Bomen, boten en begroetingen - Reisverslag uit Las Piedras, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu Bomen, boten en begroetingen - Reisverslag uit Las Piedras, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu

Bomen, boten en begroetingen

Door: Jorinde Voskes

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

19 Oktober 2022 | Peru, Las Piedras

Daar ben ik dan. Terug in het regenwoud. Uit de donkere wildernis om ons heen klinkt het eeuwig durende concert van de cicades, de kikkers en de andere buren. ‘Groegroegroe’ hoor ik in de verte de schrapende roep van een bamboerat. ‘Hoehoehoe’, zouden dat nachtaapjes zijn? ‘Ribbit!’, de boomkikker wil ook graag meedoen.

Het is nu meer dan een week geleden dat ik op het vliegtuig stapte. Ik vloog van Amsterdam naar Madrid, van Madrid naar Lima en van Lima naar Puerto Maldenado. Na ongeveer 36 uur reizen stap ik in Puerto Maldonado het vliegtuig uit. Ik adem de warme, vochtige lucht in en zie de palmbomen naast de landingsbaan. Dit voelt bekend. Een klein geluksbubbeltje borrelt in me op. Over het hete asfalt loop ik naar het kleine witte gebouw van het vliegveld, ik trek mijn backpack van de enige bagageband die ze hier hebben en zet tien stappen om buiten te komen. ‘Taxi?’ vraagt een man me hoopvol. Ik schud nee en zie op dat moment een vrouw met een bord met ‘Jorinde Vosques’ naar me zwaaien. Yvette* werkte voor LPAC toen ik hier in 2020 was en is nu de contactpersoon in de stad voor Hoja Nueva (de organisatie waarvoor ik vrijwilligerswerk doe). Meteen een bekend gezicht! Terwijl we in de auto zitten kletsen we wat in het Spaans, maar kijk ik vooral naar buiten naar de chaos van Puerto Maldonado. Tuktuk’s en brommers zoeven voorbij, de wegen zijn slecht onderhouden en langs de kant van de weg zie ik houten schuurtjes die als winkels dienen. Ik glimlach gelukkig.

[*Namen met een asterix zijn gewijzigd i.v.m. privacy]

Ik blijf vannacht in een hostel in de stad samen met Isabella (Isa)* en Jorge*, een Spaans koppel dat ook bij Hoja Nueva helpt. Morgen gaan op weg naar het kamp in de jungle. Ik heb geleerd van de vorige keer dat het regenwoud funest is voor je spullen; toen vormden mijn mooie leren bergschoenen een paddenstoelenkwekerij en werd mijn cowboyhoed aangeknaagd door ratten. Daarom zorg ik ervoor dat ik alleen spullen die ik de komende maanden echt nodig heb in mijn kleine rugzak stop. Alles voor de rest van de reis (waaronder mijn tent, slaapzak en warme trui) blijft in mijn grote backpack om bij Yvette thuis te worden opgeslagen. Nadat ik klaar ben met inpakken en heb genoten van een welverdiende douche (koud natuurlijk) ga ik met Isa en Jorge iets eten in een restaurant. Terwijl ik langs de bekende plekken loop, zoals de plaza de armas (het plein) van Puerto Maldonado en de straat langs de rivier, word ik gebombardeerd met herinneringen aan 2020. Het is gek om hier te zijn zonder mijn vrienden van toen.

Dankzij mijn jetlag slaap ik geweldig, maar word ik ook erg vroeg wakker. Om half zes luister ik naar het kraaien van de haan en de muziek van onze Peruaanse kamergenote die onder de douche staat en geen moeite doet om stil te zijn. Slapen lukt echt niet meer, dus ik kruip onder mijn klamboe vandaan. Het is fris buiten en er liggen plassen van de regenbui van vannacht. Terwijl ik kijk naar de tropische begroeiing in de tuin van het hostel, videobel ik met mijn vader die in een grijs Nederland de ramen staat de lappen. Daarna bel ik ook met mijn moeder, die in Frankrijk het avondeten voorbereidt. We zijn nu echt in andere werelden. Dankzij mijn vroege start heb ik ook nog tijd om uitgebreid te ontbijten zoals je dat in Peru doet: een wit bolletje, roerei, avocado een heerlijk glas verse papayasap. Daarna ga ik geld pinnen bij een van de banken op het plein. Gisteravond werd mijn bankpas geweigerd, best spannend, maar nu krijg ik een paar briefjes van honderd soles. Shit, daar kan ik waarschijnlijk niets mee in het dorp in de jungle. Bij een winkeltje koop ik een fles water voor 3,5 soles (nog geen euro) en vraag zo lief mogelijk of ik met een honderdje mag betalen. ‘Heb je niets anders, twintig of vijftig?’ vraagt het meisje achter de kassa. ‘Nee, de bank gaf me alleen dit’ zeg ik zielig in het Spaans. Ze zucht, pakt het briefje aan en loopt naar de buren om wisselgeld te krijgen. Gelukkig, nu kan ik even vooruit.

Een uur later laden we onze spullen in de auto om te vertrekken richting het oerwoud. De grote rugzakken van Isa en Jorge moeten op het dak. Er is nog wel plek achterin, maar we hebben een bijzondere passagier die veel rust en ruimte nodig heeft. Gisteren zijn Sam en Dylan (eigenaren van Hoja Nueva) gebeld door hun contactpersoon bij de wildlife department: er was in Puerto Maldonado een baby-marguay gespot die als huisdier werd verkocht. Marguays zijn kleine wilde katten met een prachtige gevlekte jaguar-achtige vacht. Ze zien er ontzettend schattig uit, met hun ronde oren en grote ogen. Daarom zijn ze een gewild slachtoffer in de handel in wilde dieren en komen ze vaak als huisdier bij iemand terecht. Dit is op meerdere vlakken een probleem: als bedreigde diersoort is elke marguay die uit het wild wordt gehaald er een te veel. Regelmatig wordt de moeder afgemaakt om bij de baby te komen of om de vacht te verkopen. Daarnaast zijn de marguays al snel te wild en te agressief voor hun eigenaren, waardoor ze in vreselijke omstandigheden worden gehouden. Hoja Nueva is onder andere een opvangcentrum voor wilde dieren, gespecialiseerd in katachtigen, waar deze beestjes een kans krijgen om terug naar het wild te gaan. Op dit moment worden er dertien katten opgevangen bij Hoja Nueva: zes marguays, vier ocelots, twee oncilla’s en een jonge jaguar (!). Verder zijn er elf pekaries (wilde zwijnen), acht coati’s (een soort wasberen), elf schildpadden, een kinkaju en een baby-tapir. En een geredde huiskat en een Spix’ sjakohoen (een soort wilde kalkoen) die denkt dat hij een kip is. Al deze dieren zijn door toedoen van menselijk handelen nog niet in staat om volledig wild te leven, maar worden voorbereid op een leven in hun natuurlijke leefomgeving.

De baby-marguay in de auto kijkt ons angstig aan vanuit de kennel. Het is een schattige kitten met een prachtig vlekkenpatoon. Waarschijnlijk is hij slechts een of twee dagen eerder weggerukt bij zijn moeder in het oerwoud. Hij is nog niet gewend aan mensen, wat de kans op een leven in het wild gelukkig stukken groter maakt.

We rijden Puerto Maldonado uit over de rode hangbrug over de Tambopata rivier. Ik denk terug aan mijn ‘vlucht’ uit de jungle aan de start van de pandemie. Toen was deze brug de laatste horde voor onze aankomst in Puerto Maldonado. De weg was afgesloten en onze chauffeur moest praten als Brugman om de militairen bij de roadblock zo ver te krijgen dat ze ons door lieten. Wij zaten in spanning achterin de auto, hopend dat al onze moeite niet voor niets was. Nu kunnen we uiteraard gewoon doorrijden, zonder problemen.

Langs de weg is het meeste land ontgind voor huizen en boerderijen, met af en toe een groene explosie waar het regenwoud nog mag bestaan. Het maakt me treurig om naar de kale velden te kijken; ik kan me zo goed voorstellen hoe uitbundig de natuur hier was voordat de interoceanic highway (afgerond in 2012) er dwars doorheen werd aangelegd. Deze snelweg verbindt Peru met Brazilië en maakt handel tussen de landen makkelijker (alhoewel uit onderzoek blijkt dat dit slechts beperkte opbrengst heeft). Een weg brengt echter altijd menselijke activiteit met zich mee en sinds die tijd staat het regenwoud in de Madre de Dios regio nog meer onder druk.

Na ongeveer anderhalf uur draaien we van de verharde weg af en rijden we een zandweg op. Het is inmiddels keihard aan het regenen en de weg is glibberig. Emilio*, onze chauffeur rijdt behendig naast de sporen in de weg om extra grip te houden. Af en toe voel ik de auto wegglijden in de vele plassen en kuilen. Ik ben een boek aan het lezen, maar houd op die momenten ook even mijn adem in, vooral nadat ik een paar autowrakken in de greppel zie. Nu wens ik dat ik mijn gordel om kon doen, maar die luxe biedt deze Peruaanse auto niet. We komen tot stilstand voor een vrachtwagen vol met omgekapte bomen. Prachtige grote hardhout stammen, het brengt tranen in mijn ogen. De vrachtwagen blokkeert de weg zodanig dat Emilio het risico niet wil nemen om door de greppel er langs te glibberen. De chauffeur staat gelukkig vlakbij te kletsen. Hij lacht vrolijk en klimt achter het stuur om het voertuig meer aan de kant te zetten. Het lijkt me een aardige vent. Ik vind het soms moeilijk om deze houthakkers niet als de ‘slechteriken’ te zien voor het werk dat ze doen; dit is ook gewoon een persoon die in zijn levensonderhoud wil voorzien. Helaas betaalt de houtkap relatief goed.

Eindelijk glibberen we Lucerna binnen, de nederzetting in de buurt van Hoja Nueva. Ook hier herken ik weer alle plekken waar mijn tijd in Peru onlosmakelijk mee verbonden is: de veranda waar ik de vorige keer afscheid nam, de winkel waar we uren zaten om de wifi te gebruiken, de plek waar we feest vierden met de gemeenschap. We stoppen vlak bij de aanlegplaats voor de boten en wanneer ik de deur open doe staat Sam voor mijn neus: ‘Hello there darling. Your hair is different.’ Ik geef haar enthousiast een knuffel. Toen ik hier in 2020 was zag ik Sam en Dylan als mijn vrienden. Ik kon het goed met ze vinden en we maakten een intense periode samen mee. Anderzijds hebben we elkaar meer dan twee jaar niet gezien of gesproken en is het in het centrum altijd een komen en gaan van vrijwilligers en onderzoekers. Ik weet niet of zij mij gewoon zien als ‘een van de velen’. Spannend dus om weer terug te komen…

Het regent nog steeds keihard en we laden de spullen uit de auto snel in de boot. De kade is een modderige glijbaan en mijn schoenen en broek zitten al snel onder. Dan glijd ik ook nog uit val op mijn billen. Oh ja, ik was vergeten hoe snel je hier vies wordt!

We wachten op de veranda van de winkel terwijl de eerste lading goederen naar het kamp verderop aan de rivier worden gebracht. Zoals Isa en Jorge me gisteren hebben uitgelegd wordt dat huis, waar ik eerder verbleef, nu vooral gebruikt voor onderzoek en de katten en honden die Sam opvangt. Wij gaan naar een ander kamp verderop aan de rivier. In de tussentijd kijken Sam en Philippe, de dierenarts, naar onze geredde kitten, hij ziet gelukkig er goed uit.

Wanneer we op de rivier varen waait de regen vanaf de zijkant de boot binnen. Ik zit bovenop een enorme zak rijst en probeer het eten te beschermen met mijn blauwe plastic regenponcho. ‘Houd je goed vast' waarschuwt Sam 'de rivier staat extreem laag en we zullen een paar bochten moeten maken om de zandbanken te ontwijken.’ Ze heeft het nog niet gezegd of we lopen al vast. Iedereen gebruikt hier "pekepeke’s", lange ondiepe gietijzeren sloepen met een buitenboord motor die hun naam te danken hebben aan het geluid dat ze voortbrengen. De bestuurder, Martino*, zit op de achterrand naast de motor en tuurt langs de boot om de koers te bepalen. Door de regen is het moeilijk te zien waar de ondiepe stukken zijn, dus hij vaart op geheugen.

Met een duwstok en een brullende motor weet Martino onze boot zo te draaien dat we weer verder kunnen. Hij zigzagt een route over de rivier, de onzichtbare zandbanken ontwijkend. Blij kijk ik naar het bekende bruine water en de muren van groen ernaast. Ik zie een kleine waterval en de roodbruine wand van het klif. Ik geniet van de vogelgeluiden en de mist die tussen de hoogste boomtoppen verzamelt. Ik lach om mijn vingers die rimpelen in het vocht. Ik ben er weer en het voelt goed.

We brommen een tijdje voort zonder problemen en het lijkt erop dat alles goed gaat. Totdat we met een schurend geluid een zandbank midden in de rivier op schuiven. We liggen ver op het zand, als een gestrandde walvis. Oeps, het is meteen duidelijk dat dit niet makkelijk wordt. ‘Can you mind the baby?’ vraagt Sam me. Ze verlaat haar plekje naast de marguay en klimt aan de achterkant uit de boot. Samen met Martino duwt ze, zo hard als maar kan, tegen de achterkant. Geen beweging. Ook Jorge klimt uit de boot en duwt mee. Geen beweging. Isabella trekt haar schoenen en sokken uit en rolt haar broek op. Philippe en zij stappen de rivier in. Ik ben nu de enige in de boot, samen met de marguay. ‘1, 2, 3, push!’ Iedereen duwt. De boot draait, maar we zijn niet los. Het kost nog een aantal keer duwen en wat wrikken met een van de duwstokken om ons los te krijgen. Iedereen klimt weer aan boord, behalve Martino die tot z’n middel in het water zakt.

Wanneer we eindelijk aanleggen, begint het grote uitladen. Alles moet de glibberige rivierkant gesjouwd worden. Ik val nog een keer in de modder en scheur mijn plastic regenponcho- die is duidelijk niet gemaakt voor het regenwoud. Met mijn zware rugzak achter, een klein rugzakje voor, mijn handtasje aan mijn schouder en een kist vol fruit ploeter ik door het woud. Ik wilde bewijzen dat ik kan bijdragen door ook iets van de goederen mee te nemen, maar ik heb al snel spijt van mijn inzet. Ik zou door de pijn in mijn schouders bijna vergeten te genieten van mijn eerste momenten in het woud. Ik gluur tussendoor naar de enorme bomen, de verschillende lianen, varens en palmen en het ondoordringbare groen van de ondergroei. Ik was vergeten hoe ontzettend WILD het hier is.

Het voelt als een oneindige tocht door het bos, maar uiteindelijk komen we aan bij een houten gebouw. Een huis zoals je dat hier bouwt: op palen, zonder muren, met een golfplaten dak. We pakken de enorme lading groente en fruit die we hierheen hebben gesjouwd uit. Zo, dat ziet er goed uit! Mijn enthousiasme wordt al snel de kop ingedrukt: dit is voor de dieren. De mensenkeuken krijgt bonen en rijst.

Terwijl ik aan het uithijgen ben op de veranda komt de kat, Mapache (betekent wasbeer), even begroeten. Hij snuffelt aan mijn rugzak en de blouse die ik er bij heb liggen, kruipt er bovenop en doet een plasje. Tevreden dat hij zijn territorium heeft afgebakend wandelt hij weg. Ik ben nog aan het bekomen van deze… natte begroeting, als ik weer een bekend gezicht zie: Dylan. ‘Good to see you!’ begroet hij me warm. We kletsen over koetjes en kalfjes en dan wijst hij naar de paden die vanaf het huis lopen. ‘Dat is het pad naar de vrijwilligersplatform en dat is het pad naar de dieren. Ga daar niet alleen naartoe! Maar je weet wel, ga sowieso nergens alleen naartoe.’ Oh ja, de basisregel in de jungle: loop niet alleen want verdwalen is doodgaan.

De rest van de avond verloopt rustig. Ik maak mijn bed op, met lakens die allemaal een klein beetje vochtig zijn. Ik stop mijn klamboe goed in, zodat ik een soort grot heb. Ik maak er ook meteen mijn eigen plekje van, met mijn Ghana-doek als gordijn voor het bed, mijn toilettas klaar voor gebruik, mijn spulletjes uitgestald en mijn schoenen op een rijtje. Door mijn reizen heen heb ik mezelf dat aangeleerd: waar ik ook ben en hoe weinig ruimte ik ook heb, ik kan me altijd thuis voelen met die paar kleine handelingen. En zo val ik later die avond in een diepe slaap in mijn nieuwe thuis in de jungle.

Vond je het leuk om samen met mij te arriveren in het regenwoud? Laat het me weten in een reactie! En lees in mijn volgende blog hoe mijn leven in het regenwoud tot nu toe verloopt!

Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.


  • 20 Oktober 2022 - 10:03

    Marianne :

    Je bent in je sas , duidelijk! Wat fijn Jorinde


  • 24 Oktober 2022 - 16:56

    Tom Turk:

    Fascinerend om te lezen. De Jorinde die bij mijn lessen zat, oogde een stuk minder avontuurlijk.[e-1f644]

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorinde

Ga met mij mee op reis! Samen beleven we avonturen, ontdekken we de cultuur van bijzondere bestemmingen en leren we levenslessen. En wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan ook op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Actief sinds 06 Sept. 2012
Verslag gelezen: 163
Totaal aantal bezoekers 68697

Voorgaande reizen:

09 Januari 2023 - 03 April 2024

Nieuw-Zeeland

10 Oktober 2022 - 06 Januari 2023

Peru 2022

09 Juni 2020 - 09 Juni 2020

Nederland

15 Augustus 2019 - 11 November 2019

Canada

12 November 2019 - 15 April 2019

Peru

01 Mei 2017 - 27 Augustus 2017

Rhodos

16 Juli 2016 - 16 Juli 2017

Australië

22 April 2013 - 01 Juli 2013

Mexico

06 September 2012 - 31 December 2012

Ghana

Landen bezocht: