Alle wegen leiden naar... Machu Picchu (deel 1) - Reisverslag uit Machu Picchu, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu Alle wegen leiden naar... Machu Picchu (deel 1) - Reisverslag uit Machu Picchu, Peru van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu

Alle wegen leiden naar... Machu Picchu (deel 1)

Door: Jorinde Voskes

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

20 November 2022 | Peru, Machu Picchu

Introductie:

Op dit moment ben ik in het Amazonegebied van Peru, op dezelfde plek waar ik in 2020 ook was. Ik verblijf de komende maanden in Hoja Nueva, een conservatieorganisatie en dierenopvangcentrum midden in de jungle. Tussendoor bezoek ik 'even' een van de zeven wereldwonderen: Machu Picchu!

Proloog: van het regenwoud naar Cusco!

‘Lady massage?’ hoor ik naast me en er wordt een kaart met massage-opties in mijn gezicht geduwd. Ik grinnik in mezelf terwijl ik ‘No gracias’ antwoord. Het is drie jaar geleden dat ik in Cusco was en alles is nog precies zoals ik me herinner. De Plaza de Armas, met haar majestueuze kathedraal, de mix van strakke Incamuren en rommelige Spaanse bouwsels, de honderden winkels vol truien, poncho’s, tassen en toeristische prullaria en de straatverkopers die op elke straathoek klaarstaan voor de gringo’s. Ik weet zelfs de weg nog (en dat terwijl ik vroeger in mijn eigen woonwijk kon verdwalen)! Ik houd van deze bruisende oude stad, maar Cusco houd helaas niet van mij. Al direct voel ik de effecten van 3400 meter hoogte: ik ben duf, duizelig en buiten adem, ik heb tintelende handen en een verhoogde hartslag. Jep, hoogteziekte is nog steeds mijn ding.

Het was een hele reis om hier te komen vanuit mijn thuis in de jungle. Eerst een boottocht naar Lucerna, waar ik in de auto van onze vaste chauffeur stapte. Toen een halsbrekende rit over de zandweg naar Puerto. Het is al een paar dagen erg droog en ik zie dat de bomen naast de weg bedekt zijn met een laagje bruin stof. Om te voorkomen dat wij er straks ook zo uitzien draait Alex bij het passeren van vrachtwagens steeds onze ramen dicht. Tegelijkertijd probeert hij ook de autoradio te repareren, het uit elkaar vallende dashboard bij elkaar te houden en navigeert hij op hoge snelheid de hobbels en kuilen van de weg. Ik houd me maar stevig vast aan de autodeur.

In Puerto Maldonado haal ik snel mijn wandelspullen uit mijn opgeslagen rugzak, eet ik een pizza die niet echt naar pizza smaakt en stap ik in een ‘taxi’ naar het busstation. De taxi’s in Puerto zijn eigenlijk tuktuks en het kleine karretje piept, kraakt en schudt onheilspellend wanneer we over de slechte bestrating racen. Wanneer we een donkere onverharde weg inslaan begin ik me bezorgd af te vragen waar mijn verlegen chauffeur me eigenlijk mee naartoe neemt, maar dan zet hij me af voor het busstation. Bij een stalletje buiten het station koop ik een banaan voor onderweg. ‘Eentje maar?’ vraagt de oude verkoopster me en ik zeg lachend: ‘Ja, ik ben maar een persoon!’ Dat vindt ze duidelijk geen goede reden en ze geeft me twee bananen, waarvoor ze me (ondanks mijn protest) minder laat betalen omdat ze het wisselgeld niet gepast heeft.

Dan loop ik de wondere wereld van het busstation binnen. Het schemerige gebouw lijkt op een oude vliegtuigloods, met aan de wanden stalletjes van busmaatschappijen die tickets proberen te verkopen. ‘Para Cuscoooo!’ wordt er om de paar minuten luid geroepen en daar dwars doorheen 'Arequipa, Arequipa, Arequipaaaaa!'. Voordat ik naar mijn bus mag word ik eerst verwezen naar een donker hoekje voor mijn ‘entrance ticket’. Uit een gat in de muur verschijnt een arm die mijn drie soles naar zich toe trekt in ruil voor een bonnetje dat me vertelt dat ik hier echt ben. Wanneer ik terugloop naar mijn busmaatschappij zie ik een groepje jonge blonde meisjes met backpacks die net zo min als ik het nut van een entrance ticket bovenop je busticket snappen, maar zich daar nog een stuk drukker om maken dan ik. Ik vertel ze maar niet wat ik in de afgelopen tien jaar reizen heb geleerd: soms is het gewoon onbegrijpelijk.

De nachtelijke busrit naar Cusco duurt tien uur en om het mezelf gemakkelijker te maken heb ik een extra luxe zitplek geboekt bij een goede maatschappij. Zodoende heb ik een comfortabele ruime stoel die 160 graden achterover kan en geen directe buurman. Bussen in Zuid-Amerika zijn over het algemeen erg goed (vliegen is voor de lokale bevolking vaak te duur en dit is een goed alternatief) en dit is de crème de la crème van de busreizen. Ik had er alleen geen rekening mee gehouden dat ook andere mensen met deze bus gaan… Aan de andere kant van het gangpad zit een vader met een zoon van een jaar of tien en de volledige busreis is het kind luidkeels aan het kermen, kreunen, grommen en gillen. Ik weet niet zeker of het jochie ziek is of gewoon irritant en kan er daardoor weinig van zeggen. Uiteindelijk stap ik dus met een gebroken gevoel uit in Cusco.

Toch ga ik meteen op pad in de stad, nadat ik mijn spullen heb afgeleverd in het hostel. Ik loop door San Blas, mijn favoriete wijk in Cusco vol nauwe steegjes, trappetjes en boetiekjes. Ik drink een glas verse mangosap en daal dan af naar het centrum van de stad. Ik zit op hetzelfde bankje waar ik drie jaar geleden ook op mijn eerste dag landde en wordt omringd door herinneringen. Dit voelt als thuiskomen!

Inmiddels merk ik ook dat ik echt moet gaan rusten, dus ik sleep mezelf terug naar mijn hostel. Onderweg duik ik nog even een winkeltje in om een Peruaanse trui te kopen, een leuk souvenir en ook meteen nuttig want het is behoorlijk fris hier! Met de verkoopster houd ik een hele modeshow om de perfecte trui te vinden. Bij alles wat ik zeg antwoord ze met ‘si mi reina’ (vertaald naar ‘ja, mijn koningin’) en ik moet lachen om het koosnaampje. Het is me opgevallen dat dit soort aanspreektermen hier vaak gebruikt worden en ik ben in het laatste uur al 'hermosa' (schoonheid), cariña (liefje) en gewoon señora geweest.

Nadat ik twee uur heb geslapen voel ik me weer iets beter en loop ik terug naar het centrum. Om zeven uur ‘s avonds hebben we een infosessie voor de trektocht die ik de komende vijf dagen ga doen. Ik ga namelijk de Salkantay Trail naar Machu Picchu lopen, een uitdagend alternatief voor de klassieke Inca Trail. De gids neemt ons mee door het programma, wijst ons op de laatste benodigdheden en stuurt ons dan naar bed. Morgenochtend om kwart voor vijf begint het avontuur!

Dag 1: Dag van grenzen accepteren

Ik haast me door de verlaten straatjes van Cusco. Het is nog zo vroeg dat de zon niet eens op is en voor een keer zijn er geen toeristen en geen straatverkopers te zien. Ik steek snel de Plaza de Armas over, waar de taxi's al klaar staan voor een nieuwe dag. Nu nog door de gallerij en dan zie ik onze groep al staan, naast de drie busjes die ons naar het startpunt van de tocht gaan brengen. We rijden in ongeveer twee uur naar het restaurant waar we ontbijten en dan is het nog anderhalf uur over slingerende bergwegen voordat we aankomen bij de plek waar het allemaal begint.

Als we daar eenmaal geparkeerd zijn voelt het alsof mijn blaas elk moment zal knappen (de hobbelig weg hielp niet) en voordat onze gids volledig uitgesproken is ren ik naar de toiletten. '1 sol' roept de verkoper voordat ik het hokje in kan duiken en ik grabbel in mijn tas naar een munt. Zo, nu ben ik echt klaar voor de start en om mijn groepsgenoten officieel te ontmoeten. Elke bus vormt een eigen tourgroep, of 'familie', van ongeveer 14 personen met een eigen gids. Wij zijn de Pachamama familie (a.k.a. de Sexy Lama's, a.k.a. de Sweet Potatoes) en worden begeleid door een jonge gids genaamd Condori*.

(* Namen zijn veranderd uit privacy-overwegingen)

We hijzen onze backpacks op onze rug, schuiven onze wandelstokken uit en beginnen te lopen. Gelukkig hoeven we zelf bijna niets te dragen, de meeste van onze spullen worden met behulp van paarden alvast naar ons kamp gebracht. In mijn tas zitten alleen twee liter water, snacks, zonnebrandcrème, mijn extra warme trui en regenkleding. 'Zo fijn dat het nog lekker vlak is!' hoor ik de Belgische Eliza* zeggen, terwijl we in een treintje stevig doorstappen. 'Spreek voor jezelf', denk ik. Ik ben al flink aan het hijgen en puffen en merk dat ik achterloop op de groep. Dat is niet erg, als ik in mijn eigen tempo loop gaat het vast goedkomen. Toch?

Het pad begint licht te stijgen en ik worstel voort. Mijn benen voelen alsof ze van lood zijn, het lijkt alsof mijn hart gaat ontploffen en ik heb het idee dat ik elk moment over mijn nek kan gaan. 'Kom op, dit is mijn berg om te overwinnen!' moedig ik mezelf strijdbaar aan. Condori loopt nu achter me en probeert een gesprekje te beginnen. 'Where are you from?' Vraagt hij, terwijl hij moeiteloos omhoog loopt. Het kost me een moment om moed te verzamelen en dan pers ik tussen mijn hijgende ademhalingen naar buiten:

'Can't. Talk!'

De groep is inmiddels al een stuk verder en wacht op ons bij de start van het échte steile pad. Vanaf dat moment is het aan een stuk door een zigzaggende klim naar boven. 'Hoe ga ik dit doen?' denk ik paniekerig. Als ik me nu al zo slecht voel, hoe ga ik ooit die top bereiken? Ik wil zo graag lopen, mezelf overwinnen, meedoen met de groep, maar… Moet ik het mezelf wel aandoen? We hebben nog vijf dagen wandelen voor de boeg, waarvan een nacht en een dag op grote hoogte, wat voor gevolgen heeft het als ik nu al door mijn reserves heen brand? Drie jaar geleden was deze plek mijn laatste excursie voordat ik in het ziekenhuis belandde met hoogteziekte. Dat punt wil ik nu absoluut niet bereiken. Dat betekent dat ik goed voor mezelf moet zorgen: ik neem al een paar dagen medicatie tegen hoogteziekte, ik drink twee liter ORS per dag om mijn elektrolyten op peil te houden, ik heb mijn rust genomen. Het betekent ook dat ik nu goed naar mezelf moet luisteren en mijn lichaam zegt, smeekt, roept en schreeuwt op dit moment dat dit niet mogelijk is. Ik kan fysiek deze berg niet aan… Ik voel me gefrustreerd, teleurgesteld en alsof ik faal, maar ik kies er toch voor om mijn grenzen te respecteren; op het punt waar de groep op ons wacht neem ik een paard naar de top.

De verlichting is direct: ik kan weer ademhalen, mijn hartslag gaat naar beneden en vanaf de rug van Primavera kan ik genieten van de prachtige omgeving. We zijn duidelijk in het hooggebergte, met ruige kale rotsen, struikachtige begroeiing en besneeuwde toppen. Het landschap is meer indrukwekkend dan mooi.

Doordat Primavera een stuk sneller liep dan mijn menselijke groepsgenoten ben ik eerder boven dan alle anderen en ik geniet vanaf een rotsblok rustig van het gletsjermeer waar we dit allemaal om doen: Humantay Lake. Kwarts in de bodem van het meer weerspiegelt het licht van de hemel, waardoor het heldere water soms felblauw lijkt. Vandaag is de lucht echter bewolkt en grijs, waardoor we het meer zien als een intens aquamarijn. Het valt me op dat de gletsjer erg klein is (zelfs vergeleken met drie jaar geleden) en in de verte hoor ik het gerommel van een lawine. Zorgwekkende tekenen van een veranderend klimaat.

Wanneer mijn mede-Sexy Lama's er zijn doen we de verwachte fotoshoot die hoort bij mooie plekken. We klimmen nog een paar minuten hoger naar een uitzichtpunt, vanwaar niet alleen het meer goed te zien is maar ook de indrukwekkende dreigende bergtoppen om ons heen. Ik voel me beschaamd tegenover mijn groepsgenoten dat ik niet samen met hen naar boven ben geklommen, maar een voor een spreek ik met mensen over mijn ervaringen met hoogteziekte en mijn afweging van vandaag. Iedereen reageert begripvol, bezorgd en lief en ik voel me gerustgesteld door de steun die ik ervaar. Morgen hebben we nóg zo'n zware tocht op hoogte voor de boeg en ik accepteer nu alvast dat ik dan weer een paard zal moeten nemen naar de top.

We eten een snack en luisteren naar Condori's uitleg over de omgeving, voordat we aan de toch naar beneden beginnen. Terwijl we nog aan het meer zitten worden we beloond met uitzicht op twee condors die hoog boven ons rondzweven. Deze enorme gieren zijn een van de grootste vliegende vogels ter wereld en een van de nationale dieren van Peru. Het is een bijzondere en zeldzame ervaring om hen hier te zien.

De afdaling verloopt zonder verdere problemen en we komen aan het begin van de middag aan bij ons kamp voor vandaag. Daar wacht een heerlijke lunch op ons, bereid door het team aan koks dat met ons meereist. Al onze verwachtingen overtreffend krijgen we een heel menu aan soep, fruit en warme gerechten voorgeschoteld, waarmee we de middag goed zullen doorkomen.

'Het is tijd om naar jullie hutten te gaan!' kondigt Condori aan wanneer we klaar zijn met eten. 'Er zijn twee opties: glazen iglo's aan de bergwand of driehoekige hutten iets lager gelegen in het dal.' Ik kan me niet herinneren dat ik iets heb gekozen bij het boeken en ik heb sowieso niet bijbetaald, dus ik ga er maar vanuit dat ik een van de hutten beneden heb. Condori kijkt op zijn lijst en noemt een hele reeks aan namen op. 'Jullie mogen nu naar je hut gaan,' stuurt hij hen op pad. 'Sorry, maar mijn naam is niet genoemd…' zeg ik tegen hem en hij gebaart dat ik even moet wachten. Nerveus kijk ik naar de anderen die vertrekken. Wat gebeurt er nu? Wat als er straks alleen nog maar 'slechte' hutten over zijn? 'Misschien moeten we wel buiten slapen', grapt een van de drie groepsgenoten die ook niet genoemd zijn.

Dan kijkt Condori weer op zijn lijst en noemt onze vier namen op. 'Kom met mij mee,' wenkt hij ons en hij gaat ons voor naar het rijtje glazen iglo's. 'Er zijn twee iglo's vrij en ik zag dat jullie moeite hadden vandaag, dus jullie mogen hier slapen!' Onder onze uitroepen van 'Wauw!', 'Dankjewel!' en 'We worden beloond voor onze traagheid!' voeg hij nog toe: 'Maar ssst, niet aan de anderen vertellen hé.'

Samen met mijn mede-iglo'ers loop ik naar de twee glazen koepels die op een rand in de helling gebouwd zijn. De keuze is makkelijk gemaakt, het Argentijnse koppel neemt de linkerhut en samen met Robin* neem ik de rechteroptie. Het komt perfect uit, vanaf de start van onze tocht kan ik het al goed vinden met deze Nederlandse vrouw en ik wilde haar sowieso al vragen om een hut met mij te delen. Nu beleven we deze bijzondere plek samen! De rest van de middag doen we dan ook niet zoveel meer. Onze iglo is in de zon heerlijk opgewarmd, dus we zitten urenlang op onze bedjes te kletsen met op de achtergrond uitzicht op de besneeuwde berg die we morgen gaan overwinnen: Salkantay Mountain.

Lees in mijn volgende blog hoe mijn trektocht naar Machu Picchu verder gaat!

Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorinde

Ga met mij mee op reis! Samen beleven we avonturen, ontdekken we de cultuur van bijzondere bestemmingen en leren we levenslessen. En wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan ook op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Actief sinds 06 Sept. 2012
Verslag gelezen: 274
Totaal aantal bezoekers 77857

Voorgaande reizen:

09 Januari 2023 - 03 April 2024

Nieuw-Zeeland

10 Oktober 2022 - 06 Januari 2023

Peru 2022

09 Juni 2020 - 09 Juni 2020

Nederland

15 Augustus 2019 - 11 November 2019

Canada

12 November 2019 - 15 April 2019

Peru

01 Mei 2017 - 27 Augustus 2017

Rhodos

16 Juli 2016 - 16 Juli 2017

Australië

22 April 2013 - 01 Juli 2013

Mexico

06 September 2012 - 31 December 2012

Ghana

Landen bezocht: