maken voor onze volgende voedselbestelling. Ik haal mijn schouders op. Toen ik hierheen kwam was er geen einddatum, maar ik had verwacht op een gegeven moment weer te wisselen met Ellie. Wil ik dat nog? Het voelt alsof ik het wel zou moeten willen; in het andere kamp gebeurt veel meer, de natuur is nog mooier en ze hebben er wilde dieren om voor te zorgen. Mis ik iets door hier bij de honden en katten te blijven? Zoals mijn moeder zei toen ik naar Hoja 1 ging: 'Ben je daarvoor naar Peru gereisd? In een dierenasiel werken kan hier in Almere ook hoor…' Tegelijkertijd merk ik dat ik het fijner vind in dit kamp dan in het rehabilitatiecentrum. In de praktijk mag ik daar niet zoveel helpen bij de verzorging van de wilde dieren als ik zou willen. Ik voel me er vaker eenzaam en gefrustreerd doordat ik zo weinig betrokken word in de organisatie. Ja, de natuur is daar prachtig, maar ook in Hoja 1 woon ik diep in het regenwoud. Ik geniet van de rust hier, van de autonomie en van de gezelligheid met Etienne. Ik ben gelukkiger hier, dus waar doe ik goed aan? Blijven of weggaan, het is de eeuwige zoektocht tijdens elke reis. Het doorslaggevende advies komt uiteindelijk van Sioned*, die me appt: 'Stay wherever you are happiest my love, life is too short to do otherwise!' Tja, daar heeft ze eigenlijk wel gelijk in! En dus blijf ik in Hoja 1.
Nu de kogel door de kerk is besef ik me ook dat ik nog maar drie weken in het regenwoud voor de boeg heb. Het geeft me een gevoel van paniek, de tijd gaat zo snel! Voordat ik het weet is het voorbij en na jaren terugverlangen naar het regenwoud vertrek ik dan weer… Haal ik er wel echt het maximale uit? Deze reactie herken ik van eerdere reizen, waar ik ook een paar weken vooraf al erg bezig was met mijn vertrek uit een fijne plaats. Wanneer het lukt om dat gevoel niet te laten overheersen (een uitdaging), helpt het me juist om bewuster te genieten van alle mooie avonturen. Het zorgt er voor dat ik uiteindelijk kan vertrekken zonder spijt dat ik iets heb gemist. Dus maak ik op ons krijtbord een 'to do before the END-lijst' en belooft Etienne me te helpen die te voltooien. Er staat op:
- Wandeling bij zonsopkomst
- Een jaguar zien (met een knipoog)
- Geweldige natuur waarderen
- Elke dag wandelen
- Reflecteren op highlights
- Heel veel foto's nemen
- Nachtwandeling
- Beekwandeling
- GPS leren
- Expeditie huis
Etienne voegt meteen daad bij woord en duwt bij onze volgende wandeling de GPS in mijn handen. Hij legt me uit hoe ik het kaartje van de GPS kan bedienen, hoe ik de route kan volgen en hoe ik zelf een markeerpunt kan maken. Het is allemaal niet zo ingewikkeld, maar we halen er een mooie levensles uit: Soms laat de GPS een rechte lijn zien naar je bestemming, maar in de jungle bestaan er geen rechte lijnen. Net als in het leven is vaak de omweg een betere route.
We gaan op 'expeditie' naar het verlaten huis waar Sam een tijdje heeft gewoond met een eerdere partner. Het platform ligt ongeveer een uur van het kamp af in een deel van het terrein dat niet vaak meer bezocht is de afgelopen tijd en dus hebben we een machete mee om het pad schoon te hakken. Om er te komen moeten we eerst de beek oversteken via een omgevallen boomstam. Etienne loopt soepel naar de andere kant, maar ik bevries na de eerste paar stappen. Voetje voor voetje schuifel ik verder terwijl ik probeer niet te wankelen. In het midden van de boomstam zit een knobbel, waar ooit een grote tak heeft gezeten en om er langs te komen moet ik mijn linkervoet op een klein randje zetten en mijn rechtervoet hoog optillen. Ik sta versteend op één plek, mijn adem gaat steeds sneller en ik weet niet wat ik moet doen. Terug is geen optie, vooruit lukt niet en zelfs gaan zitten voelt als een te grote stap. Etienne staat geduldig aan de andere kant te wachten, kan hij me helpen? Uiteindelijk overwin ik mezelf, ik haal diep adem, til mijn voet op en stap over de knoest heen. Ik wankel naar links en even ben ik bang dat ik toch omval, maar ik herstel me en zet snel de laatste stappen naar de andere kant. Opgelucht blaas ik mijn adem uit, pfoe ik heb het gered.
Daarna volgen we kleine paadjes door de natuur. Etienne loopt voor me uit, zwaaiend met zijn machete en ik voel me net een luxe stadse dame uit de 18e eeuw waarvoor het pad wordt geklaard door haar bediende. Ik merk ook weer hoe slecht ik eigenlijk ben in lopen in deze natuur… Regelmatig struikel ik bijna, voel ik mijn enkels zwikken of blijf ik haken aan een stekelige tak. Je weet dat je echt buiten je comfortzone bent, wanneer zelfs lopen een uitdaging is! Toch ben ik vastberaden het zelf te doen. We moeten een grote boomstam overklimmen en klauteren door de bedding van een droge beek en ik sla Etiennes uitgestoken hand af. Ik kan dit!
'Hole!' waarschuwt Etienne me gelukkig net op tijd, voordat ik in een rond gat in het pad kan vallen. Het zou niet de eerste keer zijn… Een paar weken geleden liep ik met Philippe terug in de schemering toen de grond onder mijn voeten opeens weg was. Voor een seconde hing ik in de lucht, een beetje als zo'n stripfiguur dat van een klif af rent, en toen stortte ik ongeveer een meter naar beneden. Gelukkig was het vooral heel grappig en hield ik er naast een geschaafde elleboog weinig aan over, maar het was weer een goede herinnering: In de jungle moet je altijd kijken waar je je voeten neerzet.
Met behulp van mijn nieuwe geweldige GPS-skills (hihi), komen we uiteindelijk aan bij het verlaten huis. Het platform is nog in verbazingwekkend goede staat en ligt er als een soort ghost town bij. Een overblijfsel van eerdere tijden, wachtend om door de jungle opgegeten te worden.
Hoe goed geolied onze routine ook is, dag in dag uit met één persoon samen zijn (vooral als dat tot voor kort nog een vreemde was) kan ook erg intensief zijn. Je maakt elkaar mee in alle vormen en het vereist dat je elkaar af en toe de ruimte geeft om niet gezellig te zijn. Zelf heb ik bijvoorbeeld veel last van schommelingen in mijn hormonen waardoor ik rond mijn ovulatie vaak intens verdrietig, moe of kattig ben (PMS). Alhoewel ik over het algemeen een opgewekt en energiek persoon ben, zijn dat dagen dat ik het liefst de hele dag in bed zou willen liggen om me te verstoppen voor de wereld. Of dat ik zonder reden iemand afsnauw. Ik kan niet meer genieten van wat ik normaal juist leuk vind en het lijkt alsof er constant een grijze wolk boven mijn hoofd hangt. Ik weet eigenlijk wel dat er helemaal niets aan de hand is, maar ik kan het gevoel niet afschudden. Jarenlang heb ik niet geweten waarom ik me regelmatig ineens zo emotioneel voel en pas sinds het afgelopen jaar begin ik echt te begrijpen wat er gebeurt in mijn lijf. Ik probeer er zo veel mogelijk open over te zijn, zodat ik de steun kan vragen die ik nodig heb en omdat ik denk dat het helpt om over dit soort onderwerpen te praten. (Voor iedereen die dit ook vindt is de podcast van 'de menstruatiemeisjes' een aanrader).
Jammer genoeg beïnvloeden mijn hormonen me ook tijdens mijn reis en dat vind ik best lastig. Het staat me in de weg om te genieten van mijn avonturen, ik heb geen energie voor het reizen en het is moeilijker om de ruimte te creëren die ik nodig heb. Deze keer is het dal nog net wat dieper dan normaal, maar gelukkig is de jungle geduldig en is mijn nieuwe huisgenoot nog geduldiger. Een van de ochtenden zit ik ineengedoken aan de keukentafel. Ik heb mijn knieën opgetrokken en zit lusteloos een beetje te scrollen op mijn telefoon. Zonder reden voel ik me enorm verdrietig, de tranen prikken in mijn ogen. Ik weet dat ik in beweging moet komen en iets moet doen, maar het voelt alsof het gewicht van de hele wereld me naar beneden duwt. En dus blijf ik zitten. Etienne loopt langs en ziet mijn gezicht 'Are you okay?' Ik haal mijn schouders op en schud mijn hoofd. Hij loopt door en komt even later terug met onze dikke kat Lucifer in zijn armen. 'Hier, volgens mij kun je wel een kattenknuffel gebruiken.'
Mijn dagelijkse wandelingen in de natuur helpen ook om mijn zinnen te verzetten en te genieten van waar ik ben. Ik probeer de natuur op te zuigen als een spons. Ik wil bewust genieten van alle pracht waar ik nu doorheen loop, zodat ik alle indrukken op kan slaan en nog tijden met me mee kan dragen. Dat is best lastig, ik raak soms verdwaald in mijn eigen hoofd. De groene energie om me heen lijkt wel als 'ecstacy' voor mijn brein te werken en er komen allerlei nieuwe ideeën in me op waar ik het liefst meteen mee aan de slag zou gaan. Anderzijds werkt de wandeling ook juist kalmerend, wanneer ik rust en troost nodig heb. Natuur biedt altijd wat we nodig hebben.
Soms probeer ik bewust stil te staan bij wat ik voel, ruik, hoor en zie. Terwijl ik rustig doorloop voel ik de zweetdruppels op mijn voorhoofd, de drukkende lucht alsof ik een sauna inadem en mijn voet die prikt van een mierenbeet. Een mug landt op mijn nek, mijn voeten zijn droog en warm in mijn laarzen en ik stoot mijn tenen tegen een boomwortel. Ik ruik de geur van de vochtige grond en het constante rottingsproces van de jungle, een ondertoon van bloemen zweeft door de lucht en dan doorkruis ik de sterke zweetvoetengeur van een pekari spoor. Rechts van me schudden de bosjes en ik ben even bang dat ik net echt een pekari heb gekruist. Komt er zo direct een brullend monster de bosjes uit gestormd? Een paar weken geleden ben ik door een van de pekaries in het rehabilitatiecentrum aangevallen en ik ben eigenlijk niet klaar voor een herhaling… Toen ik het verblijf binnenging om Sacha haar voer te geven, kwam ze op me afgestormd. 'Die is blij om te eten!' dacht ik nog, voordat ze op mijn kuit afrende. Met een klap duwde ze haar stevige snuit tegen mijn been en ik voelde hoe haar kleine tanden op mijn huid in begonnen te knagen. 'No, stop! Go away!' riep ik, terwijl ik terugdeinsde. 'Wat is er?!' riepen Sam en Ellie, die achter me stonden, maar ik kon alleen maar snel het hek uitvluchten en de deur dichtdoen. Gelukkig was de schade beperkt, een scheur in mijn broek en een klein wondje in mijn been. De reden dat Sacha opeens door het lint ging? Niemand weet het… Eerder was een nieuwe pekari gearriveerd en die had haar kop vriendelijk tegen mijn benen geschuurd. Misschien raakte Sacha in paniek door de geur van deze indringer.
Nu sta ik sta doodstil en houd ik mijn adem in, klaar om te vechten of te vluchten. Het wordt weer rustig en ik loop voorzichtig door. Ik hoor de screaming piha's om me heen hun 'fietfiew' fluiten, het gezoem van muggen naast mijn oor en het lage brommen van een vlieg. Vogeltjes tsjilpen, de cicaden zorgen voor een constante zagende baslijn en ik hoor de brulapen in de verte afgaan 'wraaaaaaahhhhh!'. De hemel rommelt, zou er een storm aankomen? Ik schrik van een vogel die met een luid geflap naast me opvliegt en hoor boven me het gekrijs van de papegaaien.
Ik zie meer dan ik kan beschrijven om me heen. De natuur heeft alle mogelijke tinten groen en zo veel verschillende vormen. Ik zie palmen met brede waaierbladeren, klimplanten, loofbomen en varens. De grond ligt vol met bruine bladeren en de begroeiing naast het pad is ondoordringbaar. Ik passeer een enorme boom, met een doorsnee van minstens vier meter en stervormige wortels die geweldige schuilplekken maken. De stam hangt vol met lianen die tot op de grond reiken. Af en toe zie ik een glimp van blauwe hemel, tussen de bomen die in de hemel naar elkaar toe reiken. Een omgevallen boom creëert open ruimte in de lucht, maar wordt op de grond omringd door een wirwar van lianen, klimplanten en palmen. Aan een boomstam hangt een grote bruine bult, een termietennest. Een vlinder fladdert voorbij en mieren lopen in een treintje over het pad. Midden over het pad hangt een dunne sliert, een soort boomwortel, met daaraan een bolletje schuim. Dat is een eierzak van een kikker of een kever, ik weet het niet zeker. Verderop op het pad zie ik een enorme canetoad, zo groot als een voetbal. Ik heb nog nooit zo'n grote pad gezien. Hij zit doodstil, als een rotsblok. Wanneer ik dichterbij kom springt hij zwaar op, klautert met moeite van het pad af en verdwijnt in de bosjes. In het zand van het pad zie ik kleine groene zaadjes, paarse bloemetjes die van ver boven ons zijn gekomen en daarna het drietenige spoor van een tapir! Die is hier in de afgelopen dagen voorbij gekomen en heeft precies in het vochtige zand een paar voetafdrukken gemaakt. Wanneer ik bij de beek kom zie ik kleine ronde pootafdrukjes naast het water, alsof een coati na het drinken naar boven is geklauterd. Het hoogtepunt komt echter wanneer ik de beek oversteek. Vanaf de brug zie ik hoe Karel de kolibri herhaaldelijk boven het water blijft hangen, zich onderdompelt en dan wegzoeft. Het voelt als een cadeautje van moeder natuur.
En dan, tien dagen voordat mijn tijd in het regenwoud erop zit, ga ik toch nog even terug naar andere kamp. Een deel van mijn spullen ligt daar nog en ik moet met Sam en Dylan mijn project doorspreken. Eigenlijk wil ik niet weg uit deze fijne bubbel van Hoja 1, maar er zit niets anders op. En dus pak ik mijn spullen, stap ik in de boot en ga ik voor de laatste keer naar het rehabilitatiecentrum…
Lees in mijn volgende blog welke avonturen ik nog beleef in mijn thuis in het Amazonegebied! Fijne jaarwisseling allemaal!
Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley