Ter land, ter water en... - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu Ter land, ter water en... - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Jorinde Voskes - WaarBenJij.nu

Ter land, ter water en...

Door: Jorinde

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

30 Juni 2023 | Nieuw Zeeland, Queenstown

Introductie:

Op dit moment ben ik in Nieuw-Zeeland waar ik een opleiding tot Adventure Guide volgde en geniet van de prachtige uitzichten aan de andere kant van de wereld. Laten we snel op avontuur in het land van de kiwi's gaan!

A poo with a view

'Hey Kevin*, what are you doing there*?' vraag ik met mijn camera in mijn hand. Kevin staat voorover gebogen met een klein schepje in de harde aarde te porren. 'I'm digging a poop hole,' antwoordt hij in zijn bekakte Britse accent. Ik bijt op mijn lip om niet te lachen, terwijl ik zeg: 'And what do you think of the view of this "poop hole"?' Kevin komt overeind en kijkt om zich heen. We staan op een helling vol wuivend gras, in de verte staren nieuwsgierige witte schaapjes naar ons en we worden omringd door bergtoppen. De ondergaande zon kleurt de hemel zachtroze en we horen niets anders dan het ruisen van de wind en het geblaat van de schapen. 'Oh it's a poo with a view!'

(* Namen zijn gewijzigd uit privacy overwegingen)

We kamperen vanacht op de top van Breast Hill, op zo'n 1578 meter hoogte. Het heeft ons de hele dag geduurd om hier te komen. Vanaf de parkeerplaats naast het prachtige Hawea Lake begint de route al meteen intens. We volgen een stoffig zandpad de steile helling op. Ik voel de zon heet op mijn hoofd branden terwijl we hijgend de zigzag op sloffen. 'Red light!' wordt er na een minuut of tien vooraan de rij geroepen en we komen allemaal tot stilstand. Cleo* doet haar rugzak af en steunt hijgend en puffend met haar handen op haar knieën. Ze heeft felle rode blossen op haar wangen, maar is daaronder erg bleek.

'Did you eat this morning? Did you drink enough? Did you drink alcohol this weekend?' ondervraagt onze instructeur Osian* haar streng. Waarschijnlijk is het een combinatie van te weinig voedsel en uitdroging waardoor ze zich op dit moment zo slecht voelt. We hebben het maar niet over ons uitgaansavontuur afgelopen weekend toen Tom* Cleo uiteindelijk naar huis moest begeleiden omdat ze niet zo lekker ging. Trillerig giet ze ORS-poeder in haar waterfles zodat ze het vocht beter vasthoudt. 'Heb je iets te eten bij je?' Cleo bijt op haar lip en schudt haar hoofd. 'Sorry, ik ben het vergeten.' Don* reikt haar een mueslireep aan en zegt: 'En ik heb extra salami en brood voor lunch.' 'En waar is je hoed?' roept de andere instructeur Benny* van achter me. 'Vergeten…' mompelt Cleo en ik hoor Benny een zucht onderdrukken. In deze felle zon is het essentieel om iets op je hoofd te hebben om geen zonnesteek op te lopen. Osian trekt de capuchon van zijn kleurrijke outdoorshirt over zijn hoofd en geeft zijn hoed aan Cleo. 'Heb je zonnebrandcrème?' 'Nee, vergeten…' zegt Cleo weer en er wordt zonnebrandcrème haar kant op gestuurd. Oh Cleo, wat zou je ook zonder ons doen? Soms moeten we een beetje voor elkaar zorgen.

We kunnen weer verder en slepen onszelf traag omhoog. 'Tik tik, tik tik,' tikken mijn wandelstokken op de rotsige ondergrond en 'huu, pffoee' suist mijn hijgende ademhaling in mijn oren. Ik probeer rustig en diep te blijven ademen, maar af en toe neemt het hijgen het over. 'Red light!' Wordt er na een paar minuten weer geroepen. Cleo gaat nog steeds niet lekker. 'Sorry sorry sorry, my bag just really hurts!' zegt ze klagelijk en Osian doet een snelle poging om haar tas beter in te pakken. Nadat we de vorige keer allemaal veel te zware rugzakken meesjouwden, hebben we voor deze hike geprobeerd zo licht mogelijk te pakken. Alleen het essentiële mocht mee: tent, slaapzak, slaapmat, kookset, lepel, mes, aansteker, zaklamp, toiletpapier, tandenborstel, regenkleding, extra ondergoed en sokken, zonnebrandcrème, warme trui, EHBO-set, eten en 2 liter water. Geen extra luxes en alles zo licht mogelijk.

Daarnaast maakt het een wereld van verschil hoe je de spullen in je tas stopt. De meest zware spullen wil je zo dicht mogelijk in het midden tegen je rug dragen en je wilt geen gekke zijwaartse gewichtsverdeling. Verder wil je dat de spullen die je het snelst nodig hebt, zoals je regenjas, eten of zonnebrandcrème makkelijk voor handen zijn. Onhandige grote spullen, zoals een slaapzak of slaapmatje kunnen dan onderin het hoofdcompartiment leven. Ik ben best trots op mijn inpakkunsten voor deze hike; mijn rugzak rust lichtjes op mijn heupen en zit me niet in de weg. We lopen verder, maar het duurt niet lang of het klinkt weer 'red light!'. Deze keer liepen we te snel.

Dit werkt niet. Niet alleen komen we zo niet verder, constant stoppen en starten zorgt ook voor meer verzuring van onze spieren en de tocht wordt er alleen maar zwaarder door. Liever wil je een constant tempo aanhouden, hoe langzaam ook. 'Cleo, waarom loop jij niet vooraan om het tempo te bepalen?' stelt Benny voor en schoorvoetend loopt Cleo naar de start van de groep. Het is de magische oplossing… Niet alleen lopen we nu gestaag door, Cleo hervindt ook haar snelheid en rent als een berggeit het pad op. Nu ben ik degene die langzaam achteraan de groep voort strompelt. Sommige delen van het pad zijn zoals voorheen, stoffige steile zandpaden in de zijkant van de helling, maar soms moeten we ook stukjes klauteren en elkaar de rotsblokken over helpen. Het gele tussock gras (een Nieuw-Zeelands icoon) streelt langs mijn benen, af en toe onderbroken door de puntige stekels van de matagouri struik. Tijdens onze waterstops maak ik foto's van het spectaculaire uitzicht, met het helderblauwe meer ver onder ons en de bruingroene berghellingen om ons heen. Als ik omkijk zie ik het pad dat we al gelopen hebben, slingerend over de bergkam.

Rond het middaguur komen we aan bij Pakituhi hut, een trekkershut die gebruikt wordt door wandelaars. Nieuw-Zeeland heeft een heel netwerk aan hutten voor wandelaars, variërend van simpele schuilplekken tot goed onderhouden, bemande hutten die ver vooruit geboekt moeten worden. Alhoewel wij met onze grote groep niet in hutten kunnen verblijven, zijn het altijd ideale rustpunten omdat er een toilet is en je je water kunt bijvullen. Terwijl we een voor een naar het simpele buitentoilet verderop gaan, hangen we rond de veranda van de hut. Ik eet een mueslireep en luister naar Benny die vertelt over de omgeving. 'Je kunt hier ook een trektocht van vier dagen ma-ha-ha-HA-HATSJOE!' Met een nat geluid ontsnapt hem een enorme nies. Osian, die voor hem zit, haalt zijn hand door zijn haar en kijkt met een vies gezicht om. 'Dankjewel, maar ik had geen gel nodig… Kon je niet in je elleboog niezen ofzo?'

Inmiddels zitten we al een tijdje stil en de instructeurs willen verder; we hebben nog minstens vier uur te gaan en de uren glippen weg. 'Hoeveel mensen moeten nog naar het toilet?' inventariseert Benny ongeduldig. David* en Mats* steken hun hand op en wanneer Jessie* het hokje uitkomt rent Mats die kant op. We staan eindelijk op het punt om weer te vertrekken als Tom* in zijn afgemeten Schotse accent zegt: 'I'm going for a piss.' en wegloopt. 'Is hij niet net gegaan?' vraagt Benny ongelovig en er wordt geknikt. Tom staat erom bekend dat hij áltijd naar het toilet moet, zelfs nog vaker dan ik. 'Kom, laten we ons verstoppen!' zegt Osian opgewonden. 'Dan denkt hij dat we al weg zijn. Snel!' We lopen allemaal achter hem aan naar de andere kant van de hut en verder het pad op. Ik weet niet waarom hij dacht dat dit zou werken, want Tom ziet ons meteen als hij het hokje uitkomt. Hij pakt snel zijn rugzak en voegt zich bij ons.

Net als bij onze eerste wandeltocht moeten we een voor een de groep een stuk van de route leiden en Eliotte*, Cleo en ik zijn nu aan de beurt. Benny wijst een punt op de kaart aan en beveelt 'Breng ons daarnaartoe.' We beginnen te lopen met Eliotte aan de voorkant, Cleo in het midden en ik in de achterhoede. Alhoewel we natuurlijk gewoon het pad volgen, bestuderen we de omgeving nauwkeurig om ons doel te vinden. Het punt op de kaart ligt tussen twee ringcontouren, wat betekent dat vlak ervoor en erna een soort hoogtepunt is. De hoogtelijnen links naast de zwarte stippellijn die het pad aangeeft liggen heel dicht bij elkaar, wat betekent dat er een steile afgrond naast het pad loopt. Rechts zou een hek moeten lopen (aangegeven door een doorgetrokken zwarte lijn) en een glooiende heuvel, te zien aan de contouren die ver uiteen liggen. Ook kijken we naar de golvende loop van de lijnen die uitlopers en geulen aangeven, de met blauw aangegeven waterwegen en de groene stipjes van bomen. Het klinkt zo logisch, maar alhoewel ik dit allemaal weet, blijft het altijd een uitdaging voor me om de kenmerken op de kaart te vertalen naar het land dat zich voor me uitstrekt.

Cleo komt naast me lopen, zwetend door de steile helling. 'Ik ben zo jaloers dat Rikki* thuis mocht blijven, ik had ook thuis moeten blijven. Deze hike is echt verschrikkelijk!' Ik hum en zeg niet zoveel. Rikki blijft thuis vanwege speciale omstandigheden en hoewel dit zwaar is zou ik voor geen goud met haar willen ruilen. Ik heb niet bakken vol geld in dit programma gestopt om thuis te blijven… Ik merk dat ik even geen energie over heb voor dit soort geklaag.

We stoppen om op de kaart te kijken en onze positie te bepalen. 'Waar denk jij dat ons punt is?' probeer ik Cleo te betrekken. Ze haalt haar schouders op en wijst naar het pad. 'Die kant op.' Ik onderdruk mijn zucht en vraag 'Kun je het aanwijzen? Waar is je kaart?' 'Oh ergens in mijn tas…' antwoordt Cleo. 'Voor een oefening in kaartlezen kun je misschien beter je kaart bij de hand houden.' Merkt Eliotte* droog op, waarna we met z'n tweeën proberen onze huidige positie te bepalen.

Ongeveer tien minuten later stoppen we weer en roepen we Benny bij ons. 'We denken dat we er zijn!' verkondigen we. 'Kijk, daar en daar hebben we twee toppen. En hier is een klif. En de scherpe vorm van deze lijnen komt overeen met deze puntige rotswand.' Benny blijft even stil en schudt dan zijn hoofd. 'Nee, ik denk dat jullie nog even verder moeten kijken. Onthoud, probeer de omgeving niet te veel te laten passen binnen je verwachtingen.' Verward kijk ik nog een keer naar de kaart. Ik had toch echt kunnen zweren dat we het goed hadden! We trekken verder en het duurt niet lang of we bereiken het punt waar we naar op zoek zijn. Eenmaal daar valt alles op z'n plaats: het klif is echt een klif en de puntige rotswand is echt een puntige rotswand. Dit past inderdaad beter bij wat de kaart ons vertelt, maar hoe kon ik dat 200 meter terug weten?

Het is inmiddels half zes en ik merk dat ik er eigenlijk wel een beetje klaar mee ben. Ik heb honger, ik ben moe en mijn voeten doen pijn. Ik zou willen dat we gewoon hier kamp op kunnen zetten. Ik ben niet de enige, iedereen staat er een beetje druilerig bij. 'Two second dance party!' roept Kevin, in een poging wat energie terug te brengen naar de groep. Hij is toch ook een echte scouting leider. We beginnen allemaal tegelijkertijd als malloten te dansen en stoppen abrupt wanneer de twee seconden voorbij zijn. Het brengt een kort moment van vreugde, maar het neemt niet weg dat we nog ongeveer een uur moeten lopen. Ik merk dat ik een verschrikkelijk humeur heb en ik ken mezelf, als iemand op dit moment het verkeerde tegen me zegt is er een goede kans dat ik tegen ze uitval. Bewust ga ik achteraan de rij lopen en kauw op een mueslireep. Laat mij maar even met rust jongens!

Wanneer we eindelijk aankomen bij onze bestemming kan ik wel juichen van opluchting. We zijn er: de top van Breast Hill. Een gekke stalen constructie markeert het hoogste punt. De hemel boven de bergen om ons heen begint al van kleur te veranderen; zonsondergang is niet ver weg. De zachtroze en oranje tinten weerkaatsen in het meer ver onder ons. Hierboven suist de wind om ons heen en er is hier helemaal niets behalve rotsen en gras. 'Remember, the best way to keep warm is to stay warm!' Roept Osian boven het geraas uit. 'This would be a good moment to put on some layers, maybe your waterproofs against the wind.'

Ik wil niets liever dan zitten en uitrusten en foto's maken en avondeten, maaaarrrr… we zijn nog niet klaar met de dag. Eerst moeten we ons kamp nog opzetten, voordat het donker wordt. Vannacht deel ik de tent met Kevin (niet logisch om allebei een tent mee te dragen als hij plek heeft voor twee personen) en we hebben ons onderkomen in een mum van tijd opgezet. Nu moet er alleen nog een toilet gecreëerd worden. En zo gaan Kevin en ik aan de slag voor onze 'poo with a view'.

Nadat de zon onder is gegaan koelt het snel af op de bergtop. We zitten op het gras bijeen gekropen rondom onze vuile potten en pannen. Ons avondeten was weinig bevredigend… Mats had de kookdienst op zich genomen en was voor een mix van bruine bonen in tomatensaus gegaan, opgeleukt met stukjes salami. Zonder rijst of pasta of groente was het alsof we slechte tomatensoep aten, niet echt de hartige maaltijd die ik na een dag wandelen zou kiezen. In onze ambitie zo licht mogelijk te reizen hebben we natuurlijk ook geen benodigdheden voor thee meegenomen en er zit uiteindelijk niet veel anders op dan maar naar bed te gaan. Mijn adem creërt wolkjes in de koele nachtlucht wanneer ik de tent open rits. 'Als je het vannacht koud hebt, kruip je maar tegen me aan.' biedt Kevin gallant aan, terwijl we allebei in onze slaapzak kruipen. Hij kent me inmiddels: ik heb het altijd koud.

Norwegian god

Uren later ontwaak ik uit mijn onrustige slaap. Het is nog pikdonker en ik voel de koude lucht door mijn slaapzak en warme kleding kruipen. Brrrr, ik draai me rillend om en probeer het ongemak te negeren. Aan de andere kant van de tent ademt Kevin rustig, diep in slaap. Ik overweeg even om zijn aanbod aan te nemen en mijn matje die kant op te schuiven, maar ik wil hem niet wakker maken. Beter gewoon even doorbijten, de ochtend komt snel genoeg.

Wanneer de wekker uiteindelijk gaat dwing ik mezelf om snel de tent uit te kruipen. We zijn extra vroeg wakker geworden om de zonsopkomst te kunnen zien. De lucht is nog grijs van de nacht, maar de eerste lichtstralen piepen boven de helling uit en creëren een prachtige oranje gloed. Steeds meer van mijn groepsgenoten kruipen uit hun tenten, als konijntjes die een voor een uit hun hol tevoorschijn komen. We zitten op een rijtje op een paar rotsblokken en kijken hoe de hemel steeds feller oranje wordt, doorkruist met een prachtige paarse kleur. De wolken hangen nog laag, maar worden verjaagd door de warmte van de ochtend. Langzaam begint er een oranje schijf aan de horizon te verschijnen, zo fel dat ik mijn zonnebril op moet zetten om te blijven kijken. Het gele gras van de helling voor ons verandert in een goudkleurige zee. Het is doodstil om ons heen en met niets anders dan het geruis van de wind, het gemompel van mijn groepsgenoten en de blatende schapen als achtergrondmuziek begroet ik de nieuwe dag.

Voordat we vertrekken voor onze lange tocht de helling af verzamelen we allemaal op de top van Breast Hill. Het is Valentijnsdag en dat willen we spontaan met elkaar vieren. En hoe vier je wanneer je boven op een berg zit? Nou, met een gedichten uitwisseling natuurlijk!

Ik heb Mats getrokken en in vijf minuten een paar dichtregels uit mijn mouw geschud.

'Mats, Norwegian God…' zeg ik op serieuze toon en zie een brede grijns op het gezicht van onze knappe Noor verschijnen. Er klinkt gegrinnik in de groep, terwijl ik wat onzin spui over zijn moed en zijn charme, zijn lust naar avontuur en zijn warme hart. Het meeste bedenk ik ter plekke, maar alles wordt bij elkaar gehouden doordat ik heel vaak de woorden 'Norwegian God' herhaal. Na een klein applausje en een buiging ga ik weer zitten in ons rotsige theater. Pfoe, daar ben ik weer vanaf.

Als laatste is het de beurt aan Don en hij stapt glunderend voor de groep. 'Dit is mijn gedicht voor Jorinde,' begint hij en hij leest van zijn telefoon:

'Jorinde, Jorinde

Got the adventurous spirit inside ya

From massive forests to gigantic peaks

You use your own two feet

Making the world your playground

You are not bound

And I inspire to be like you mate

Exploring the world when I'm 28'

We lopen terug precies zoals we zijn gekomen: over de bergrichel langs het klif en die lastige navigatiepunten, naar de hut voor een korte toiletstop, klauterend over de rotsen in het pad, via het super steile zandpad naar beneden. Het is opnieuw een hete dag en de zon brandt genadeloos op ons neer. We zijn heet en zweterig en dorstig en stoffig en de urenlange afdaling zorgt voor een pijnlijk gevoel in mijn knieën en heupen. Bij afdalen in de bergen geldt altijd: hoe langzamer hoe beter; rustig afdalen vermindert het risico op uitglijden of vallen. Rennen is not done! De laatste meters naar de bus kunnen echter niet snel genoeg gaan.

Wanneer we allemaal in de bus zitten, doe ik met een zucht van verlichting mijn bergschoenen uit. Ik wiebel met mijn tenen: 'ahhh dat voelt beter!'

Met 12 vuile zweterige mensen in een bus duurt het natuurlijk niet lang of de hele bus ruikt naar gymzaal. Voordat we aan de lange weg naar huis beginnen maken we dus nog éên stop bij het prachtige Hawea meer.

Benny racet richting de waterkant. 'Over een half uur vertrekken we weer!' roept hij, terwijl hij ondertussen zijn shirt uittrekt. Ik haast me achter de anderen aan naar het glinsterende helderblauwe water. Een bikini heb ik deze keer niet meegenomen in mijn ultralichte bepakking, dus ik duik in ondergoed het koele water in. 'Ahhh, dit is hemels!' denk ik, terwijl alle zweet en stof en oververhitting van me af spoelt. Het water is zo helder dat ik de zandbodem ver onder mijn voeten kan zien. Onder water zwem ik naar de anderen, die verderop spetterend aan het ravotten zijn. Een beter einde van de dag hadden we niet kunnen bedenken.

Verdrinken voor gevorderden

Vierentwintig uur later lig ik opnieuw in het water, dit keer dik ingepakt in een wetsuit, een speciale neopreen jas en een geel zwemvest. Ik heb flippers aan mijn voeten, een helm op mijn hoofd en ik leun op een soort schuimrubber bodyboard. De woeste Kawarau rivier (de enige rivier die uitmondt in het meer bij Queenstown) raast om mij heen. Ik trappel stevig met mijn benen en laat mezelf door de stroming mee sleuren. Het water golft in mijn gezicht en ik til mijn hoof op om naar lucht te happen. 'Allemaal opletten, er komt weer een stroomversnelling aan!' roept onze begeleider Neil van vooraan de rij. Ik volg zijn handgebaren en probeer mezelf links van de stroming te manoeuvreren om te voorkomen dat ik tegen een van de rotsen midden in de woeste wateren knal. Met wat extra gespetter glijd ik door de kleine waterval.

Als onderdeel van onze training 'white water rescue' zijn we aan het river boarden. Want hoe kun je beter leren over het redden van drenkelingen dan door zelf even drenkeling te zijn? De hele ochtend hebben we geleerd over veiligheid in de watersport. Op de oever van de rivier hebben we risico's doorgesproken in en om de rivier: stroming, plekken waar iemand vast kan komen te zitten, diep en ondiep water, draaikolken, watervallen enzovoort. We hebben handsignalen geleerd en knopen geoefend. Ook moesten we oefenen om een reddingstouw naar elkaar te gooien. Alle keren dat ik probeerde het touw naar Kevin te werpen lukt het me niet om hem te bereiken… Misschien kan ik beter geen drenkelingen proberen te redden?

En nu liggen we dan in het water, na een korte uitleg hoe we moeten sturen, omrollen en onszelf uit de stroming kunnen bewegen naar 'eddies', rustpunten in de rivier. De centrale regel voor het doorkruisen van snel stromend water is om altijd in een schuine lijn te bewegen. Recht tegen de stroming in zwemmen kost veel energie en heeft weinig effect, maar met een hoek van vijfenveertig graden kun je stukje bij beetje uit de kracht van de stroom ontsnappen. Het doet me denken aan die ene vakantie in mijn kindertijd toen ik met mijn ouders in Frankrijk op vakantie was. Spelend in de rivier werd ik meegetrokken door het stromende water. 'Ahhhh, papa HELP!' riep ik naar mijn vader, die op het strandje een paar meter verderop stond. Mijn vader, ooit een zwemleraar, schudde zijn hoofd en zei rustig: 'Dit kun je zelf, probeer maar naar de kant te zwemmen. Schuin tegen de stroming in.' Alhoewel ik nu weet dat ik waarschijnlijk niet echt in gevaar was, kan ik me nog steeds herinneren hoe bang de kracht van het water me maakte en hoe boos ik was om geen hulp te krijgen. Ik trappelde hard met mijn voetjes, sloeg met mijn armen en wist uiteindelijk in een ondiep en rustiger deel een kiezelstrandje op te krabbelen.

Ik draai mijn bord weer de juiste richting op en flipper stevig door om aangesloten te blijven bij de groep. Het water is een constante kolkende kracht die aan me trekt en me uit mijn koers probeert te trekken. Ik ben ook alert voor plekken waar twee waterstromen over elkaar bewegen en je onder trekken. Alhoewel je meestal binnen tien seconden automatisch weer boven komt door de drijfkracht van onze zwemvesten, voelt het schijnbaar alsof je een eeuwigheid verloren bent in de diepte. De beschrijvingen van anderen klinken angstaanjagend, maar tot nu toe gaat alles soepel en is het vooral een hele opwindende rit.

'Sorry sorry sorry!' David komt achterstevoren langsgedobberd en snijdt mijn koers af. Als een botsauto stuitert hij ongecontroleerd van persoon naar persoon. 'David, use you legs!' Grom ik geïrriteerd, terwijl ik probeer mezelf terug in de baan te sturen. Door de botsing ben ik mijn momentum kwijtgeraakt en in een zijstroming terecht gekomen. Ik word recht naar de rotsen aan de zijkant getrokken. 'Left! Keep left! LEFT!' schreeuwt de jonge begeleider achter me continu tegen me en ik pomp uit alle macht met mijn benen. Ik blijf mijn bord naar links sturen, maar de stroming is te sterk. Mijn benen en armen branden terwijl ik vecht tegen de kracht van de rivier. De puntige rotswand komt steeds dichterbij en ik realiseer me dat een botsing onvermijdelijk is. Ik geef het op om tegen de stroom te vechten en probeer de schade te beperken. Ik draai de schuimrubber plank zo dat hij als een extra kussen tussen mij en de harde wand terechtkomt en zet mezelf schrap voor de impact. Het is chaotisch, het water kolkt om me heen en ik probeer de eerste rotsblokken onder water te vermijden. Een halve meter nog maar, ik zie de roodbruine stenen vlakbij me. Dertig centimeter… Twintig…

Dan wordt het bord opeens uit mijn handen gerukt door de begeleider die probeert een reddingspoging te doen. Hij probeert me vast te grijpen voordat ik de wand raak, maar krijgt het alleen voor elkaar mijn zachte landing weg te grissen. Ik schreeuw gefrustreerd tegen hem terwijl ik met een klap tegen de rots sla.

Het water golft in mijn gezicht en even ben ik gedesoriënteerd. Het bord bungelt onhandig aan het koord aan mijn pols, het is iets verderop gestrand op de rotsen. 'Are you okay? Why didn't you keep left?!' Vraagt de begeleider me geschrokken. Ik knik zwijgend. Een snelle check vertelt me dat ik nog heel ben met een blauwe schouder en geschaafde knokkels als enige verwondingen.

Ik raap mezelf bijeen en stuur weg uit de luwte van de rots, terug naar de hoofdstroom. De anderen zijn iets verderop in een rustig punt gestopt en Neil steekt vragend zijn duim op. 'All good!' signaleer ik terug en in een rijtje laten we ons weer door de stroom voortslepen.

Niet lang daarna komen we op het laatste stukje van de route. We hebben alle stroomversnellingen gehad en nu is het een kwestie van ontspannen drijven en naar de wolken kijken. Ik kan het niet helpen of ik voel me een beetje teleurgesteld, ik wil nog langer doorgaan! Dat is altijd als je iets leuks aan het doen bent, het gaat veel te snel voorbij.

We stoppen in de een kleine grot aan de rechteroever. Neil verzamelt de riverboards en gebaart naar de rotswand. 'Wie wil er een cliff jump proberen?' Met moeite klauter ik de glibberige steen op, de flippers slepen onhandig aan mijn voeten. Hoe doen zeeleeuwen dit? Eenmaal bovenaan kijk ik nerveus naar het water dat een meter of vier onder me stroomt. Oeh, dit is eigenlijk hoger dan verwacht… Ik haal diep adem en dan stap ik naar voren, de flippers voor me uit gestrekt. Plons! Ik land hard met mijn billen op het water. Oke, aan de vorm kan nog wat gewerkt worden, maar ik krijg punten voor de moeite toch?

Enkele tientallen meters verderop klauteren we de oever op en loop ik richting het busje dat al op ons staat te wachten. Achter me is de jonge begeleider aan het pochen over hoe hij mij gered heeft voordat ik te pletter kon slaan op de rotsen. Ik rol stiekem met mijn ogen en vertel hem maar niet dat hij de situatie juist erger maakte door mijn stootkussen weg te trekken. Laat hem maar geloven dat hij de held van de dag was…

Vaarwel David!

De volgende dag mogen we zelf weer voor waterhelden spelen. 'Wieeeeeee', laat Kevin laat zich lachend in een draaikolk rondtollen terwijl we wachten op het signaal van Neil. We zijn terug in de Kawarau rivier, dik ingepakt in neopreen maar deze keer zonder onze bodyboards. Op de rotsige oever staan Mats, Cleo en David klaar met ieder een reddingstouw in de hand. Neil signaleert 'oke!' en Kevin laat zich door de stroom meevoeren. Oh nee een drenkeling! Red hem! Een voor een vliegen de oranje zakjes met de touwen door de lucht, richting Kevin. Je moet je worp goed timen voor een succesvolle redding. Niet alleen wil je natuurlijk ver genoeg gooien, maar als je touw een paar meter voor de drenkeling valt, drijft het net buiten handbereik de rivier af. En hoe verder weg je slachtoffer is als je eindelijk beet hebt, hoe zwaarder het is om iemand aan de kant te trekken.

Nu ben ik aan de beurt en ik laat me in het koude water zakken. Ik moet met een ruime boog de eddie uitzwemmen om in de hoofdstroom terecht te komen. Stiekem vind ik dit toch best spannend, wat als ze allemaal mis gooien en ik verloren ben in de stroom? Neil heeft ons flink bang gemaakt voor de niveau 5 stroomversnelling die een eindje verderop komt en die zelfs de meest ervaren wildwater kayakker zou overmeesteren. De vraag is nu vooral… vertrouw ik mijn groepsgenoten om me te redden?

De stroom is minder heftig dan ik verwacht had, we zijn in een rustiger deel van de rivier dan gisteren. Ik moet zelfs een beetje bijzwemmen om genoeg vaart te krijgen. Dan passeer ik de rots en ik zie mijn buddies klaarstaan met hun touwen. 'Grab the rope!' roept Mats, terwijl hij het oranje touw mijn kant op smijt. Ik kan het touw net vastgrijpen. Het glibbert eerst tussen mijn handpalmen door, maar ik klem het extra stevig vast. We hebben geleerd dat je het nooit om je hand heen wilt wikkelen, omdat het risico van beknelling dan erg groot is. Ik draai me op mijn rug zodat het koord over mijn rechterschouder loopt en klem mijn handen tegen mijn borst. Op deze manier zou er minder water in je gezicht moeten golven. Zeggen ze… Tussen de golven rivierwater door hoest en proest ik. Ik zie vanuit mijn ooghoeken hoe Mats zich schrap zet en om mij de kant op te trekken, als een spartelende vis die opgehengeld wordt.

Nu Neil er vertrouwen in heeft dat we niet écht verdrinken, verhuizen we naar een volgende reddingslocatie. Een voor een gooien we onszelf van de rotsen de rivier in en dobberen hulpeloos langs onze redders. We merken al snel dat het hier moeilijker is om mensen naar de kant te trekken. Kevin wordt bijna het water in getrokken door zijn drenkeling en ik grijp hem om zijn middel om hem op de kant te houden. Ik zit op de rotsen te wachten op mijn beurt om te verzuipen en klets wat met Kevin, Jessie* en een deelnemer uit een andere groep. Aan de overkant hobbelt een groepje wilde geiten voorbij. Ze drinken wat uit de rivier en verdwijnen dan weer in het groen. Ineens slaat Jessie slaat haar hand voor haar mond en ademt scherp in. Ik draai me om en zie nog net hoe Neil verderop met een grote plons in het water valt en met hoge snelheid door de stroming weggevoerd. Het oranje reddingstouw drijft achter hem aan in het water. 'David was missed by the rescuers and Neil got pulled in when he tried to rescue him,' verklaart Kevin. In de verte zie ik een hoop gespartel wanneer Neil David bereikt en probeert naar het strandje te trekken. De stroming is te sterk en ze worden steeds verder getrokken. Ik weet van de spanning niet of ik niet lachen of bezorgd moet zijn, iets verderop is die super gevaarlijke stroomversnelling waar we allemaal bang voor moesten zijn… Wat nu? De extra begeleider die ons vandaag helpt duikt met een indrukwekkende boog de rivier in, zwemt razendsnel naar de kant en begint als een malle naar onze échte drenkelingen te zwemmen. Wij blijven achter op de rots.

Het lijkt wel een eeuwigheid dat we wachten op teken van leven. De oranje zwemvesten zijn inmiddels uit het zicht verdwenen en ik begin me al allerlei doemscenario's in te beelden. Wat als ze echt van die stroomversnelling afgedonderd zijn? Wat als David gewond op het strand ligt en ze hem nu proberen te reanimeren? Wat als, wat als, wat als?

We voegen ons bij de anderen die ook aan het wachten zijn. 'Oh mijn god, het is mijn schuld!' zegt Rikki, 'Ik gooide mijn reddingstouw niet ver genoeg!' 'Ja en ik was te laat,' voegt Mats opgewonden toe. 'Ik dacht dat Neil hem wel zou redden, maar opeens zag ik hem zelf in het water vallen!' Hij beeldt uit hoe Neil omgetrokken werd en zijn evenwicht verloor.

Dan zien we een van de begeleiders de oever op komen en ons naar hem toe wenken. We zwemmen die kant op en krabbelen over de rotsen wanneer de stroming te sterk is. David staat niet veel verder met een grote lach op zijn gezicht op ons te wachten en ik haal opgelucht adem. Hij is nog heel! Neil en hij zijn een eind de rivier afgedreven, voordat het hen lukte in een inham op de kant op te kruipen. Gelukkig nog net voordat zie die extra 'gnarly' stroomversnelling bereikten.

We rusten uit in de felle zon en eten onze meegebrachte lunch. Daarna krijgen we weer wat theorieles, gericht op het bouwen van ankers, het leggen van allerlei knopen en het opzetten van een hefboomsysteem om omgeslagen rafts met grote kracht weer recht te trrekken. Ik ben vooral geïnteresseerd door de gemakzuchtige manier waarop in de waterwereld omgegaan wordt met veiligheidssystemen. Waar we tijdens onze klimtrainingen oneindig worden gedrild in het opzetten van perfecte ankers, nette knopen en uitgebreide systemen, kan het in de waterwereld al genoeg zijn om een touw een paar keer om een boomstam te wikkelen (zonder knoop) en dat als ankerpunt te gebruiken. Dat zou ik eens moeten proberen tijdens mijn klimexamen!

We eindigen deze lange en intense dag met nog wat extra reddingsscenario's in de rivier. Een voor een laten we ons in de stroom glijden om te 'stranden' in de luwte van een groot rotsblok. Als echte reddingswerkers worden we vervolgens op een oranje bodyboard het water af getakeld, waarbij we onze slachtoffers een lift terug naar de veilige rivierkant aanbieden. Het kost behoorlijk wat kracht om elkaar door de stroming terug naar de kant te trekken en dus moeten we als team samenwerken.

Als afsluiting wil Neil ons de toepassing van het hefboomsysteem demonstreren en dus hangen Kevin, Jessie en ik met z'n drieën half op het bodyboard in het snel stromende water terwijl Neil verderop aanrommelt met touwen en knopen. We wachten en wachten en wachten, terwijl het hefboomsysteem niet in staat lijkt te zijn genoeg kracht te produceren om ons naar de kant te trekken. Het water trekt en duwt terwijl ik aan de zijkant van het bord bungel en ik merk dat mijn armen steeds vermoeider raken in de woeste stroming. Het lijkt een eeuwigheid te duren en ik voel mijn natte handen wegglijden van de glibberige handvaten. Een beetje zoals die scène uit de film de Titanic: 'Don't let go, Jack!' Ik kan me opeens veel beter inbeelden hoe Jack zich voelde op dat moment… Gelukkig heeft ons verhaal echter een vrolijker einde en worden we allemaal naar veiligheid getrokken.

Voordat we naar huis gaan ruimen we gezamenlijk alle spullen op. We wurmen ons uit onze wetsuits en verzamelen de natte zwarte pakken in een grote emmer, zodat ze door het riverboarding team uitgewassen kunnen worden. 'Ja, voor het geval iemand in een wetsuit heeft geplast,' grap ik. 'Wist je dat als je in een wetsuit plast, de urine binnen het pak blijft en een klein laagje over je huid maakt? Dus eigenlijk zwem je dan de hele dag in je eigen plas…' Toevallig komt precies op de moment een wolk van urinelucht uit het pak dat Jessie aan het opvouwen is. De zure geur is zo sterk dat ik het zelfs een paar meter verder kan ruiken.'Oh My God, WHO PEED IN THEIR WETSUIT?!' walgt Jessie. Mats' beschaamde gezicht zegt genoeg en we schateren het uit. 'Ieeeel Mats, zo laten we je niet in de bus hoor!' 'Hij zei dat het wel kon!' wijst Mats naar Frank (de deelnemer uit de andere groep) die nonchalant lachend zijn schouders ophaalt. Vanaf nu is dit Mats zijn nieuw party-story; hij is opvallend trots op zijn urinebad van vandaag en in de dagen die komen vertelt het hij vol zelfspot aan iedereen die maar wil luisteren.

De moo-off

Uitgeput komen we 's avonds thuis aan, klaar voor een warme douche, comfortabele kleding en een goede maaltijd. Wanneer ik opgefrist de woonkamer in loop, zie ik Kevin, Eliotte, Nilson* en Jessie op een rijtje in een massage trein zitten. Toch handig die huisgenoten! 'Hey have you guys ever done a moo-off?' vraagt Kevin en wanneer er 'nee' wordt geschud, gebaart hij dat de anderen op handen en voeten in een kringetje moeten komen. 'Nu loeien we allemaal als koeien naar elkaar. Degene die als eerste lacht is af. 'Ik ga wel eerst oke.' Iedereen is een beetje giechelig en nog voordat hij kan beginnen schatert Nilson het al uit. Kevin wacht rustig af, terwijl Nilson zichzelf op zijn wangen slaat en diep ademhaalt om zijn lach onder controle te krijgen. Dan uit Kevin met een serieus gezicht een boos klinkende 'BOEEEEEEEE!'

Vanaf de zijlijn probeer ik mijn lachen ook in te houden. Jessie reageert met een net zo serieuze 'BOEEEEEE' en ze kijken allebei intens naar Nilson. Ik zie hoe hij bijna breekt, zijn lippen stevig op elkaar drukt om het in te houden en dan produceert hij zachtjes een vragende 'boe?'. Eliotte heeft zichzelf al uit de race gehaald en het is weer de beurt aan Kevin die nu gaat voor een wanhopig klinkende 'Booeeeeioeeeeh…' Hij fronst tegelijkertijd zijn wenkbrauwen en trekt zijn mondhoeken naar beneden. Zo blijven ze de cirkel rondgaan totdat Jessie de titel van moo-kampioen wint. 'Ik ben ook erg goed in pterodactyle-geluiden!' vertelt ze ons trots en ze laat een filmpje zien hoe ze met haar vader in de keuken thuis een wedstrijdje 'krijsen als een pterodactyle' doet.

'Oeh ik weet nog iets anders! Hebben jullie wel eens "je echte lach" geprobeerd te vinden?' vraagt Nilson, nu ze uitgeloeid zijn. Hij nodigt Kevin uit om op zijn rug op de grond te liggen, met zijn armen gekruist over zijn borst. Kevin kijkt verontrust wanneer Nilson naast hem knielt en zegt 'Oke, doe nu in een rustig tempo "ha, ha, ha, ha".' Dan leunt Nilson op Kevins handen en houdt de druk een paar tellen aan. 'Ha, ha, hahhahahahahaaaaaa!' schatert Kevin het uit in een diepe buiklach. 'Huh, waarom werkte dat?' zegt hij verbaasd, terwijl hij weer overeind gaat zitten. 'Geen idee.' haalt Nilson zijn schouder op. 'Nu ik!' roept Don, terwijl hij ook op de grond gaat liggen. Eliotte, die even naar haar kamer is gegaan, komt de woonkamer weer in en kijkt verbaasd naar de grondmensen. 'JOOOOOHN CENAAAA!' roept ze ineens en met een aanloop springt ze met haar volle gewicht boven op Don. 'Oempf!' ademt hij uit. Dit is de cue voor Mats en Tom en Jessie en David en Nilson om ook allemaal boven op elkaar te stapelen, totdat er een kluwen worstelende lichamen op onze woonkamervloer ligt. 'Mijn hemel, jullie zijn net een nest puppies!' Ik stap buiten het bereik van de zwiepende armen en grijpende handen die me naar beneden proberen te trekken en loop naar de keuken voor een kopje thee.

Hitchhikers guide to Queenstown

Vrijdag hebben we een dagje vrij. Alhoewel… eigenlijk is deze dag bedoeld voor zelfstudie en om de logboeken van onze activiteiten bij te werken, maar in de praktijk is het vooral een kans om te wassen en boodschappen te doen na een intensieve week buitenspelen. Omdat het openbaar vervoer in Queenstown zo slecht is (door een tekort aan chauffeurs rijden er minder bussen) en omdat de bushalte ver van de supermarkt is, kost het al snel meerdere uren om simpelweg even naar de winkel te gaan. Dit zijn de momenten dat ik mijn fiets enorm mis, het zou zo veel makkelijker zijn om even in twintig minuutjes erheen te fietsen! In dat opzicht ben ik toch echt gewoon een Nederlander…

Als ik eindelijk bij het winkelcentrum ben aangekomen, realiseer ik me dat ik de boodschappentas vergeten ben. Niet handig, aangezien ik een flinke hoeveelheid producten nodig heb. We hebben onze groep een tijd terug in tweeën gesplitst en koken allemaal één maaltijd per week voor onze eigen eetgroep. Ik moet dus ingrediënten voor een maaltijd voor vijf personen halen, naast mijn ontbijt, lunch en snacks voor de week en een grote bak ijs voor Nilson die last van zijn keel heeft. Ik besluit de zeven dollar voor een nieuwe boodschappentas te besparen (ook omdat we inmiddels een hele keukenlade vol tassen hebben) en prop alles in twee papieren draagtassen. De duurzame variant van de plastic zak lijkt me nogal breekbaar, maar het is een poging waard.

Buiten gekomen besluit ik al snel dat ik niet helemaal naar de bushalte wil lopen met mijn armen vol en dus probeer ik iets nieuws… Ik heb al van meerdere mensen gehoord dat liften hier in Nieuw-Zeeland (en vooral in Queenstown) heel normaal en relatief veilig is. Het is een goed alternatief voor het onbetrouwbare OV en biedt een optie voor mensen die geen auto bezitten. Misschien kan iemand me het kleine stukje naar de bushalte brengen? Dus loop ik naar de drukke autoweg buiten het winkelcentrum en ga aan de kant van de weg staan met mijn duim uitgestoken en een (hopelijk) uitnodigende lach op mijn gezicht. Onderweg scheurt al meteen het handvat van een van de papieren draagtassen en dus zet ik mijn boodschappen voor nu even aan mijn voeten. Een aantal auto's racen voorbij zonder enige erkenning, maar dan vertraagt er een auto. Mijn hart begint sneller te kloppen; ik doe het echt, ik lift, het lukt! Helaas, ik realiseer me dat ik op een onhandige plek sta waar de auto niet veilig kan stoppen en dus rijdt hij uiteindelijk door. Hm, dat kan beter. Ik hang de ene krakkemikkige boodschappentas aan mijn arm, klem de andere tegen mijn heup en loop de enkele tientallen meters door het gras naar de parkeerbaai verderop. Mijn rechterduim houd ik uitgestoken terwijl ik beweeg. Er rijden weer enkele auto's voorbij, maar dan vertraagt een witte pick-up truck met gereedschap in de laadbak. De bestuurder zet het knipperlicht aan om te stoppen. Ik haast me naar de auto. Vlak voordat ik de deur kan bereiken, besluit een van de gewraakte tassen echter dat het nu echt genoeg is. Met een pijnlijk scheurend geluid splijt de hele bodem in tweeën waarna al mijn boodschappen over de grond aan de kant van de weg rollen. 'Verdorie!' mompel ik gefrustreerd en ik krabbel snel rond om mijn aankopen bijeen te rapen en van de weg te houden. De auto die staat te wachten besluit dat het te lang duurt en draait de weg weer op. Met het schaamrood op mijn wangen en een hoopje boodschappen aan mijn voeten doe ik dus weer een poging om een vriendelijke Samaritaan mijn kant op te lokken. Als ik nu niet zielig genoeg ben om te helpen weet ik het ook niet…

Drie keer is scheepsrecht, gelukkig stopt er al snel weer een auto voor me. De vriendelijke bestuurder wenkt me om in te stappen en ik gooi snel al mijn boodschappen de auto in en klim er zelf bij. 'Waar ga je heen?' vraagt de man terwijl hij de weg opstuurt. 'Could you just bring me to Frankton bus hub?' zeg ik, maar terwijl ik naar alle losse boodschappen kijk verander ik van gedachten.'Actually, I live on Goldfield Heights, opposite the Sherwood. Would it be too much trouble if I got out there?' De man schudt zijn hoofd. 'Geen probleem! Ik ben op weg naar het centrum en kan gewoon via Goldfield Heights rijden.' Ik kan mijn geluk niet op, wat aardig! Terwijl we het drukke verkeer op Frankton Road trotseren klets ik wat met mijn redder. Hij is oorspronkelijk Duits en is hier vier jaar geleden gekomen als reiziger met een working holiday visa. Toen Nieuw-Zeeland haar grenzen sloot vanwege de Covid-pandemie kreeg hij een keus: terug naar huis of blijven en vast komen te zitten in het land aan de andere kant van de wereld. Hij besloot te blijven, met een tijdelijk overbruggingsvisa van de overheid waarmee hij in beperkte industrieën kon werken. Nieuw-Zeeland worstelde tijdens die toerist-vrije jaren om alle arbeiders te vervangen, dus extra handen waren welkom. Zijn visum is uiteindelijk uitgebreid naar een volledig werkvisum waardoor hij nu al meerdere jaren hier werkt als wegwerker. 'Ben je van plan om ooit nog terug te gaan naar Duitsland?' vraag ik en hij haalt zijn schouder op. 'Ik vind het wel prima, ik heb mijn leven en mijn werk nu hier.' Wauw, wat kan het leven zo een onverwachtse wending nemen!

Aangekomen bij de oprit van ons huis stap ik uit, bedank mijn Duitse vriend en verzamel mijn boodschappen aan de kant van de weg. Nu moet ik alles nog naar binnen zien te transporteren… Ik loop snel ons huis binnen om een boodschappentas te halen en haast me terug naar mijn hoopje eigendommen op de weg. Ik raap alle boodschappen van de grond en we zijn eindelijk klaar met dit winkeluitje. Eliotte zit op de bank op haar laptop te werken (zelfs tijdens ons trainingsprogramma werkt ze online als accountant) en kijkt verbaasd naar mijn heen en weer geren. 'Moet je horen wat voor avontuur ik nu weer heb beleefd…!' begin ik haar het hele verhaal te vertellen.

In de laatste hete middagzon plonzen Kevin en ik een paar uur later nog even in het meer om een stukje te zwemmen in het koude water. Ik grinnik om ons als de 'opa en oma' van de groep die braaf baantjes trekken. Kevin heeft zelfs een funky zwemshort met sushi-print om de uitstraling compleet te maken. We genieten van de prachtige bergen om ons heen en de eendjes die voor ons uit peddelen.

We sluiten de dag af met 'familietijd': met zijn allen in de woonkamer, knus bijeen gekropen op de bank en zitzakken, om de film 'Bee movie' te kijken. Richting het einde van de film sloffen steeds meer mensen de woonkamer uit op weg naar bed en ik blijf over in de woonkamer met Kevin en Don die uitgestrekt op een zitzak in slaap is gevallen. Kevin zet zijn koptelefoon op voor zijn dagelijkse videocall met zijn vriendin Alice* in Engeland, terwijl ik mijn tanden ga poetsen. Wanneer ik even later het licht in de woonkamer uit ga doen vind ik Don nog steeds uitgestrekt op de vloer, diep ademend in zijn slaap. Don en Tom hebben er beiden een handje van om op de bank in slaap te vallen tijdens het televisiekijken (iets dat ik vooral associeer met mannen van middelbare leeftijd) en het gebeurt regelmatig dat ik ze naar hun eigen bed stuur. Ook nu schud ik Don zachtjes aan zijn schouder, totdat hij slaperig zijn ogen open doet. 'Ga naar je bed!' probeer ik hem in beweging te krijgen. Vannacht is het extra belangrijk dat we een paar uur goede slaap krijgen, we gaan namelijk op een bijzonder nachtelijk avontuur…

Queenstown by night

Na net geen drie uur slaap gaat mijn wekker alweer om 00.20. Ik rek me uit, wrijf in mijn ogen en dwing mezelf snel mijn bed uit te rollen voordat ik weer in slaap val. Tjonge het is vroeg! In de keuken zijn Kevin en Don al bezig om wat te eten bij elkaar te scharrelen en routinematig doe ik hetzelfde. Niemand zegt iets en soepel bewegen we om elkaar heen in een geoefende keukendans, totdat Eliotte paniekerig de woonkamer binnenkomt. 'Waar is Jessie?! Heeft iemand Jessie gezien? WAAR IS JESSIE?' Haar sluike haar steekt piekerig rond haar hoofd en haar grote ogen zijn van bezorgdheid nog groter. Mijn slaperige brein doet er even over om te verwerken wat ze bedoelt, het is nog veel te vroeg voor zoveel opwinding. Jessie is haar kamergenoot en blijkbaar ligt ze niet in haar bed. 'Is ze misschien bij de bovenburen?' stel ik rustig voor. Jessie heeft een leuke klik met een lid van de groep die boven ons woont en is dus af en toe daar te vinden. Mats rent snel de trap op om te kijken, maar schudt zijn hoofd als hij terug komt. 'Het was donker in hun huis en ik wilde niet echt op onderzoek uitgaan midden in de nacht…' In de tussentijd gaan we verder met onze voorbereidingen voor het grote avontuur, met of zonder Jessie, en net nadat we zijn vertrokken stuurt ze inderdaad een bericht dat ze boven was en in slaap was gevallen terwijl ze een film keek. Geen zorgen! Ze is oke, maar zal zich helaas niet bij ons voegen. Dat brengt ons groepje avonturiers tot vijf personen.

Aangekomen in een nachtelijk Queenstown, waar we de bastonen van de veelbezochte clubs verderop horen dreunen, klikken we een half uur later onze hoofdlampen aan. 'Ready?' We knikken naar elkaar. 'Ready.' We gaan op avontuur!

Lees in mijn volgende blog hoe mijn avontuur als adventure guide verder gaat - op naar een nachtelijke excursie, een elastisch moment en een bijzondere klim!

Wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada, Peru of Nieuw-Zeeland? Volg mij dan op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.


  • 04 Juli 2023 - 19:11

    Marianne :

    Hoi Jorinde,

    je blogs lezen zo lekker weg, top ! Dankjewel

    gr Marianne

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorinde

Ga met mij mee op reis! Samen beleven we avonturen, ontdekken we de cultuur van bijzondere bestemmingen en leren we levenslessen. En wil je hélemaal meeleven met mijn avonturen in Nederland, Ghana, Mexico, Australië, Griekenland, Canada of Peru? Volg mij dan ook op Instagram via 'opreismetjorvos'! Of wacht op mijn boek ‘Zes keer thuis en toen weer naar huis, leven en leren op reis’.

Actief sinds 06 Sept. 2012
Verslag gelezen: 313
Totaal aantal bezoekers 68647

Voorgaande reizen:

09 Januari 2023 - 03 April 2024

Nieuw-Zeeland

10 Oktober 2022 - 06 Januari 2023

Peru 2022

09 Juni 2020 - 09 Juni 2020

Nederland

15 Augustus 2019 - 11 November 2019

Canada

12 November 2019 - 15 April 2019

Peru

01 Mei 2017 - 27 Augustus 2017

Rhodos

16 Juli 2016 - 16 Juli 2017

Australië

22 April 2013 - 01 Juli 2013

Mexico

06 September 2012 - 31 December 2012

Ghana

Landen bezocht: