Waternood! - Reisverslag uit Las Piedras, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu Waternood! - Reisverslag uit Las Piedras, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu

Waternood!

Door: Jorinde Voskes

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

27 Oktober 2022 | Peru, Las Piedras

Introductie:

Op dit moment ben ik in het Amazonegebied van Peru, op dezelfde plek waar ik in 2020 ook was. Ik verblijf de komende maanden in Hoja Nueva, een conservatieorganisatie en dierenopvangcentrum midden in de jungle.

Als ik wakker word uit een onrustige slaap heb ik een droog gevoel ik mijn mond. Mijn eerste gedachte is ‘oh ja, geen water.’ Het is geen ideale start van de dag. Met een gezicht dat nog slaperig aanvoelt kom ik aan bij het centrale platform. Ellie*, Jorge* en Martino* kijken in stilte naar de groene muur buiten aan begroeiing voor het platform. Ik help weer met het voeren van de varkens en knutsel ontbijt in elkaar: een gebakken ei en wat rijst van gisteren. Ik mis mijn kopje thee, maar gelukkig heb ik nog twee slokken water in mijn waterfles.

[*Namen met een asterix zijn gewijzigd uit privacy-overwegingen]

De hele ochtend hangt iedereen een beetje lusteloos rond. Het regent, dus ook nu wekken de zonnepanelen niet voldoende energie om op de waterpomp aan te zetten. Ik maak me zorgen hoe we zonder water de dag doorkomen, vooral omdat er geen oplossing lijkt te zijn voor het probleem. Sommige dingen zijn ongemakkelijk, zoals de vieze afwas in de keuken, plakkerige handen en je tanden niet kunnen poetsen, maar dat overleven we wel. Niet drinken op een plek waar je per uur liters zweet uitstoot kan echter snel gevaarlijk worden. Misschien is het puur de wetenschap dat ik niets kan drinken, maar ik ontwikkel al snel hoofdpijn en intense dorst. En dus zet ik emmers neer om water op te vangen. En na de emmers ga ik door met pannen, kommen en kannen die ik op een rijtje onder het dak zet. Door het water op de golfplaten vullen de bakken zich een stuk sneller. De anderen doen een beetje lacherig om mijn waterproject en steken geen poot uit, maar ik voel me beter nu ik een oplossing voor het probleem heb. Ik heb al snel genoeg water om pasta te kunnen koken voor de lunch, thee te zetten (ik vertrouw de waterkwaliteit niet genoeg om het ongekookt te drinken) en de afwas te doen. Ha, lach me nu nog maar uit!

Ik maak als lunch pasta met een kruidige dressing van boter, knoflook, ui en citroen. Zonder groente te gebruiken, zoals ons is verzocht. Ik heb de maaltijd echter nog niet klaar, of bijna iedereen springt opeens op. Ze pakken tassen en lopen het kamp uit. Blijkbaar is er weer een levering van goederen in Lucerna en gaan ze die ophalen. Ze eten dus niet mee. Hm, het was fijn geweest als iemand mij dat had verteld zodat ik er rekening mee kon houden!

In het lege kamp ruim ik de keuken op. Ik heb inmiddels meer dan genoeg water, dus ik doe een enorme afwas. Daarna vind ik het wel mooi geweest, ik heb hoofdpijn en voel me geirriteerd door de rommelige gang van zaken. Ik was mezelf op de ouderwetse manier met een bakje regenwater en ga op bed liggen lezen. Even tijd voor mezelf. Ik heb enorm zin in iets lekkers, koekjes ofzo. Vanuit Nederland heb ik een zakje pepernoten meegesleept, met de intentie dat te delen met de mensen hier. Maar… Ik heb nog niemand verteld dat ik koekjes mee heb. En ik zal het meer kunnen waarderen dan de mensen hier, toch? Uiteindelijk geef ik toe aan de verleiding en breek ik de pepernoten aan. Ik geniet van de kruidige troostende smaak. De comfortabele smaak van thuis. Tja, nu kan ik ze natuurlijk niet meer delen en moet ik ze allemaal zelf opeten… Ik doe mijn best om maar een klein handje pepernoten te pakken, zodat ik er ook de komende dagen van kan genieten.

Terwijl ik op bed lig hoor ik buiten mijn klamboe een klagelijk klokkend geluid. Peter, onze wilde ‘kip’ (zie vorige blog), zit ineengedoken buiten mijn klamboe. ‘Geef mij liefde!’, lijkt hij met zijn gepiep te bedoelen. In eerste instantie negeer ik hem en ga terug naar mijn boek. ‘Klukklukkluk’, klinkt het buiten. Ik til mijn klamboe op. ‘Klukklukkluk’, zegt Peter en kijkt met zijn kraaloogjes naar me op. Oke dan, ik rol onder mijn klamboe vandaan en grijp hem vast. Hij flappert met zijn grote vleugels, maar ik weet hem door het gat te duwen en duik zelf achter hem aan. Nu zitten we samen in de beperkte ruimte van mijn bed met klamboe. Ik denk niet dat Peter dit in gedachten had en onzeker scharrelt rond over mijn deken. Hij pikt wat aan het blauwe fleece en knabbelt zachtjes, bijna liefdevol, aan mijn arm. Uiteindelijk ploft hij naast mijn benen neer en houdt eindelijk zijn mond.

Zo glijdt de middag loom voorbij. Het duurt lang voordat de groep terug is. s’ Avonds hangen we rond op het platform en kletsen terwijl we wachten op het avondeten. Sam en Dylan koken mexicaans eten, een uitgebreide maaltijd met zelfgemaakte tortillachips, bonen, kaassaus, pittige mango-salsa en stirfry. Met groenten! Het gedoe met de generator wordt niet opgelost, maar we lenen de generator van de buren om de waterpomp aan te kunnen zetten. Zo, de ergste watercrisis is opgelost.

Uiteindelijk blijft de generator een probleem. Met het vervangende onderdeel dat Dylan heeft besteld in Puerto Maldnadoo weet hij de motor niet te maken. Hij doet er heel kalm over, maar ik kan zijn frustratie bijna voelen. Het apparaat wordt uiteindelijk naar de stad gestuurd om daar gerepareerd te worden, maar de schade blijkt te groot. We kunnen beter een nieuwe generator te kopen. Totdat dat rond is doen we het zonder en hopen we dat we genoeg zonne-energie opwekken voor de belangrijkste zaken, zoals de waterpomp en de vriezer.

Ik wen stukje bij beetje aan de gang van zaken in het kamp en mijn dagen in Hoja Nueva ontwikkelen hun eigen langzame ritme. Ik help door de dag heen meerdere keren met het voeren van verschillende beesten, wat vooral betekent dat ik fruit of groenten snijd en help de bordjes of emmertjes te dragen. ‘s Ochtends rond zeven uur de pekaries (varkens), daarna de coati’s en elke paar dagen de schildpadden. Later op de middag zijn de varkens weer aan de beurt en soms help ik ook met de verzorging van Eywa, de baby-tapir. Aan het eind van de dag help ik met het voeren van de ‘santuario’. De drie dieren die hier wonen zullen nooit uitgezet worden in het wild, vanwege verwondingen of handicaps. Eigenlijk gaat dat in tegen het principe van een rewilding centre, maar het is niet ongebruikelijk dat dit soort centra een klein aantal gezonde dieren een permanent thuis bieden. Vooral als het enige alternatief euthanasie is.

Allereerst is er Jasper de kinkaju. Ik kan niet goed beschrijven waar dit bijzondere beest op lijkt. Het is een roofdier dat normaliter hoog in de bomen woont. Geen aap, geen beer, geen kat maar iets ertussenin. Een soort boom-otter? Hij is goudbruin, met een lange krulstaart die hij gebruikt om aan te hangen. Hij heeft een stompe snuit met een roodroze neus en kleine scherpe tandjes. Zijn handjes zijn beweegelijk en gebruikt hij om van alles vast te grijpen. Elke avond wanneer we bij zijn grote verblijf in de jungle komen komt hij snel naar ons toegeklauterd aan het hek.Terwijl Martino* de oude voedselresten opruimt heb ik hele conversaties met Jasper in een reeks aan hoge blije keelklanken. Ik geef hem een druif, die hij gretig vastgrijpt met zijn behendige vingertjes en afknaagt. Hij heeft een lange brede tong die hij rap uitsteekt en mijn hart smelt. Af en toe waag ik het om zijn buik te kietelen of het puntje van zijn staart te strelen. Jasper is duidelijk gelukkig hier. En dat terwijl hij twee keer vrij is geweest. Hij is bij Hoja Nueva gekomen toen in covid-tijd een aantal dierentuinen in Puerto Maldonado werden gesloten. De dieren daar werden gewoon achtergelaten, opgesloten in hun kooien zonder voedsel of water, of gedumpt. Sam en Dylan vingen in korte tijd meer dan veertig dieren op die nergens anders heen konden. Jasper zat daarbij. Er werd zelfs even overwogen om hem te euthaniseren aangezien hij steeds epileptische aanvallen had, maar hij kwam er goed doorheen. Zo goed zelfs dat werd besloten om hem in het wild uit te zetten. Hij bleef in de buurt van het kamp rondhangen, waar Sam hem een paar keer boven in een boom spotte. Op een gegeven moment maakte hij vrienden en dartelde hij rond met drie andere kinkaju’s. Groot succes! Totdat Sam een paar dagen later weer naar dezelfde plek ging. Ze hoorde Jasper in de boom geluiden maken, riep ‘Jasper!’ en voordat ze het wist kwam dit wilde beestje dat zij nog nooit had vastgehouden en dat nooit op de grond hoort te komen de boom uit springen. Hij hupste met onhandige grote sprongen naar haar toe en gooide zich in haar armen. ‘Neem me mee terug’ leek hij te zeggen. Hij sterkte weer aan in het kamp en werd een paar weken later opnieuw uitgezet om vrij te zijn. Niet lang daarna werden Sam en Dylan ‘s nachts wakker van een gek geluid. Toen ze beneden kwamen zat Jasper op tafel. Hij had een mayonaiseverpakking gevonden, opengescheurd en zat de mayonaise er uit te likken. Het was duidelijk dat Jasper niet wild zou worden. Zo werd hij een tevreden vaste bewoner.

Hij deelt die eer met Max en Margarita, twee marguays die het door hun handicap nooit zouden redden in het wild. Margarita is, door de manier waarop ze in een dierentuin (niet) werd verzorgd, blind. Max heeft door menselijk toedoen een beschadiging aan zijn ruggenwervel en mist een aantal tenen, waardoor hij niet de behendigheid heeft die nodig is om in de bomen te leven. Beide katten zijn prachtige wilde dieren, maar ook heel erg angstig. Elke keer dat Max ons aan hoort komen met zijn voedsel verstopt hij zich in zijn houten krat. Ik hoor alleen een angstaanjagend diep gegrom vanuit het donker komen.

De enige dieren waar ik nog niet mee heb gewerkt zijn de wilde katten. Dylan had vooraf al gezegd dat voornamelijk leden van het kernteam met deze gevoelige dieren mogen werken. Het kwam dus niet helemaal als een verrassing dat zijn antwoord op mijn vraag of ik mocht helpen met voeren was: ‘uh, we don’t usually take people there.’ Erg jammer voor mij (ik zou ontzettend graag willen helpen om de baby-jaguar te verzorgen), maar ook begrijpelijk dat ze menselijk contact met hen willen beperken. Het is echter nog niet gezegd dat het nooit zal gebeuren: zowel Dylan als Sam hebben aangegeven dat er ‘waarschijnlijk wel een kans zal zijn voor mij’ dus er is nog hoop!

Alhoewel ons voedsel een ding voor me blijft (zoals vaak op reis), bieden de maaltijden wel structuur aan de dag. Iedereen maakt zijn eigen ontbijt. De opties zijn iets beter geworden sinds mijn aankomst en ik ontwikkel de gewoonte om elke dag een zacht wit broodje met een gebakken ei te eten. Soms maak ik het zelfs wat interessanter door avocado, plakjes tomaat of paprika toe te voegen. Op de dagen dat er geen eieren zijn geleverd (een ramp!) weet ik mezelf te redden door de bolletjes te toasten met kaas of een enkele keer havermout te eten. De andere maaltijden verlopen ook verrassend soepel. Ja, vaak is het een combinatie van aardappel en rijst of pasta, maar iedereen doet z’n best er iets van te maken. Ik maak een keer broccolisoep, wat door de Peruanen prompt als saus voor hun rijst wordt gebruikt, en ik heb gisteren zelfs hutspot gemaakt! Omdat er in Hoja Nueva geen vlees wordt gegeten, probeerde ik creatief te zijn met soyaballetjes en maakte ik een soort jus-met-gekruide-soya voor bij de hutspot. Ik blijf het daarbij lastig vinden om te schatten hoe we om gaan met groenten. Meestal zijn er wel groenten voor de mensen en iedereen lijkt het meer of minder spaarzaam te gebruiken. Anderzijds versnijdt Philippe* een keer zes hele paprika’s om aan de varkens te voeren. Wanneer ik voorzichtig vraag of dat niet voor mensen bedoeld was, zegt hij achteloos ‘Ach, wij gaan het toch niet eten.’ Echt wel, ik wil ze wel eten! Die nacht droom ik over paprika’s. Gelukkig heb ik ontdekt dat er in Lucerna fruit wordt verkocht en kan ik af en toe voor de afwisseling een appel eten.

Verder blijf ik elke dag mijn wandelingetjes door de jungle maken en zorg ik er voor dat ik tijd voor mezelf neem om me af te zonderen, een boek te lezen of een serie te kijken. Met pepernoten. Zo houd ik het gezellig. Er zijn genoeg dagelijkse klusjes te doen, zoals koken, opruimen of met de hand kleding wassen (wat veel tijd in beslag neemt). Zondag is onze schoonmaakdag, waarin het hele kamp wordt gepoetst, geveegd of geharkt. Avonden zitten we te kletsen op de veranda. De dagen vullen zich vanzelf en ondanks de dagelijkse routine wordt het leven in het oerwoud niet snel saai. Daarvoor zijn de omstandigheden te uitdagend en te avontuurlijk…

Wat het leven hier zo intensief maakt en wat voor avonturen we beleven lees je in mijn volgende blog!

Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.


  • 09 November 2022 - 19:38

    Anrie Van Den Brink:

    Mooie verhalen Jorinde! Zo reis ik een beetje met je mee![e-1f506]

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorinde

Ga met mij mee op reis! Samen beleven we avonturen, ontdekken we de cultuur van bijzondere bestemmingen en leren we levenslessen. En wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan ook op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Actief sinds 06 Sept. 2012
Verslag gelezen: 159
Totaal aantal bezoekers 68697

Voorgaande reizen:

09 Januari 2023 - 03 April 2024

Nieuw-Zeeland

10 Oktober 2022 - 06 Januari 2023

Peru 2022

09 Juni 2020 - 09 Juni 2020

Nederland

15 Augustus 2019 - 11 November 2019

Canada

12 November 2019 - 15 April 2019

Peru

01 Mei 2017 - 27 Augustus 2017

Rhodos

16 Juli 2016 - 16 Juli 2017

Australië

22 April 2013 - 01 Juli 2013

Mexico

06 September 2012 - 31 December 2012

Ghana

Landen bezocht: