Conservatie, maar dan echt... - Reisverslag uit Las Piedras, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu Conservatie, maar dan echt... - Reisverslag uit Las Piedras, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu

Conservatie, maar dan echt...

Door: Jorinde Voskes

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

06 November 2022 | Peru, Las Piedras

Introductie:

Op dit moment ben ik in het Amazonegebied van Peru, op dezelfde plek waar ik in 2020 ook was. Ik verblijf de komende maanden in Hoja Nueva, een conservatieorganisatie en dierenopvangcentrum midden in de jungle.

‘Martino*, weet je wat voor beten dit zijn?’ vraag ik in het Spaans, terwijl ik mijn knieholte laat zien. De afgelopen dagen zijn mijn gekke rode bulten steeds meer toegenomen. ‘s Nachts word ik wakker van de jeuk en het lukt me niet om te stoppen met krabben. Het voelt alsof steeds een andere plek op mijn lijf in brand staat: mijn rechterbil, mijn linkeroksel, mijn navel. Dit zijn geen muggenbulten, dat weet ik zeker. Daarvoor blijven de ze te lang zitten, is de reactie te sterk en zijn de plekken te gek geplaatst. Ik heb het idee dat de beten ontstaan wanneer ik op bed lig, alsof een of ander bijtbeestje mijn meest warme en zweterige plekjes opzoekt. En warme, zweterige plekjes heb ik genoeg hier in het tropisch regenwoud.

‘Misschien vlooien,’ gokt Martino en ik krijg meteen extra kriebels bij het idee. ‘Het lijken niet echt vlooienbeten,’ zegt Sam echter, wanneer ik haar om een second opinion vraag. Ook zandvliegen, mieren en bedwantsen heb ik zelf inmiddels voorzichtig afgewezen. ‘Mijten zou ik eerder denken.’ Dat zou inderdaad verklaren waarom ik geen beestjes zie lopen en klopt met de warme plekjes-theorie. Daarbij heb ik Peter, onze nepkip (zie blog 3), in mijn bed gelaten en hij heeft sowieso mijten… Bah, ik griezel bij het idee en ga meteen mijn lakens verschonen.

(*Namen met een asterix zijn veranderd vanuit privacyoverwegingen)

Drie dagen later moet ik jammer genoeg concluderen dat dat niet heeft geholpen; ik blijf rode bulten ontwikkelen en ik blijf krabben. Het wordt zo erg, dat zelfs mijn stoïcijnse mede-bewoners onder de indruk zijn wanneer ze mijn schouders zien. En dan kunnen ze de rest van de plekken nog niet eens zien… Gefrustreerd ga ik nog een keer de strijd aan met mijn (mogelijke) mijteninvasie en deze keer pak ik het groots aan. Ik vervang mijn matras, mijn klamboe en mijn lakens. Ik schrob het bedframe met ontsmettingsmiddel en spray een of andere schoonmaakspray van Martino overal op. Alle kleding die in aanraking met mijn bed is geweest stop ik in een plasticzak in de vriezer. Dylan vindt het maar niets, die kleding in onze kleine vriezer. Hij is ervan overtuigd dat ik geen mijteninvasie heb. En toch zet ik door, ik moet toch iets doen om van deze jeuk af te komen!

Tegelijkertijd heeft Dylan misschien wel gelijk. Terwijl ik de strijd tegen mijn onzichtbare belagers voer, bedenk ik ook een alternatieve hypothese. De afgelopen weken was ik druk met afscheid nemen en voorbereiden op mijn vertrek. Daarna ben ik in 36 intensieve uren afgereisd naar de jungle, geland in het warme, vochtige klimaat van het regenwoud en heb ik me vol overgave gestort in allerlei nieuwe avonturen. Mijn lichaam heeft duidelijk moeite met deze overgang: Ik heb last van mijn longen, mijn menstruatie blijft uit en ik voel me constant vermoeid. Misschien is dit gewoon de manier waarop mijn lijf me vertelt om het rustiger aan te doen. Misschien heb ik wel… netelroos?

Wat het ook is, mijn acties hebben effect. Ik slik een paar dagen antihistamine tegen de jeuk en mijn huid kalmeert. Mijn bed is heerlijk schoon en mijn kleding een paar dagen later ook. Ik kan niet zeggen dat ik helemaal bult-vrij ben, maar dat is te wijten aan de zwermen muggen en de bijtende mieren. Mijn lichaam went langzaam weer aan de omstandigheden in de jungle en om dat te bewijzen komt twee weken later dan gepland mijn menstruatie toch voorbij. Ik zoek een manier om met deze nieuwe hygiëne-uitdaging om te gaan in het broeierige weer. Wanneer ik Sioned (die hier al langer is) vraag of ze nog tips heeft, zegt ze doodleuk: ‘Well that’s always a nightmare. Good luck!’

En dat brengt me bij de laatste manier waarop de natuur ons hier uitdaagt. Meer nog dan de eenvoudige omstandigheden, de enge tropische ziektes of de kriebelige kruipertjes (zoals ik mijn vorige blog beschreef), is het het klimaat dat ons hier altijd bezig houdt.

Leven in het tropisch regenwoud is als leven in een sauna; de temperaturen zijn hoog en de luchtvochtigheid is nog hoger. 98% luchtvochtigheid is hier niet gek. Het resultaat? Je voelt je ALTIJD plakkerig en zweterig. Zo snel ik onder de douche vandaan kom voel ik me weer alsof ik net een uur in de sportschool heb gestaan, met een dun laagje vocht over mijn hele lijf. Alhoewel ik niet écht denk dat ik stink, zou ik het eigenlijk ook niet weten want mijn kleding ruikt bijna altijd naar vocht. Wassen (met de hand) doe ik op de meest zonnige momenten in de hoop dat mijn natte kleding snel droogt, maar regelmatig hoor ik een uur later de regen door de bomen aan komen sluipen. De lucht betrekt, het begint te waaien en de bladeren ritselen in de verte. Dat is het moment om alert te zijn, klaar om een sprint naar de waslijn te trekken en mijn frisse kleding te redden van de tropische stortbui. Wat hier nat wordt, wordt moeilijk weer droog. Wat hier onbeschermd is, krijgt schimmel (mijn rugzak, mijn toilettas). Wat waardevol is, bewaar je in een drybag of -box met silicagel.

En dus zie ik er meestal ‘jungley’-uit, zoals een vriendin het zo mooi noemde. Met kleding die snel droogt, die tegen een stootje kan, die luchtig is. Outdoor broeken voor in het woud en flodderbroeken voor in het kamp. Regenlaarzen tegen de modder en sandalen in de hitte. Ondergoed is optioneel. Kleding mag gescheurd of gevlekt zijn en kan langer gedragen worden dan in de ‘geciviliseerde’ maatschappij. Het ziet er toch vaak al direct smoezelig uit en anders is er niet tegenop te wassen. Het maakt niet uit, niemand die hier mode-prijzen wint. Ik vind het wel bevrijdend, lekker onbeschaamd en zonder oordelen.

Alsof de jungle mijn ongelijk wil bewijzen, verandert van de een op de andere dag alles. Ik heb dit nog niet geschreven of de natuur laat zich weer van een andere kant zien. Op 31 oktober verzamelen zich donkere wolken boven het woud. Het stortregent en waait de hele dag. We zitten aan een laat Halloween-diner met zelfgemaakte empanadas en pompoentaart en de donkere lucht licht helder op boven de hoge boomtoppen. In de verte rommelt het. Er komt storm aan… Het wordt steeds kouder en we zitten allemaal in onze truien te bibberen. Ik slaap voor de eerste keer met twee fleece dekens over mijn laken en een trui aan. ‘s Nachts loeit de wind door het woud. Het regent en onweert en in de verte vallen bomen met een luid geraas.

Ook de volgende ochtend is het nog fris. Het is 1 november en het voelt ook echt zo. Ik draag een shirt met lange mouwen onder mijn trui en blijf het koud hebben. Naarmate de dag vordert wordt het steeds koeler en 's avonds draag ik de helft van mijn garderobe over elkaar: een hemd, een t-shirt, twee shirts met lange mouwen en twee truien. Ik heb ook twee broeken over elkaar aan en zou willen dat ik mijn thermo-legging niet in de stad had achtergelaten. Zelfs met mijn capuchon op en een fleecedeken om me heen gewikkeld ril ik nog. 'Het is zo koud!' kreunt Ellie*, terwijl ze langs schuifelt in een enorme trui en met een wollen muts op. 'Ik heb net zoveel lagen aan als toen ik in Canada was en daar was het min vijfentwintig!' Reageer ik ongelovig.

We ervaren een 'friaje', een koudefront. Objectief gezien is het helemaal niet zo koud, een graad of twintig, maar door de hoge luchtvochtigheid kruipt de kou overal tussendoor. Het is alsof we ineens in een koelcel zijn beland. De hele atmosfeer verandert er door, het bos is niet meer tropisch maar gewoon bos. De kleuren zijn minder intens. Zelfs het eeuwigdurende jungleconcert is verstomd, alsof de krekels en de vogels allemaal verschrikt zijn weggekropen. Is dit het tropisch regenwoud? Het hoort er wel bij, alleen gebeurt meestal niet meer zo laat in het jaar. Zoals ik al zei, het weer houdt ons hier altijd bezig.

Juist door de uitdagende omstandigheden heb ik extra respect voor de mensen die hier (semi-)permanent wonen. Sam (Amerikaans) en Dylan (Canadees) wonen beiden inmiddels al meer dan negen jaar in het regenwoud en hebben hun leven gewijd aan onderzoek en conservatie. Ze hebben het comfort van de Westerse wereld opgegeven voor een leven in de natuur, ten koste van hun eigen welvaart en gezondheid. Dit doen ze vanuit een passie voor de natuur en omdat ze zich hier thuis voelen (zij zien het zelf volgens mij niet als een offer). Desondanks is het niet makkelijk om hier te strijden voor het bos. Waar wij ons thuis in onze comfortabele huizen zorgen maken om het Amazone-gebied dat in de brand staat, de diersoorten die in rap tempo uitsterven en de afweging of onze hardhouten vloer wel fairtrade is, maken zij dit alles van dichtbij mee. En ik mag een tijdje met hen meekijken.

‘Wat gebeurt er nu eigenlijk met LPAC?’ vraag ik enkele dagen na mijn aankomst aan Sam. LPAC is het stuk grond verderop aan de rivier waar ik in 2020 twee maanden verbleef. De organisatie ARCAmazon had hier een onderzoekscentrum en ontving toeristen en vrijwilligers. Dit is waar ik Dylan ontmoette, die daar toendertijd als onderzoeker en kampleider werkte. Zelf zou ik ook nog enkele maanden blijven om te werken als vrijwilligerscoördinator, maar toen kwam de pandemie. Halsoverkop verlieten alle andere vrijwilligers LPAC om terug te reizen naar hun thuislanden. Dylan en ik verhuisden naar Hoja Nueva (kamp 1) en een paar weken later ging ik zelf ook naar huis. We lieten LPAC en alles wat daar opgebouwd was achter. Sinds die tijd heb ik me altijd afgevraagd wat er van het kamp geworden is.

Sam zucht voordat ze antwoord geeft: ‘Het staat leeg. Er is een beheerder aangewezen in samenwerking met Junglekeepers - een andere conservatieorganisatie in dit gebied -, maar… volgens mij wordt er gejaagd en gekapt op het land.’ Ik kan zien dat het haar frustreert en zelf word ik er ook somber van. LPAC bevat meer dan 4000 hectare gezond regenwoud dat nu minder beschermd wordt, wat zonde!

Zoals de meeste stukken grond hier is LPAC een concessie: grond dat van de overheid geleased wordt. Voorwaarde aan het hebben van een concessie is dat je het bestemmingsplan in stand houdt, wat betekent dat dit gebied beheerd moeten worden als bos. Het is niet toegestaan zomaar bomen te kappen of te jagen en de concessiehouder is aansprakelijk voor eventuele overtredingen. Een slimme manier van natuurbescherming, maar ook een die valt of staat met handhaving. En dat is precies wat hier mist…

Tegelijkertijd weet ik dat er soms spanningen zijn in het contact tussen Hoja Nueva en de andere organisaties in dit gebied en dus hoop ik maar dat het minder erg is dan Sam denkt. Ik zoek contact met een van de leiders van ARCAmazon. Ik weet dat hij een doorstart wilde maken met het centrum en vraag hem voorzichtig naar de stand van zaken bij LPAC. ‘We worstelen met het bureaucratische gedoe,’ schrijft hij terug. ‘Maar gelukkig hebben we de hulp van de rangers. Ik hoop dat alles binnenkort afgerond is om nog een kans te geven aan dat prachtige stuk bos.’ Een voorzichtig positief bericht, zou het meevallen?

Dat zaken misschien niet zo rooskleurig zijn wordt een paar dagen later nogmaals bevestigd. We zitten aan tafel wanneer Martino terloops noemt dat hij vandaag kettingzagen hoorde. Sam maakt oogcontact met Dylan aan de andere kant van de tafel. ‘Wij hoorden het ook… Waar denk jij dat het was?’ Ze proberen in te schatten of het aan deze kant van de rivier was of aan de overkant, op welke concessie het was en wat er aan de hand is. Dylan kijkt boos, terwijl Sam vermoeid over haar ogen wrijft. ‘We hebben zo hard gewerkt om hier een veilige wildlife corridor te creeren, als dat nu uit elkaar valt…’ Het beschermde gebied is essentieel voor het veilig kunnen uitzetten van wilde dieren. Dat doet Hoja Nueva vaak dicht bij de vindplaats, maar ook in de lokale wildernis. De gecombineerde concessies van Junglekeepers, LPAC en Hoja Nueva vormen een belangrijk aangesloten gebied van duizenden hectares beschermd regenwoud. Het in stand houden houden van deze omgeving is echter een constante strijd. De kettingzagen bij de buren zijn hopelijk gewoon te wijten aan omgevallen bomen op de wandelpaden, maar het kan ook betekenen dat er illegaal hout gekapt wordt.

Hoe makkelijk het fout kan gaan bleek vorig jaar een stukje stroomopwaarts van hier. Sam en Dylan vertellen Sioned* en mij over een concessie die toendertijd zweefde tussen eigenaren en dus nog onbewaakt was. Een aantal families uit een ander deel van Peru besloot zich daar te vestigen. Misschien wisten ze niet wat ze deden, misschien waren ze uit op het makkelijk verkrijgen van vruchtbare grond, hoe dan ook ontgonnen ze enkele hectares, bouwden ze een simpel kamp en begonnen ze akkers aan te leggen. In deze situatie geldt meestal dat de overheid er niets meer aan doet als er eenmaal een nederzetting is en dus is het belangrijk dit voor te zijn. Precies op dat moment werd conservatieorganisatie Junglekeepers concessiehouder en zij accepteerden deze ‘invasie’ niet. Hun kant van het verhaal ken ik niet, maar Sam deelt wat zij weet: ‘Gesprekken met de gemeenschap liepen op niets uit. En dus…’ ze pauzeert boos. ‘En dus besloten ze het kamp plat te branden. En toen de families terugkeerden en het nogmaals probeerden, deden ze dat nog een keer. En nu wonen deze mensen in Lucerna.’

Ik geloof mijn oren niet. Ik ben in het Wilde Westen beland. Ik snap dat het een moeilijke situatie is, maar mensen hun hutten platbranden? Dat gaat wel heel ver! Vooral wanneer je bedenkt dat veel van deze mensen verhuizen naar andere delen van het land om te vluchten voor het geweld rond de teelt van coca als basis voor cocaïne. Dit zijn niet per se gelukszoekers, sommigen van hen zijn vluchtelingen!

'Het heeft geen zin je er druk om te maken wie gelijk had of niet,' zegt Dylan hard. 'Je moet gewoon één kant kiezen en daar achter staan.'

'Pfoe, dat is echt verschrikkelijk advies!' Roep ik uit, feller dan ik bedoelde. 'Geen enkel conflict wordt ooit opgelost door "gewoon maar een kant te kiezen".'

'Ja, maar we gaan dit conflict ook nooit op kunnen lossen,' wijst Dylan me terecht.

Hij heeft gelijk, deze situatie is zo complex en het gevolg van allerlei globale systemen. Armoede, corruptie, drugshandel, educatie; de lijst gaat maar door. Een oplossing zal er binnenkort niet komen...

Ook voor de relaties van Hoja Nueva met de lokale gemeenschap zijn dit soort acties niet bevorderlijk. Alhoewel Sam en Dylan niet achter de handelingen van hun buren staan, zijn zij ook blank en worden ze dus automatisch als dezelfde partij gezien. Dat is het lastige aan ‘buitenlander’ zijn, vertrouwen is moeilijk gewonnen en makkelijk verloren. En juist dat vertrouwen is essentieel om hier te kunnen werken.

Ongeveer twee weken na mijn aankomst gaat Martino voor langere tijd weg bij Hoja Nueva. Bij zijn vertrek stuurt hij Sam nog een bericht: ‘In Lucerna lopen op dit moment kinderen met twee babyslingeraapjes.’ Met een foto als bewijs.

Ik zit erbij terwijl Sam en Dylan met elkaar de mogelijkheden afwegen. Feit is dat baby-aapjes in Lucerna vaak maximaal een maand leven. Gebrek aan water, slecht voedsel, vuiligheid, contact met huisdieren, stress en infecties leiden tot een langzame pijnlijke dood voor de kwetsbare beestjes. Voor de lokale mensen hoort dit erbij. Het is zoals het kopen van een goudvis voor je kind: gaat het dier dood, dan spoel je het door het toilet en koop je een nieuwe. Wij zien dit heel anders. Niet alleen zijn slingerapen een bedreigde diersoort, het idee dat de aapjes in zulke omstandigheden vastzitten is verschrikkelijk. Ik weet nog hoeveel overeenkomsten ik zag tussen babyslingeraap Mary Jane (MJ), die in 2020 door Hoja Nueva opgevangen werd, en een menselijke peuter. MJ was zich bewust van haar omstandigheden; ze toonde gevoelens en ze wist wat ze wilde. Ze kon krijsen uit boosheid, wegkruipen uit angst of tevreden op je schouder zitten. Ja, het was een dier, maar wel heel iets anders dan een goudvis.

Dus wat kan er gedaan worden voor de aapjes in Lucerna? De kinderen op de foto zijn onbekend voor Sam, waarschijnlijk horen ze bij de nieuwe families in Lucerna. De families waarvan het kamp is platgebrand en waarmee het contact gespannen is.

‘We kunnen proberen ze te vragen de aapjes aan ons te geven, maar je weet ook dat ze dat in 99,9% van de gevallen niet doen,’ zegt Dylan realistisch. ‘Dit is het speelgoed van hun kinderen, ze snappen niet waarom dat een probleem is.’

‘Oke, dan pakken we de apen van de kinderen af!’ Roept Sam strijdlustig.

Dylan knikt. ‘Dat kan, ik kan erheen gaan en de dieren uit hun handen rukken. En dan wat? Wie gaat ons beschermen wanneer ‘Mister Bow and Arrow’ - een van de mannen van de familie - ons op komt zoeken?’ Dylan spant zijn spieren alsof hij zich al voorbereid op de strijd. Hij weet dat het op hem neerkomt om ons veilig te houden. ‘En zelfs al zouden we de apen afpakken, ze kunnen nergens heen. Wij kunnen ze niet rehabiliteren en Terikaya - het opvangcentrum waar MJ naartoe is verhuisd - vangt geen slingerapen meer op. Ze zouden hier een leven in gevangenschap hebben. Niet veel anders dan in Lucerna, alleen langer.’

Ik zie dat Sam weet dat hij gelijk heeft, maar ze wil het nog niet opgeven.

‘Dan bellen we Alex - de contactpersoon voor natuurbeheer bij de gemeente - en geven we ze aan. Ze zijn in overtreding!’

Dylan zucht. ‘En wat gaat Alex doen? Óf hij doet niets, omdat hij weet dat er geen opvangcentrum is. Óf hij gaat erheen met de politie. Dan weten ze dat wij erachter zitten. We lopen het risico dat we ons werk niet meer kunnen doen hier, Sam. Dit alles zetten we op het spel als we niet voorzichtig zijn.’

Sam veegt een traan van haar wang. Het is een onmogelijk dilemma.

Uiteindelijk besluit ze toch het risico te nemen om de autoriteiten in te lichten en een paar dagen later vraag ik haar wat er is gebeurd. ‘Ze hebben nooit meer gereageerd op het bericht,’ zegt ze. Er wordt niets gedaan. De baby-aapjes blijven waar ze zijn.

Deze situatie laat zien hoe ingewikkeld de praktijk van conservatie is. De constante afweging tussen wat je kan doen en wat je wil doen. De kwetsbare samenwerkingen. Het zoeken naar geld. Misschien is het wel heel goed te verklaren dat Sam en Dylan soms hard communiceren en niet makkelijk vertrouwen. Dat maakt het des te meer bijzonder wanneer ze tonen mij wel te vertrouwen, op de meest leuke manier: ik krijg toestemming om mee te gaan bij het voeren van de wilde katten.

Samen met Philippe* loop ik ‘s avonds langs de verblijven van de oncilla’s, margays en ocelotten. Allemaal prachtige gevlekte goudbruine katten, elk een stapje groter. Sommigen van hen zijn lief en zoeken vanuit hun verblijf aandacht, zoals de enorme ocelot Adula. Sommigen zijn bang en blijven verstopt, zoals de kleine oncilla Arya waarvan ik alleen twee grote felle ogen zie. En sommigen zijn strijdlustig en klaar voor de aanval, zoals de margay Goliath die tegen het hek op springt om bij Philippe te komen. Ik blijf netjes op afstand bij allemaal, omdat ik weet dat de katten door het hek kunnen reiken, je naar zich toe kunnen trekken en flink kunnen toetakelen. Hoe schattig ze ook lijken, dit zijn wilde dieren.

En dan komen we bij de meest wilde van allemaal: Artemis, de jaguar.

WOWWOWWOW, WAT EEN BEEST! Ik voel een intense mix van bewondering, tederheid en respect wanneer ik Artemis voor de eerste keer zie. Ik kan mijn ogen niet van haar afhouden. Ze is lief en fluffy als een kitten, met grote verbaasde ogen en zachte ronde oren. Ze is nog een baby en laat met een zacht gebrom en een poot tegen het hek weten dat ze wil spelen. En tegelijkertijd straalt elke centimeter van haar lijf kracht uit. Haar enorme poten, die laten zien hoe groot ze nog gaat worden. Haar gespierde bouw, gemaakt om te springen en te vechten. Haar lange hoektanden, die zichtbaar worden wanneer ze gaapt. Dit wordt de koningin van de jungle..

Tot zover mijn avonturen in het regenwoud. Ik ben nu bijna vier weken hier; de tijd vliegt voorbij en tegelijkertijd voelt het alsof ik hier al maanden woon. Komende week is het tijd voor een kleine excursie, want: Ik ga naar Machu Picchu! Te voet, over de bergen, voor de volledige Machu Picchu-ervaring. Na een korte pauze zal ik jullie er natuurlijk alles over vertellen.

In de tussentijd: schroom niet om je reactie achter te laten bij mijn blogs! Alhoewel ik niet kan reageren (die optie biedt deze pagina niet), lees ik alle reacties en geniet ik van het contact.

Lees in mijn volgende blog hoe mijn uitstapje naar Machu Picchu was!

Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorinde

Ga met mij mee op reis! Samen beleven we avonturen, ontdekken we de cultuur van bijzondere bestemmingen en leren we levenslessen. En wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan ook op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Actief sinds 06 Sept. 2012
Verslag gelezen: 186
Totaal aantal bezoekers 68697

Voorgaande reizen:

09 Januari 2023 - 03 April 2024

Nieuw-Zeeland

10 Oktober 2022 - 06 Januari 2023

Peru 2022

09 Juni 2020 - 09 Juni 2020

Nederland

15 Augustus 2019 - 11 November 2019

Canada

12 November 2019 - 15 April 2019

Peru

01 Mei 2017 - 27 Augustus 2017

Rhodos

16 Juli 2016 - 16 Juli 2017

Australië

22 April 2013 - 01 Juli 2013

Mexico

06 September 2012 - 31 December 2012

Ghana

Landen bezocht: